Het zou mij niet verbazen als de algemene beschouwingen in
dit huis aan het bijna-einde van een raadsperiode de teneur
hebben van een evaluatie, een herwaardering van waarden dus.
Grenzen worden verlegd, er ontstaan nieuwe grenzen. Op mondi
aal niveau zien we dat; we nemen dit proces waar in Europees
verband, we zien het op nationaal niveau - de discussie over
de bestuurlijke herinrichting van Nederland in het kader van
BON-3 - en we zijn druk bezig met het debat op gemeentelijk
niveau, waarbij we ons afvragen hoe het met Leeuwarden en het
Stadsgewest en de provincie verder moet in de 21e eeuw. Ik
kom daar aanstonds op terug.
Oude structuren, grenzen zijn aan het vervagen, nieuwe dienen
zich onvermijdelijk aan. Ook in Leeuwarden krijgen we er mee
te maken. Wij zullen een antwoord moeten geven op nieuwe ont
wikkelingen, die zich in de maatschappij voordoen. Het grote
politieke programma van weleer, "het vervolmaken van de
verzorgingsstaat" heeft plaats moeten maken voor een herori
ëntatie. Van de burgers wordt meer eigen initiatief en ver
antwoordelijkheid verwacht. Er zijn andere concurrentiever
houdingen ontstaan, de grenzen gingen open. Concreet worden
wij geconfronteerd met een grote toestroom van asielzoekers
en ontheemden, die wij vanuit een historisch besef willen,
maar ook kunnen opvangen. Wat dit laatste betreft wil de D66-
fractie het college een compliment maken voor haar werk
inzake de opvang van groepen vreemdelingen binnen de grenzen
van deze gemeente. Een beleid dat ten voorbeeld gesteld kan
worden aan andere gemeenten. Mede in dit kader blijft voort
durende waakzaamheid tegen racisme en andere vormen van
onverdraagzaamheid geboden. Vorig jaar nam deze raad unaniem
een manifest tegen racisme aan. Een bezoek aan basisscholen
door alle raadsleden was het logische vervolg van deze stand
puntbepaling. In de Commissie Algemene Zaken hebben wij met
het CDA gepleit voor een vervolg op deze actie. Wij willen
graag als raadsleden het komende jaar onze actie van 1993
voortzetten in één of andere vorm. Wij stellen voor om vanuit
elke fractie een vertegenwoordiger aan te wijzen voor een
werkgroep, die zich buigt over de aanpak van de vervolgactie
van de gemeenteraad. Je zou daarbij bijvoorbeeld kunnen
denken aan schoolbezoeken in het voortgezet onderwijs. Graag
horen wij de reactie van de andere fracties.
Voorzitter, over de bestuurlijke reorganisatie van onze
gemeente is in het verleden al veel gezegd. Toch wil ik in
dit verband hier een aantal overwegingen de revue laten
passeren. Gedwongen door het gebrek aan middelen - ik laat
voorlopig de schuldvraag maar even buiten beschouwing - is
deze gemeente begonnen met het vergroten van de interne
doelmatigheid. Dat is een lang en zeer vermoeiend proces,
31
waarbij je soms tegen onverwachte grenzen oploopt. Tegelij
kertijd waren we met elkaar bezig met een nieuwe analyse van
de eigen taak en functie. Het woord kerntakendiscussie wil ik
in dit verband eigenlijk niet meer gebruiken. Waar het om
gaat is dat de gemeente zichzelf vernieuwt; waar het om gaat
is strategisch en effectief handelen, dat is voortaan het
parool. De centraal sturende rol van de overheid met een
monopolie van deskundigheid en financiën heeft zijn grens be
reikt
Een strategisch handelende overheid zal zich in de eerste
plaats moeten voorzien van een aantal middelen, instrumenten
om te handelen. Terugvallen op routine en voorspelbaarheid in
het gedrag betekent volgens D66 verlies aan effectiviteit.
Daarbij zijn kleinschaligheid en verkorting van planningster
mijnen onontbeerlijk. Creatieve innovatie kan daarbij een
belangrijk hulpmiddel zijn. Het bedrijfsleven heeft in het
algemeen gezegd deze route al uitgezet. Training in creatief
denken voor ambtenaren, maar ook politici is een vereiste.
In de tweede plaats zal een strategisch handelende overheid
voortdurend aandacht geven aan het verkennen van de omgeving,
of zo u wilt, de samenleving. Vaak hebben grote bestuurlijke
ingrepen hun eigen werkelijkheden in het leven geroepen. De
overheid heeft zich zelf op tal van wijzen in cirkelvormige
probleemstellingen gemanoeuvreerd. Wat nodig is, is een door
breking van de beklemming van de gebruikelijke analyses. We
moeten eraan ontsnappen, telkens opnieuw treden buiten de
geijkte definities van problemen en oplossingen. Als burgers
veranderen, andere eisen gaan stellen, dan veranderen ook de
contexten van de gemeentelijke doelmatigheid. Het is onze
taak daarop adequaat op in te spelen. Zo bezien moeten we
daadwerkelijk grenzen gaan verleggen.
In derde instantie is een belangrijke taak voor de strate
gisch handelende overheid dat wat zij als bestek voor de
toekomst ziet. Onze huidige maatschappij verkeert in een
soort identiteitscrisis. De discussies over de heroriëntatie
van de verzorgingsstaat getuigen ervan. Onzekerheid, gevoed
door rampen op allerlei niveaus, verduistert een toekomstper
spectief. Naar onze opvatting zal het voor de politiek de
komende jaren van groot belang zijn om het tenminste eens te
worden over een gemeenschappelijke probleemdefinitie en over
de verantwoordelijkheden, die burgers - zowel individueel als
in groepen - het maatschappelijk middenveld en de overheid
ten aanzien van deze vraagstukken innemen. Een samenleving
zonder een minimum overeenstemming ten aanzien van deze
gewenste koers is stuurloos geworden. Dan ontbreken samenhang
en de mogelijkheden voor het kiezen in dilemma's en die zijn
32