discussie, om stelling te nemen tegen de inderdaad wel af en
toe op Tweede Kamer niveau gehoorde geluiden dat je maar
beter bij provincies nieuwe stijl ook de politieke leiding
aan de daar functionerende bestuurders zou moeten geven, om
daar nu stelling tegen te nemen.
Daar wij zoeven spraken over provincie nieuwe stijl Fries
land, denk ik dat het goed is, het college wil zich daar
graag achter scharen, dat wij bij dit onderwerp nu reeds
zeggen dat niet te zien als een invulling van het begrip
provincie nieuwe stijl, maar gewoon de regiopolitie als
intergemeentelijk beheersorgaan door gemeentebestuurders
willen laten besturen. Een bestuurlijke politie dient ook een
bestuurlijke benadering vanuit de lokale basiszorg te hebben.
De Commissie Openbare Orde, ik denk dat ik daarmee de heer De
Jong niet tekort doe maar wel kort kan afdoen, heeft onlangs
gesproken over de relatie schoolverzuimbeleid en de aandacht
van politie. Ook in zijn ogen moet dat een beperkte rol zijn.
Wij zouden eens kunnen kijken, ook gehoord de uitlatingen van
de districtchef Midden Friesland, hoe dat elders werkt en wat
dat voor Leeuwarden zou kunnen betekenen.
(De heer De Jong: Zou u nog op motie nr 2 van onze fractie
willen ingaan?)
Ik zal u helder zeggen waarom ik tot de conclusie ben gekomen
dat ik u zou willen voorhouden dit geen goede zaak te vinden.
Vanuit de gedachtengang dat bij een regiopolitie Friesland de
essentie van die nieuwe organisatie is dat het beheer op dat
niveau wordt geregeld en georganiseerd, dat vervolgens afge
leid beheer plaats vindt in districten, zeg ik u toe dat u
van al die overlegsituaties in de commissie informatie kunt
krijgen en dus ook een beïnvloeding kunt plegen als gemeente
lijke bestuurder. Als portefeuillehouder politie van een van
de 31 Friese gemeenten adviseer ik u dat u in dat kader in
feite de beleidsimpulsen zou moeten geven om geluiden van de
dienstcommissie te vertalen naar beleid van de lokale poli
tieke eenheid gemeente Leeuwarden. Ik zou u willen voorhouden
dat het wat dat betreft slecht zou zijn om te suggereren dat
een dienstcommissie er - nu draai ik het even om - recht
streeks baat bij zou hebben om zaken te doen met een raadsad-
viescommissie die het politieke geluid van zo'n bestuursor
gaan vertegenwoordigt. Dat is sowieso al anders en moeilijk
bij politie, gezien de gezagsverhoudingen en de rol van de
benoemde bestuurder, maar het zou juist nu de reorganisatie
ingaat per 1 januari a.s. denk ik een verkeerde verwachting
wekken, ook bij zo'n geleding, om te suggereren, alsof je in
dit soort geledingen tot beleidsconclusies zou kunnen komen.
Mijn stelling en mijn houding zal zijn dat daar waar het
beheer is georganiseerd - met medezeggenschap - via de
69
nieuwe organisatie, juist de beleidsbepaling, de inhoudelijke
bespreking van wat wil je nu als gemeente Leeuwarden met de
politie, nog veel meer de kern wordt van de Commissie Openba
re Orde dan die misschien in het verleden - maar dat weet ik
niet daar moet ik mij bescheiden in opstellen - is geweest.
Juist de regionalisering zou kansen bieden om beleidsinhoude
lijke beïnvloeding te vergroten en afstand te nemen tot
beheers- en organisatievraagstukken.
Dus ik ontraad u deze motie.
Dat wat betreft de onderwerpen algemene bestuurspositie ge
meenteraad, bestuurlijke vernieuwing en politiebeleid.
Ik wil graag het woord geven aan de wethouder Middelen.
De heer Heere: Ik wil eerst een algemene opmerking maken en
vervolgens de fractievoorzitter op de voet volgen en op hun
vragen en opmerkingen reageren.
Alle fracties hebben in wezen op twee hoofdelementen die in
mijn portefeuilles voorkomen opmerkingen gemaakt.
Dat is in de eerste plaats beschouwingen over de zorgelijke
financiële situatie en de noodzakelijke maatregelen daarin
verbetering aan te brengen.
In de tweede plaats de achterblijvende economische ontwikke
ling.
Ik wijs erop dat voor een belangrijk deel er een onderling
verband tussen die beide aspecten bestaat, in die zin dat de
zorgelijke economische ontwikkeling met name ook aanleiding
is tot de verslechtering van de financiële situatie. Dat is
voor een deel buiten onze invloedssfeer. Dat wat bijvoorbeeld
het rijk doet op grond van mindere inkomsten aldaar in de
richting van lagere overheden, al of niet via Gemeentefonds,
is daar natuurlijk ook een rechtstreeks gevolg van.
Ook het college onderkent dat aan de twee aspecten die ik zo
even noemde een buitengewoon hoge prioriteit moet worden
gegeven. Op dat punt zijn wij het dus volledig eens.
Voor wat betreft de kwestie van de financiën memoreer ik nog
even, maar doe dat heel kort, dat er voorstellen zijn, en ook
al in werking zijn gezet, voor versnelling, verbetering en
zekering van het financiële beheer, het in beeld brengen van
de reserveposities en het beter in beeld brengen van de
risicos
Voor wat betreft de economische ontwikkeling, ik kom daar
straks wel wat gedetailleerder op terug, wijs ik op Westergo-
zone, de plannen met de bedrijfsterreinen, de notitie Tegen
gas, de acquisitieplannen enz. Ik wijs daarbij met name ook
op de versterking van de samenwerking met anderen als belang
rijk punt in dit verband. Voor het gedeelte waaraan de ge-
70