Wij dienen daartoe de volgende motie in:
"De gemeenteraad van Leeuwarden;
in vergadering bijeen op 15 en 16 november 1993;
behandelde de Hoofdlijnennotitie 1994-1997 en de daarbij
behorende begrotingen;
constateert dat:
een hogere structurele voeding van het Structuurfonds
voor de marktsector noodzakelijk is;
besluit
- de storting in het Stimuleringsfonds Werkgelegenheid
voor de marktsector met ingang van 1994 structureel
met f 250.000,te verhogen;
dit in 1994 incidenteel te dekken uit de stelposten
Overschrijding Voortgezet Onderwijs, respectievelijk
doorbetaling Overschrijding Voortgezet Onderwijs;
vanaf 1995 deze extra storting te dekken of door ont
trekking uit nieuw beleid en/of door extra bezuini
gingen (wat die extra bezuinigingen betreft daar
hebben wij een aantal ideeën over waar wij of vandaag
of morgen mee komen)
en gaat over tot de orde van de dag."
De motie is mede-ondertekend door mevrouw Tiemersma.
(De Voorzitter: Motie nr. 3 van de CDA-fractie maakt deel uit
van de beraadslagingen.
Daarnaast denken we dat het zinvol is te bekijken of de
samenstelling van de Overlegcommissie Midden- en Kleinbedrijf
niet moet worden veranderd. Nu al worden steeds meer zaken in
deze commissie aan de orde gesteld. Wij denken dat bijvoor
beeld vertegenwoordigers van de bedrijvenverenigingen Hemrik
en Schenkenschans in dit platform moeten zitten om een goede
vertegenwoordiging van het Leeuwarder bedrijfsleven te reali
seren. In deze commissie kunnen dan ook meer beleidsinhoude-
lijker zaken aan de orde komen, zoals: hoe kan de positie van
Leeuwarden als vestigingsplaats worden verbeterd, hoe kan het
bedrijfsleven meer worden betrokken bij de verdere ontwik
keling van Leeuwarden. Het bedrijfsleven kan zich daardoor
meer verantwoordelijk gaan voelen voor de werkgelegenheidssi
tuatie. Tegelijkertijd is het zittende bedrijfsleven natuur
lijk de beste promotie voor Leeuwarden. Het bedrijfsleven kan
ook een grote rol spelen bij de onderhandelingen tussen de
gemeente en geïnteresseerde nieuwe ondernemers.
Niet alleen op lokaal niveau moet meer worden samengewerkt
ten behoeve van de economische ontwikkeling van de regio.
Het CDA stelt voor dat de gemeente Leeuwarden het initiatief
neemt om in zeer nauwe samenwerking met andere belangheb
23
benden (de Friese gemeenten, KvK, NOM, het bedrijfsleven,
provincie, ministerie, onderwijs, RBA) te komen tot het
ontwikkelen van een visie op de ondernemingsstructuur.
Zo'n structuurvisie kan de basis leggen voor uiteenlopende
zaken. Labeling van bedrijventerreinen, de wenselijkheid van
een gezamenlijk grondbedrijf, verminderen van interne concur
rentie, een meer constructieve relatie met het bedrijfsleven
en verbetering van de kwaliteit van het aanbod. Ook voor
Leeuwarden is dit van belang, omdat de ontwikkeling van goede
bedrijventerreinen een belangrijke randvoorwaarde is voor de
economische ontwikkeling. Het zal u dan ook niet verbazen dat
dit voor het CDA hoge prioriteit heeft, gelet op Werpsterhoek
en Westergo.
Wij dienen daarom de volgende motie in:
"De gemeenteraad van Leeuwarden;
in vergadering bijeen op 15 en 16 november 1993;
behandelde de Hoofdlijnennotitie 1994-1997 en de daarbij
behorende begrotingen;
overwegende dat
de economische ontwikkeling voor een ieder die daar
invloed op kan uitoefenen een zeer hoge prioriteit
heeft;
constateert dat:
de economische ontwikkeling van Friesland en van de
gemeente Leeuwarden achterblijven bij de landelijke
ontwikkelingen;
- samenwerking en het verminderen van de interne con
currentie op economisch terrein een randvoorwaarde is
voor daadwerkelijke verbeteringen;
besluit
dat een visie inzake de ondernemingsstructuur op provin
ciaal niveau een belangrijke bijdrage kan leveren aan
een meer structurele en effectieve samenwerking van
belanghebbenden zoals gemeenten, provincie, Kamer van
Koophandel, RBA, NOM, bedrijfsleven, onderwijs, enz.;
vraagt het college:
1. het initiatief te nemen tot de ontwikkeling van een
ondernemingsstructuurvisie op provinciaal niveau;
2. in deze visie in elk geval aandacht te schenken aan:
- verminderen van de interne concurrentie;
- verbeteren van de mobiliteit op de arbeidsmarkt;
- labeling van bedrijventerreinen;
- constructieve relatie met het bedrijfsleven;
- de wenselijkheid van een gezamenlijk grondbedrijf;
en gaat over tot de orde van de dag."
De motie is mede-ondertekend door mevrouw Tiemersma.
24