de raad daarmee akkoord gaan? Het duurde niet lang of deze
besluitvorming moest worden teruggedraaid. Het nieuw beleid
werd ingekrompen en gehalveerd op Cambuur na. Bij de 20
miljoen-herwaarderingsoperatie werd ook in mei 1993 nog
steeds uitgegaan van jaarlijks 2 miljoen gulden te besteden
aan nieuw beleid. Bij de voorstellen die we vandaag en morgen
bespreken resteert slechts f 500.000,per jaar vanaf 1995
en voor dit jaar helemaal niets. Stilstand betekent wel
achteruitgang! Wel is nu een buffertje van f 1,5 miljoen per
jaar vanaf 1995 opgenomen om toekomstige tegenvallers te
kunnen opvangen. Zal dit genoeg blijken?
Het grote tekort van f 9,1 miljoen moet nog worden aangevuld
met f 3,6 miljoen voor flankerend beleid, omdat de herwaarde
ring betekent dat 80 arbeidsplaatsen komen te vervallen. Voor
wachtgeldverplichtingen en begeleiding naar nieuwe functies
moet veel geld worden uitgetrokken, wat bij eerdere bijstu
ring niet nodig was geweest. De raad heeft verzuimd op tijd
de tering naar de nering te zetten.
Onze begroting is al sinds jaren een veel te optimistisch
geraamd produkt. Meevallers worden eigenlijk nooit gevonden
maar tegenvallers zijn er des te meer. Dat heeft alles te
maken met onze begrotingssystematiek. Willen we eindelijk
eens af van herwaardering op herwaardering dan zullen we van
nu af moeten afspreken dat optimistisch begroten verleden
tijd is. Een begroting moet realistisch zijn.
Ik wil daarover de volgende motie indienen:
"De Raad van de gemeente Leeuwarden
in vergadering bijeen op 15/16 november 1993
overwegende
dat de gemeente al jaren heeft te kampen met structu
rele tekorten en negatieve uitkomsten van jaarreke
ningen
dat het financieel beleid en de begrotingen voortdu
rend te optimistisch blijken te zijn;
dat wordt overwogen een nieuw financieel management
beleid te ontwikkelen met budgetfinanciering en pro-
duktbegrot ingen
besluit
het college op te dragen:
1. te stoppen met optimistisch begroten;
2. te beginnen met realistisch begroten;
en gaat over tot de orde van de dag."
(De Voorzitter: Motie nr. 3 van de GPV/RPF/SGP-fractie maakt
deel uit van de beraadslagingen.
Ik wil daarvan een voorbeeld noemen: de onderuitputting, de
jaarlijkse incidentele meevaller, die bestaat uit het ge
59
schatte bedrag dat overblijft als niet alle formatieplaatsen
gedurende het gehele jaar zijn bezet en het bedrag dat het
verschil vormt tussen kapitaals- en rentelasten van investe
ringen gedurende het begrotingsjaar. Die onderuitputting
wordt gebruikt als dekkingsmiddel voor nieuwe uitgaven. Het
bedrag staat eigenlijk tweemaal in de begroting, waarbij
wordt aangenomen dat het maar eenmaal wordt uitgegeven. Het
blijkt niet waar te zijn. In 1993 bedroeg deze pot f 2,2
miljoen. Nu prijkt op de lijst van mee- en tegenvallers een
aantal posten tot een bedrag van structureel f 1,2 miljoen
omdat de onderuitputting niet wordt gehaald. Voor 1994 staat
nu nog 1,5 miljoen geboekt als onderuitputting. Het is veel
beter om te stoppen met deze vorm van optimistisch begroten
en met ingang van 1995 eveneens een eind te maken aan het
aanwenden van de onderuitputting als structureel dekkingsmid
del. Daarmee ontstaat ten minste enige ruimte in de begroting
om tegenvallers te kunnen opvangen. Dat leidt tot realistisch
begroten.
Ik heb daarover een motie die luidt als volgt:
"De raad van de gemeente Leeuwarden
in vergadering bijeen op 15/16 november 1993
overwegende
dat het gewenst is in de gemeentebegroting ruimte te
scheppen voor de dekking van onvoorziene tegenval
lers;
in aanmerking nemende:
- dat als gevolg van een aantal interne en externe
factoren de tegenvallers gedurende het begrotings
jaar in de afgelopen jaren altijd veel hoger zijn
geweest dan de daarvoor in de gemeentebegroting
gereserveerde middelen;
- dat er zich nauwelijks meevallers gedurende het
begrotingsjaar voordoen;
- dat de post onderuitputting in de begroting kan
leiden tot tegenvallers omdat deze veelal niet
gehaald wordt;
besluit
het college te verzoeken:
1. bij het opstellen van de gemeentebegroting 1995 en
volgende jaren geen posten onderuitputting
kapitaallasten en personeellasten) op te nemen
als dekkingsmiddel;
2. het begrotingstekort in 1995 van rond f 1,5 mil
joen te dekken uit door het college aan de raad
voor te leggen bezuinigingsvoorstellen, die bij de
diensten moeten leiden tot een minder expansief
beleid;
en gaat over tot de orde van de dag."
60