schriftelijk toestemming te laten geven door het college
van burgemeester en wethouders tot het vervreemden en
bezwaren van het Stadskantoor;
voorts overwegende:
dat het tot de bevoegdheid van de raad behoort om goed
keuring te geven aan de verkoop van het Stadskantoor aan
derden;
besluit
aan artikel 6, lid 3 van de statuten van de stichting
toe te voegen de zin: de raad van de gemeente is bevoegd
tot voorafgaande goedkeuring van bestuursbesluiten als
bedoeld in artikel 2, lid 2 onder a. (Dat zijn de be
sluiten van machtiging tot verhuur enz.)/
en gaat over tot de orde van de dag."
De motie is door mijzelf ondertekend. (De Voorzitter: De
motie maakt deel uit van de beraadslagingen.)
De heer Hoogeveen: Voorzitter, in de commissie heb ik al
aangegeven dat mijn fractie akkoord is met de plannen om het
Stadskantoor te verkopen aan een daartoe op te richten stich
ting. Ik denk dat het zeer legitiem is dat een gemeentelijke
overheid gebruik maakt van de mogelijkheden zoals de wet die
biedt. Deze mogelijkheden worden ook in de marktsector regel
matig gebruikt, dus waarom zou een overheid die graag markt
conform wil handelen, dat niet mogen doen.
Wat overblijft is het punt dat de heer Greving aanvoert over
bevoegdheidverdelingen. Ik denk toch dat daar een redeneer-
fout wordt gemaakt. Er zijn in de bevoegdheidverdeling twee
onderdelen.
Ten eerste datgene dat ten aanzien van de bevoegdheidverde
ling in de stichting is geregeld is te vinden in het Burger
lijk Wetboek en in de statuten van de stichting. Er zit een
bevoegdheidverdeling voor de besluitvorming in die stichting
en dus binnen het stichtingsbestuur.
Ten tweede hebben wij te maken met publiekrechtelijke wetge
ving in de Gemeentewet, waar de besluitvormingsprocedure voor
onze gemeente, hier binnen dit huis, is geregeld. Er kan geen
sprake van zijn dat wij via het doen van een privaatrechte
lijke handeling op publiekrechtelijke wijze en delegatie aan
het college van b. en w. geven om tot besluitvorming over de
verkoop van het Stadskantoor over te gaan. Het probleem dat
de heer Greving hier dan ook denkt te signaleren bestaat naar
mijn idee niet zolang wij de Gemeentewet goed blijven lezen.
Mevrouw Tieaersaa: Het voorstel dat nu voor ons ligt omvat
dat beheer en exploitatie van het Stadskantoor worden onder
48
gebracht in een stichting. Dit levert ons een aanzienlijk
BTW-voordeel op. Ik denk dat dit een hele goede zaak is en
dat wij ook gebruik moeten maken van de mogelijkheden die de
wet ons biedt. Wij willen de wethouder en met name de ambte
naren die dit gerealiseerd hebben, hiermee een compliment
geven.
De motie van de heer Greving overvalt ons compleet. Wij
hebben in de commissie al gezegd dat wij geen behoefte hebben
aan zo'n structuur. De heer Hoogeveen heeft dit prima ver
woord, dat hoef ik niet te herhalen.
De heer Heere (weth.Voorzitter, de raad is blijkbaar met
het college van mening dat het een goede zaak is om het
voorstel zoals wij dat nu hebben voorgelegd te accorderen. De
heer Greving spreekt van verstandig, hij spreekt lof uit; de
heer Hoogeveen heeft het over zeer legitiem en ook mevrouw
Tiemersma heeft zich in die bewoordingen uitgedrukt. Ik denk
dat het aan al die kwalificaties voldoet en met name aan
legitiem.
De heer Greving vraagt naar de percentages. Er staat in de
brief 4,5%, alleen heeft er naderhand nog overleg plaats
gevonden met onze adviseur en toen zijn wij, alles afwegende,
tot de conclusie gekomen, ook hij, dat 4,8 het percentages
moet zijn waarover wij spreken en waarnaar wij handelen. Dat
is in overeenstemming met het voorstel zoals dat hier ligt.
Voor wat betreft de kwestie van het stichtingsbestuur - en
dan doe ik iets dat vroeger in de regioraad door de burge
meester van Ferwerderadeel al eens is gedaan, namelijk het
beantwoorden van een niet gestelde vraag - heb ik een toezeg
ging in de commissie gedaan om uiteen te zetten wat ons heeft
gebracht tot het kiezen voor de stichting en niet voor de
commanditaire vennootschap, daar voldoe ik nu aan. Ik heb dat
nog eens uitgezocht en daar zijn de volgende argumenten voor
aan te voeren.
Voor wat betreft de stichting ligt er nu een uitspraak van de
Hoge Raad, over de c.v. nog niet. Met andere woorden voor de
stichting hebben wij nu zekerheid dat het kan. Het stich
tingsbestuur kan geheel door de gemeente worden aangewezen,
terwijl je bij een commanditaire vennootschap nog een andere
commandite nodig hebt. Dat kan nodig zijn, in Heerenveen was
dat bijvoorbeeld nodig, omdat men daar een bank heeft gekozen
als partner, omdat de financieringsbehoefte nog niet geregeld
was. Dat is bij ons wel het geval, dus die behoefte hadden
wij niet. Bovendien doet een andere partner in het algemeen
dat ook niet alleen maar voor de blauwe ogen van de gemeente
49