Burgemeester, tien dagen geleden was ik samen met de gemeen
tesecretaris aanwezig op uw afscheidsbijeenkomst in Veendam.
Mij viel op dat verschillende sprekers u een zondagskind
noemden. Binnen dertien jaar opklimmen van Muntendam via
Veendam naar een echte grote stad Leeuwarden.
Dat laatste streelde ons natuurlijk, zeker ook omdat u liet
merken dat zelf ook zo te beleven.
Hoewel, ik wil u even waarschuwen, Leeuwarden heeft naast de
stad ook acht dorpen die u zeker niet de kans zullen geven
hen te vergeten.
Tussen Leeuwarden en Veendam bestaan denk ik toch belangrijke
verschillen.
Om te voorkomen dat ik blunders bega, zal ik niets over
Veendam zeggen (het college van Veendam zit hier in de zaal,
de toekomstig interim-burgemeester van Veendam zit hier ook
in de zaal, dus dat lijkt mij te riskant.) Ik wil wel een
paar dingen over Leeuwarden zeggen.
Leeuwarden is, zou je kunnen zeggen, een stad met twee ge
zichten. Enerzijds veel bedrijvigheid, een goed voorzienin
genniveau, een goed onderhouden monumentale binnenstad,
kortom een stad waar het goed wonen en werken is.
Anderzijds een veel te hoge werkloosheid, veel burgers die
van een inkomen op minimumniveau moeten leven en een cumula
tie van sociale problemen in met name een aantal naoorlogse
wijken. Het zal u dan ook niet verbazen dat de Leeuwarder
raad een hoge prioriteit, zo niet de hoogste, geeft aan het
werkgelegenheidsbeleid.
Op dat punt hebben we hoge verwachtingen van u. U werd in
Veendam onder meer geprezen om wat u had bereikt als porte
feuillehouder Economische Zaken met als hoogtepunt het bin
nenhalen van het railservice-centrum.
Wel, in Leeuwarden valt ook nog wel wat binnen te halen.
Weliswaar heeft de - met veel moeite - verworven knooppunt-
status ons tot nu toe geen windeieren gelegd, we zijn er
echter nog lang niet. Het binnenhalen van nieuwe werkgelegen
heid, maar ook het vasthouden van bestaande, is absoluut
nodig de komende jaren. Ik denk daarbij bijvoorbeeld aan iets
wat op dit moment actueel is, de concentratie van rijksdien
sten op het terrein van landbouw, daar kunt u bij wijze van
spreken meteen morgen mee aan de slag.
Het zal u niet zijn ontgaan dat Leeuwarden financieel gezien
in zwaar weer zit.
Ik zou bijna kunnen zeggen dat u met uw neus in de boter
valt, want over twee weken zullen we besluiten moeten nemen
in het kader van de meest omvangrijke bezuinigingsoperatie
van de afgelopen jaren. Alleen het woord "boter" is wat
misplaatst. Het is meer dieetmargarine
Allerlei voorzieningen moeten worden geschrapt en ook onze
eigen ambtenaren delen in de pijn. Dat brengt in- en extern
veel onrust met zich mee, daar zult u de komende 14 dagen
ongetwijfeld nog het nodige van merken.
Het stelt bovendien hoge eisen aan de kwaliteit van raadsle
den, collegeleden en - niet in de laatste plaats - aan hun
voorzitter, de burgemeester.
Wij gaan ervan uit dat u in de raad een goede voorzitter en
in het college een goede teamleider zult zijn; resultaatge
richt maar met oog voor de wijze waarop besluiten tot stand
komen en de wijze waarop mensen daarin functioneren.
De persoonlijke verhoudingen in deze raad en in het college
van b. en w. zijn zeer goed. Dat is een sterk punt, een groot
goed waar we zuinig op moeten zijn. We vertrouwen erop dat u
daar uw steentje aan bij wilt dragen.
U volgt, mijnheer Apotheker, een burgemeester op die hier
zijn pensioen heeft gehaald. Bij zijn voorganger was dat ook
het geval. Met uw komst gaat de gemiddelde leeftijd in ons
college flink omlaag. U hoort bij de "jonkies" en uw pensioen
halen in Leeuwarden lijkt niet realistisch. Hoewel
waar moet je na Leeuwarden nog naar toe?
De raad heeft bewust in de profielschets opgenomen dat ze een
burgemeester wil die nog niet aan het einde van zijn carrière
is. Met u is dat gelukt; we verwachten echter wel dat u een
flink aantal jaren blijft; continuïteit in een gemeente waar
zoveel is te doen, is van groot belang.
Burgemeester, ik zal u niet met uw voorganger vergelijken. U
bent ongetwijfeld anders dan hij en dat is goed. Eén opval
lend verschilpunt wil ik noemen en ik noem aan het eind ook
een overeenkomst.
Bij het afscheid nemen van de heer Te Loo heb ik gememoreerd
dat hij absoluut niet van voetbal houdt. Dat ligt bij u vol
strekt anders. U lijkt bovendien zo weinig clubliefde te
hebben, dat u gemakkelijk van Veendam supporter in Cambuur-
supporter verandert. En aangezien beide clubs op z'n vroegst
het volgend seizoen tegen elkaar voetballen zult u voorlopig
niet in gewetensnood komen.
Het echte spelletje hoef ik u dus niet uit te leggen. Ver
taald naar het speelveld in ons college zien wij graag dat u
een goede aanvoerder zult zijn, die het college als eenheid
kan laten functioneren en die wethouders - als politiek
verantwoordelijke personen - waar nodig ondersteunt, maar ook
ruimte laat om hun eigen zaken te behartigen en van tijd tot
tijd te scoren.
Burgemeester, ik kom aan het eind van mijn verhaal. Eén punt
wil ik nog aan de orde stellen, als "oprjochte Fries" en
"echte Liwwadder" kan ik daar niet omheen. Dat is de taal;
onze Friese taal en ons Leeuwarder dialect. De berichten die
ons daarover hebben bereikt zijn wat onduidelijk.
5