zocht moet worden - en dat zal ook gebeuren - naar andere
bronnen van financiering. Ik wil mij niet vastpinnen op f 3
miljoen nieuw beleid. Vanaf nu en tien jaar is nog een hele
periode. Wij hopen natuurlijk altijd op betere tijden. Aan de
andere kant wordt er ook heel duidelijk aangegeven dat geke
ken moet worden naar alternatieve financieringsbronnen, zelfs
het woord sponsoring staat er herhaaldelijk in en dat heeft
ook in de discussie in de commissie nogal een rol gespeeld.
De Voorzitter: Aan de orde is de stemming.
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten overeenkomstig het
voorstel van b. en w.
De Voorzitter: Dan ga ik even met u terug naar punt F van de
Mededelingenlijst, daar is in de pauze beraad over geweest.
Wij waren toe aan de tweede termijn van de wethouder.
Mevrouw Dijkstra: Om te zorgen dat er de grootst mogelijke
ondersteuning komt, is ons gebleken dat een kleine wijziging
waarschijnlijk gewenst is. Wij stellen daarom voor op de
tweede bladzijde "af te zien van de voorgenomen kortingen op
de doeluitkering in het kader van de Wet op de bejaardenoor
den" te veranderen in "te heroverwegen".
De Voorzitter: Even voor de duidelijkheid, de CDA-fractie wil
haar motie gewijzigd zien als volgt: "De minister van WVC en
de Tweede Kamer op dit moment de voorgenomen kortingen op de
doeluitkering in het kader van de Wet op de bejaardenoorden
te heroverwegen."
De heer Bilker (weth.Mevrouw de voorzitter, ook het colle
ge heeft zich uiteraard over deze ingediende motie beraden.
Ik heb in mijn eerste termijn al gezegd dat die mij niet
onsympathiek leek. Ik kan nu zeggen dat de motie ons sympa
thiek voorkomt en met name nu ook de CDA-fractie het scherpe
van het puntje "af te zien" in verband met de actualiteit die
ook terecht is aangehaald door de PvdA-fractie, te veranderen
in "heroverwegen" kan het college hiermee instemmen.
Ik stel voor om de motie over te nemen.
De heer Heins: Soms denk je dat de verkiezingscampagnes elke
40
ACCJ. wuw 4. w
Ik verwacht dat als de raad hier unaniem "ja" op zal zeggen,
dat ook zijn consequenties zal hebben op de gemeentelijke
bezuinigingen voor de instellingen van ouderen, want dan ben
je pas consequent aan de gang. Ik hoop niet dat dit een
vrijblijvend verhaal is voor deze raad, maar dat het ook z'n
gevolgen heeft op de discussie die wij straks krijgen.
Mevrouw Van Ulzen: Ik heb de neiging om toch even aan de
PAL/GL-fractie te vragen aan welke consequenties zij dan
denkt, omdat ik het verband niet zie. Ik ben wat verbaasd, ik
begrijp dat de CDA-fractie onder druk van de coalitiegenoot
nu die motie veranderd heeft. Wat is nu eigenlijk precies het
verschil, dat is mij volledig onduidelijk. Ik begrijp ook
helemaal niet waarom de CDA-fractie niet de motie, waar hele
verstandige dingen in staan, kan handhaven en dat die onder
druk van de eigen coalitiegenoot veranderd moet worden. Er
zitten denk ik hele diepe bedoelingen achter en die zou ik
wel even op tafel willen hebben.
De Voorzitter: Het feit is mevrouw Van Ulzen dat er een
gewijzigde motie ligt. Wij hebben in eerste en tweede termijn
uitvoerig over de zaak gediscussieerd, wat mij betreft her
openen wij de discussie niet en beperken wij ons nu tot een
stemverklaring.
De heer Graving: Mevrouw de voorzitter, ik zou hier nog graag
iets van willen zeggen. Ik heb daar in de eerste termijn geen
gebruik van gemaakt. Uiteraard komt de intentie die uit deze
motie spreekt ook positief bij mij over. Inmiddels heeft het
college de motie overgenomen, maar ik denk dat het van belang
is dat de motie raadsbreed gedragen wordt. Het enige waar ik
nog wel wat moeite mee heb in de motie, is de formulering
zoals die aan het begin staat: "kennis genomen hebbende van
de brief van de minister van WVC van 9 juli 1993". Ik zal
hier niet vragen welke raadsleden daar kennis van hebben
kunnen nemen, ik ben dat zelf niet geweest, maar ik heb wel
kennis kunnen nemen van de onrust die daarover is ontstaan.
Dat vind ik voldoende om deze motie te steunen.
De Voorzitter: Het college heeft de motie overgenomen, ik
begrijp dat geen van de raadsleden behoefte heeft om zich
daar tegen te verzetten.
41