De Voorzitter heropent om 21.30 uur de vergadering.
De Voorzitter: Wij gaan verder met de behandeling van punt
25. Wethouder Bilker heeft het woord.
De heer Bilker (weth.Mevrouw de voorzitter, er is door de
sprekers omtrent het Groenbeleidsplan een compliment gemaakt
ten aanzien van de betrokkenen, de ambtenaren die het hebben
voorbereid en ook de bewoners die hebben meegedaan aan de
inspraak. Ik ben heel blij met die complimenten, want ik voel
het zelf ook zo dat er goed gewerkt is. Wij zullen dit zeker
overbrengen.
Er is nu inderdaad sprake van, waar wij al heel lang naar
gewerkt hebben, een afgewogen totaalvisie, ofte wel een lange
termijn visie met natuurlijk de uitwerking op korte termijn.
Daar komt het straks op aan.
Mevrouw Dikken heeft gesproken over de diverse inspraakrondes
die er geweest zijn. Ook kan ik mij herinneren dat de Commis
sie Stadsbeheer en Milieu in februari daarop heeft aangedron
gen. Mevrouw Dikken spreekt dan over een groen-groeiplan, dat
vond ik wel een aardige opmerking. Zij spreekt ook over de
verbinding milieu-groen, die is er inderdaad onmiskenbaar.
Zij zegt dat er nu sprake is van een gevoel dat de Leeuwarder
bevolking in grote lijnen achter dit beleidsplan staat.
Dan komt mevrouw Dikken op een element dat ook alle andere
sprekers naar voren hebben gebracht, de voorlichting en
inspraak. Ik zou daar wat dieper op in willen gaan, te meer
omdat in de commissiediscussie dit ook een belangrijk element
geweest is. Ik merk dat dit nog steeds de aandacht heeft. Er
zijn op dit moment, dan spreek ik over de Dienst Stadsbeheer
maar ook in relatie met de overige diensten, in de gemeente
wat ontwikkelingen zoals bijvoorbeeld de verzelfstandiging
van de Dienst Stadsbeheer. Op dit moment wordt zelfs een
samenvoeging voorbereid met Sport en Recreatie. Op concernni
veau wordt nagedacht over hoe voorlichting in zijn algemeen
heid moet worden aangepakt.
Ten aanzien van het punt voorlichting en inspraak met betrek
king tot het Groenbeleidsplan kom ik eerst met de opmerking
omtrent de financiering, waar een duidelijk bedrag genoemd
wordt in één van de bijlagen. Er is momenteel, dat moet
helder en duidelijk zijn, geen directe dekking voor, boven
dien wil ik in herinnering roepen dat er ook voorstellen tot
bezuiniging vanuit deze dienst zijn. Er zal dus enerzijds
sprake zijn van bezuinigingsvoorstellen en anderzijds zal er
toch weer een nieuw voorstel voor nieuw beleid zijn, dat is
op dit moment niet mogelijk, nieuw beleid komt voorlopig niet
in aanmerking. Bij de beheersplannen, dat is ook de nadere
36
uitwerking van een en ander, wordt ook de voorlichting als
een belangrijk onderdeel meegenomen. Ik denk dat je ook niet
moet vergeten dat de huidige wijkchefs rondom de posthuizen
in de directe contacten met omwonenden natuurlijk een grote
rol hebben en zullen blijven houden.
Dan over de huidige voorlichting van de Dienst Stadsbeheer.
De huidige voorlichters zijn verdeeld over de diensten Stads
ontwikkeling en Milieu en Stadsbeheer, dat geldt zowel voor
de algemeen voorlichtster als voor de milieuvoorlichtster.
Bij de door mij al eerder genoemde discussie omtrent de
verzelfstandiging van de Dienst Stadsbeheer zal uiteraard ook
het onderdeel voorlichting nog een heel eigen deel van die
discussie gaan vormen en een eigen deel ook straks in die
verzelfstandiging gaan innemen.
Dan ligt er ook nog het plan om vanuit het milieu-uitvoe
ringsprogramma te komen met een programma voor milieu en
natuureducatie, dat is nu eigenlijk al gestart samen met het
Natuurhistorisch Museum. Onze milieuvoorlichtster is daar nu
al bij betrokken. Sinds de laatste discussie in de commissie
zijn wij er al op die manier mee bezig.
De voorlichting en de inspraak spelen, dat is ook al gememo
reerd, een hele belangrijke rol, de raadsbrief meldt dat ook,
als het gaat om het opstellen van een groenbeheersplan en de
groenwerkplannen. Ik denk ook dat daar de kern ligt van de
voorlichting en de inspraak. Het gaat daarbij immers in
directe zin om het belang van de omwonenden. Op deze wijze
kan een groenbeleid ontstaan dat, zoals omschreven, gedragen
wordt.
De heer Heins spreekt over een goed, zorgvuldig en samenhan
gend plan. De heer Heins begon heel positief, maar eindigde
naar mijn gevoel wat in de mineur, toen hij sprak over vraag
tekens bij de financiën en dat hij zich zorgen maakt over de
financiële beperktheden. Dat doet het college ook, maar dan
uiteraard in hele algemene zin, dat is hier ook eigenlijk een
uitvloeisel van. Als het zou gaan, zoals de heer Heins het
formuleert, om naar analogie van bijvoorbeeld het Stadsver
nieuwingsfonds het groenfonds inrichten of prioriteit geven
aan het uitvoeren van groenbeleidsplan, zou dat op dit moment
veel meer geld kosten dan wordt aangegeven. Er wordt wel
aangegeven, dit zijn de wensen en dat zal het kosten, maar
wij moeten het wel in de tijd uitspreiden binnen de financi
ële grenzen. Die zijn op dit moment niet dusdanig dat, zoals
ik het ook in de commissie heb verwoord, wij voor het jaar
2000 alles hebben uitgevoerd. Het is ook een beleidsvisie op
de lange termijn.
De heer Burg spreekt namens de WD-fractie over een goed
groenbeleidsplan waarin hij wijst op de grote lijnen, de
37