De Voorzitter: Aan de orde is Liquidatie Probicom Research
BV.
De heer Kroes: Mevrouw de voorzitter, in de commissie is al
door de D66-fractie verwoord dat wij als gemeente bij het
faillissement van Probicom met de rug tegen de muur staan,
gedane zaken nemen geen keer. In 1988 is door onze fractie
ingestemd met de oprichting van Probicom Research en ook met
de wijziging van de financiering in 1991. In deze periode is
met name het belang van Probicom aangegeven voor de positieve
uitwerking op de industriële ontwikkeling in Leeuwarden, voor
de versterking van de kennisstructuur en voor de versterking
van de leidende positie van de agrarische industrie in Leeu
warden en Friesland. Het was in die tijd veelbelovend. Wat
onze fractie zich nu afvraagt is het volgende.
Hoe komt het dat de hooggespannen verwachtingen die er
waren van Probicom niet zijn uitgekomen?
Hoe is het gekomen dat Probicom zich geen inkomsten wist
te verschaffen?
- Wat gebeurt er met de resultaten van de onderzoeken die
wel zijn gedaan?
Wie komt er nu in het bezit van de verleende octrooien?
- Wat betekent het faillissement van Probicom voor de
andere ontwikkelingen in de agrarische sector zoals
bijvoorbeeld het Bio-science Park en het Frisian Expo
Center?
Zou het niet goed zijn om in een volgende openbare commissie
vergadering van Economische en Sociale Zaken dit punt nogeens
te behandelen, waarbij ook de zonet geformuleerde vragen aan
de orde kunnen komen? Het antwoord op deze vragen lijkt onze
fractie van belang voor het maken van een afweging voor
toekomstige financiering van soortgelijke projecten.
Wij zouden graag een toezegging willen hebben van de wethou
der.
De heer Heere (weth.Ik doe die toezegging, voorzitter.
De Voorzitter: Aan de orde is de stemming.
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten overeenkomstig het
voorstel van b. en w. met inachtneming van de toezegging van
de wethouder.
52
Punt 32 (bijlage nr. 207).
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten overeenkomstig het
voorstel van b. en w.
Punt 33 (bijlage nr. 206).
De Voorzitter: Aan de orde is Gemeentelijke verklaring ten
behoeve van de financiering van Frisian Expo Center BV.
De heer Boogeveen: Voorzitter, op zichzelf is mijn fractie
het eens met het voorstel om een gemeentelijke verklaring ten
behoeve van de financiering van Frisian Expo Center af te
gaan geven, maar de voorzitter van de Commissie Middelen
stond mij in de vergadering van 16 september j.l. toe om bij
dit agendapunt nog een andere vraag aan te haken. Ik neem de
vrijheid om dit nu nogmaals te doen. Ik heb toen in de com
missie gevraagd naar de positie van het personeel van de
huidige Frieslandhal. Er waren in het verleden, toen wij
besluiten namen over privatisering van de Frieslandhal, nog
wat onzekerheden met betrekking tot het moment waarop, de
wijze waarop en onder welke voorwaarden het personeel zou
overgaan naar de nieuwe onderneming. Ik heb de wethouder
gevraagd wat daarvan de ontwikkelingen waren. Zijn antwoord
was dat er op dat moment nog geen besluiten definitief waren
genomen, maar dat naar zijn inschatting binnen een week tot
een akkoord met de vakorganisaties gekomen zou kunnen worden.
Ik heb twee redenen om die vraag nu alsnog te stellen.
Ten eerst is het zo jammer dat al die mooie woorden niet in
het verslag terecht komen van de commissie.
Ten tweede, uit recente perspublicaties van de regionale
dagbladen blijkt dat de inschatting dat er binnen een week
een akkoord zou liggen een iets al te blijmoedige kijk op de
werkelijkheid was.
Wellicht kan de wethouder nogmaals zijn licht over dit punt
laten schijnen.
De heer Heere (weth.): Sindsdien is er een vergadering ge
weest met het Georganiseerd Overleg. Daar zijn wij de hele
lijst punten van de rechtspositieregeling gezamenlijk doorge
lopen en moest ik na een groot aantal uren vergaderen tot de
conclusie komen dat er nog één punt lag dat niet tot overeen
stemming kon leiden op dat moment. Dan kan je twee dingen
doen, dan kun je constateren dat er geen overeenstemming is
53