daarbij te betrekken? Hoe doen wij dat? In dit geval is het meest voor de hand liggend de meest betrokken commissie daarover te horen. De commissie heeft daarover gediscussieerd en wij hebben moeten constateren dat inhoudelijk een meerder heid van de raad achter het voorstel van het college stond - dat wil niet zeggen het aantal commissieleden in eerste instantie - zij het dat in tweede instantie de CDA-fractie alsnog heeft aangegeven zich in de argumentatie van het college te kunnen vinden. Op dat moment was er sprake van ook een meerderheid van de commissieleden. De heer Hieastra: Voorzitter, ik wou de wethouder vragen of het de bedoeling is dat wanneer de reactie van de CDA-fractie binnen is, die nog ter kennis wordt gebracht aan de commis sieleden van Stadsbeheer. De heer Burg: Voorzitter, de wethouder vroeg bij de behande ling van punt H voor wat betreft het schriftelijke antwoord aan Leeuwarder Huisartsen Vereniging of de raad daar behoefte aan had. Wij vinden dat de heer Greving gelijk heeft en dat het correct is om van een mondelinge afspraak even een schriftelijke bevestiging te sturen. Bij punt I staat dat adressanten inmiddels op de hoogte zijn gebracht. Ik neem aan dat dat wel schriftelijk is gebeurd. Dan moet dit bij H ook schriftelijk gebeuren. De heer Terpstra: Mevrouw de voorzitter, de CDA-fractie deelt mee dat zodra zij een brief stuurt naar het college zij daarvan een afschrift naar de andere commissieleden zal sturen. De heer Tisuieraans (weth.Slechts de toezegging dat wij de briefschrijver onder H alsnog schriftelijk in kennis zullen stellen van de stellingname. De Voorzitter: Aan de orde is de stemming. Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w.met inachtneming van de toezegging van de wethouder. Sub J en K. 12 De bezwaarschriften worden om advies in handen gesteld van de Raadsadviescommissie voor de Beroep- en Bezwaarschriften. Sub L. De inhoud van deze brief wordt betrokken bij de behandeling van de voorstellen in het kader van de bezuinigingen 1993- 19976 op 15 en 16 november 1993. Sub M en N. Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. Sub O. Mevrouw Van UIzen: Ik heb een vraag aan de wethouder. De grondverkoop in Camminghaburen loopt heel voorspoedig, wij hebben afgezien om verder uit te breiden in Leeuwarden West, Hempens-Teerns gaat nog wel de nodige aantallen jaren duren, ziet de wethouder nog mogelijkheden om ergens anders kavels te voorschijn te toveren. de heer Tizmeraans (weth.): Mevrouw Van Ulzen heeft gelijk dat zij constateert dat er op dit moment veel grond wordt verkocht. Dadelijk krijgen wij weer een grote lijst met verwervingen en vervreemdingen. Er worden veel kavels ver kocht. Dat is een goede zaak. Dat betekent wel dat ten op zichte van een paar jaar geleden wij sneller door onze vrij uit te geven kavels zijn dan wij tot voor kort mochten ver wachten. De rentestand is daar natuurlijk debet aan. Wij zijn tijdig gestart met het nadenken over de toekomstige uitbreidingsrichting. Ik hoef mevrouw Van Ulzen niet te vertellen wat de problemen op dit moment zijn met betrekking tot Goutum-Noord. Er ligt een goedgekeurd bestemmingsplan, zij het dat er nog enkele bezwaarschriften zijn. Dat kan ons tijdelijk opbreken, maar ik ga ervan uit dat wij binnen niet al te lange termijn kunnen beginnen met het uitgeven van met name het noordelijk deel van Goutum-Noord, zodat wij op korte termijn, naar ik vermoed, geen problemen hebben met een tekort aan aan te bieden kavels. Overigens hebben wij in het 13

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1993 | | pagina 7