.zijn: u was glashelder in uw omschrijving. Daardoor kon mijn
conclusie even helder en duidelijk zijn:
- Ik voelde mij zeer aangesproken door uw kwaliteitseisen,
de gewenste persoonlijke eigenschappen en de verwachtin
gen ten aanzien van de op te pakken taken en raakte
daardoor zeer gemotiveerd met de procedure door te gaan.
Die kans kwam en ik heb geprobeerd in de gesprekken met
de commissie uit uw raad en daarna ten departemente de
overtuiging op mijn plaats te kunnen zijn in Leeuwarden
te etaleren en toe te lichten.
Eenmaal benoemd, na afweging van meerdere adviezen (waaronder
die uit uw raad) ontstaat de verantwoordelijkheid het gegeven
vertrouwen niet te beschamen maar bovenal het noodzakelijk
vertrouwen tussen de raad en haar voorzitter in een goed
samenspel met elkaar op te bouwen in het belang van de ge
meente Leeuwarden. Die samenwerking begint vandaag en geheel
blanco.
Ik verwacht daar veel van en naar ik hoop u ook.
Dames en heren, mevrouw De Haan-Laagland heeft namens uw raad
jegens de Commissaris der Koningin in de profielschetsverga
dering gezegd dat het belang van een sterke raadsinvloed op
de benoeming van een nieuwe burgemeester het creëren van
zoveel mogelijk draagvlak in de raad voor de nieuwe voorzit
ter is en dat dat zowel in het belang van de raad maar ook
van de nieuwbenoemde voorzitter zelf is.
Ik ben dat volledig met haar eens. Maar ik zet daarnaast dat
het opbouwen van draagvlak na de benoeming in het feitelijk
functioneren met elkaar in de openbare politiek-bestuurlijke
arena (waarin de benoemde bestuurder overigens evenzeer
verantwoording aflegt als de gekozen bestuurders) minstens zo
belangrijk is. Dat zal in ieder geval mijn inzet zijn. Wij
hebben dus nog alle kansen.
Dames en heren, dit brengt mij op de inhoud van waar wij
allen voor staan: het besturen van de stad Leeuwarden. Stad
van mens en werk. Centrum van handel en diensten. Woon- en
werkstad voor velen. Hoofdstad van Friesland. Centrum van
onderwijs en cultuur. Landbouwstad en stedelijk knooppunt.
Stadsgewestelijk centrum. Maar ook: stad van onveiligheid en
criminaliteit. Stad van mensen zonder werk, van kansarmen en
kansrijken. Stad van compactheid en congestie. Maar wèl
steeds: stad. Steeds in beweging. "Steeds" in bebouwing.
Steeds in vernieuwing. Ook: stad met plannen. Met ambities.
Met gewenste verwachtingen die waar gemaakt moeten worden.
Maar: met minder middelen voor groeiende eisen.
Een stad dus met veel werk aan de gemeentewinkel. Werk, dat
eisen stelt aan het stadsbestuur. Denkend aan Leeuwarden en
8
op Friese bodem, namelijk op Ameland (waar het met dat "on
eindig laagland" (van Marsman) dus wel mee viel) heb ik ter
voorbereiding op deze vergadering geprobeerd na te denken
over de eisen en voorwaarden die gesteld mogen en moeten
worden aan de bestuursvoering in onze gemeente.
Ik wil u op een bijeenkomst als deze (zoveel gelegenheden
doen zich immers niet voor) mijn gedachten daarover niet
onthouden.
Het gaat mijns inziens om een viertal kernzaken:
de aandacht voor de relatie met de burgers in de stad;
de samenwerking met de bestaande instellingen en het
bedrijfsleven;
de uitbouw van de positie van de stad in wisselwerking
met de regio;
de noodzakelijke eenheid van beleidscoördinatie en be
drijfsmanagement
Allereerst de voorwaarde dat beleidsontwikkeling en bestuurs
voering doorgrond moet zijn van aandacht voor en communicatie
met de burger.
In de onlangs verschenen VNG-brochure "De kracht van gemeen
ten" opgesteld door een projektgroep waarvan ik met een
veertiental gemeentebestuurders waaronder burgemeester
v.d. Zaag deel uitmaakte, staat dit punt centraal en als
volgt omschreven:
"De gemeente ontleent haar kracht aan het kunnen onderhouden
van een betekenisvolle relatie met de burgers. Voorwaarde
voor het onderhouden van een betekenisvolle relatie met de
burgers is dat de gemeenten voldoende interessant voor hen
zijn. En interessant zijn gemeenten alleen als zij de burgers
iets te bieden hebben, als zij in staat zijn te reageren op
wensen en verwachtingen van burgers."
De VNG gebruikt deze analyse vervolgens om te pleiten voor
versterking van de gemeentelijke bestuurslaag, maar geeft ook
behartenswaardige signalen aan gemeentebestuurders zelf.
Getuige het volgende citaat, dat ik graag in enkele onderde
len overneem, zitten er nogal wat relevante aspecten aan die
relatie met de burger anno 1993:
Het vanzelfsprekende vertrouwen van burgers in de over
heid is verleden tijd. Bestuurders moeten er voortdurend
iets aan doen om dit vertrouwen te winnen.
De gemeente moet een goede communicatie met haar inwo
ners onderhouden. Verbetering van de communicatie bete
kent dat de bestuurder moet luisteren naar de burgers en
hun opvattingen serieus moet nemen. Dit betekent echter
9