baarheid en leefklimaat in wijken en bestuurlijke vernieuwing prioriteit zullen moeten houden. Ik ben het daar van harte mee eens, want nogmaals ik denk dat wij er met drie jaar nog lang niet zijn. De PvdA-fractie heeft een motie ingediend waarin zij in feite zegt dat hoewel het accent van de uitvoering van sociale vernieuwing met name op het lokale vlak ligt, wij er bij het rijk op aan moeten blijven dringen dat ook zij een verant woordelijkheid heeft. Ik denk dat het terecht is dat de PvdA- fractie die motie ingediend heeft. Ik zou die motie graag willen overnemen, tenzij mevrouw De Haan zegt dat zij hem graag in stemming wil brengen om op die manier ook te kijken of deze motie breed gesteund wordt en dat vervolgens ook aan Den Haag kenbaar te maken. Maar de strekking van de motie dat wij moeten voorkomen dat het rijk zich terugtrekt en sociale vernieuwing uitsluitend overlaat aan gemeenten, is wat mij betreft terecht. Het risico dat het rijk dat gedrag vertoont, is hier meermalen aan de orde gesteld. Ik denk dat het goed is om ze daarop aan te spreken. De PAL/GL-fractie heeft behalve een aantal algemene opmerkin gen over sociale vernieuwing ook een motie ingediend, over stadsdeelcoördinatoren. De burgemeester is daar al even op ingegaan. Ik denk dat wethouder Bilker, die met name verant woordelijk is voor het contact met de wijken, hier nog wat uitvoeriger op in zal gaan. De WD-fractie spreekt als angst uit dat decentralisatie in het kader van de brede doeluitkering wel eens gepaard zou kunnen gaan met minder middelen. Wij hebben eind oktober van het rijk te horen gekregen wat het budget is waar wij in 1994 over kunnen beschikken in het kader van de brede doeluitke ring. Onze conclusie is dat wij ongeveer quitte spelen. Er zijn een aantal gemeenten die al in de media gemeld hebben dat zij er fors op achteruit gaan. Bij ons is dat niet het geval. Als je kijkt wat wij in 1993 kregen, als de som van een aantal regelingen in het kader van het fonds, en wat wij nu in 1994 zullen krijgen, dan is de conclusie dat dat onge veer hetzelfde bedrag is. Het ia ....c anders opgebouwd, maar ik denk dat wij wat dat betreft niet ongelukkig moeten zijn met de uitkomsten daarvan. Ik wil daar één punt apart bij vermelden. Dat is het koppen- geld JWGDat is in 1994 vastgelegd op een bedrag waar wij op kunnen rekenen, terwijl het in 1993 zo was dat wij konden declareren op basis van een maximum aantal te plaatsen JWG- ers. Een beetje afhankelijk van hoeveel JWG-ers wij in 1994 kunnen plaatsen, zou daar een financieel probleem kunnen ontstaan. Zodra wij daar wat meer inzicht in hebben zullen 84 wij dat in de Commissie Economische en Sociale Zaken melden. De Wet sociale vernieuwing zoals die nu door het parlement is aanvaard, geeft niet alleen een verdeelsleutel op basis waarvan de budgetten per gemeente zijn vastgesteld, maar die wet laat ook zien dat in ieder geval op dit punt het rijk van plan is om allerlei overbodige regelgeving af te schaffen. Het budget dat wij krijgen is in die zin geoormerkt dat het een doeluitkering is en dat wij het geld moeten besteden aan alle beleidsterreinen die binnen het fonds genoemd zijn: ver slavingszorg, maatschappelijke opvang, banenpool, enz. Maar het is niet zo dat er binnen het fonds ook nog allerlei oormerkingen en beperkingen aangegeven zijn. De gemeente heeft wel een zorgplicht op een aantal terreinen, maar de speelruimte die wij in het verleden niet hadden wordt binnen de werking van het fonds, zoals nu op basis van de wet is vastgesteld, veel groter. Dat betekent dat wij zeker voor het jaar 1995 zelf veel nadrukkelijker keuzes kunnen en ook moeten maken. Voor 1994 lijkt mij dat niet reëel, omdat wij pas eind oktober de gegevens binnen hebben gekregen. Maar voor 1995 zullen wij tijdig die discussie hier moeten gaan voeren. Voorzitter, dat waren mijn opmerkingen over sociale vernieu wing. Dan zijn er ook wat opmerkingen gemaakt over het onderwijs. De PvdA-fractie heeft haar tevredenheid uitgesproken over het feit dat de basis is gelegd voor een aantal noodzakelijke structuurwijzigingen. Het zal u duidelijk zijn dat ik blij ben met die uitgesproken tevredenheid. Overigens, ik wil dat nog een keer uitdrukkelijk zeggen, structuur is geen doel op zich maar een middel om tot beter onderwijs en tot hoger onderwijsrendement te kunnen komen. Wat dat betreft denk ik dat wij de komende jaren nog heel wat werk te verzetten hebben. Maar ik ben het met de PvdA-fractie eens, er is een flinke basis gelegd. Vervolgens heeft mevrouw De Haan er voor gepleit om initi atieven te nemen op het terrein van hoogwaardige milieu opleidingen. Zij heeft in dat verband het begrip milieu universiteit geïntroduceerd. Als het Van Hall-instituut in Leeuwarden geplaatst is, hebben wij inderdaad op dat terrein, samen met de oude AHoF (want die naam bestaat niet meer) en ook samen met het AOC, een heel breed pakket van opleidingen hier in de stad op het terrein van landbouw en ook milieu. Ik wil graag toezeggen dat ik de suggestie om te kijken wat je daar aan hoogwaardige opleidingen nog verder kunt ontwik kelen, graag meeneem. Wij zullen in overleg met de Rijks Agrarische Hogeschool ook kijken wat daar in de toekomst nog aan mogelijkheden liggen. 85

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1993 | | pagina 44