meeste gevallen doen door activiteiten op andere beleidsvel
den op te starten. Dat doen wij ook. Als u het Milieu-uitvoe
ringsprogramma ziet dat verderop op de agenda staat, dan ziet
u dat ook en wij hebben dat in het verleden ook gedaan.
Collega Timmermans is al op het beperken van de groei van de
automobiliteit ingegaan en hoe daar binnen de vervoerregio en
binnen de verkeer- en vervoersector aan gewerkt wordt.
Collega Bilker heeft het over het wondermiddel voor de on-
kruidbestrijding gehad, waar ook vanuit het milieu-oogpunt
aan gewerkt wordt.
Wij hebben het gehad over de bedrijfsinterne milieuzorg. In
de vergadering van de Commissie Stadsbeheer en Milieu van
woensdag a.s. staat daar ook een verhaal over op de agenda.
Ik denk dat wij kunnen constateren dat wij het eens zijn met
de opmerkingen van de PAL/GL-fractie dat het hier met name
gaat om een integratie in beleidssectoren.
Ik ben het niet eens met de conclusie van de PAL/GL-fractie
dat dat niet van de grond komt. Ik denk dat er voorbeelden
genoeg van zijn. Ik deel wel de mening dat wij er nog lang
niet zijn.
De PAL/GL-fractie stelt voor om een stadsecoloog aan te
trekken. Ik zou daar geen voorstander van zijn. Ik denk dat
waar het juist gaat om het integreren van milieu in andere
beleidssectoren, je geen alibi voor juist die sectoren moet
creëren die onvoldoende meedoen aan de uitvoering van het
milieubeleid. Je moet de verantwoordelijke op zijn verant
woordelijkheid aanspreken.
Ik denk dat wij moeten constateren dat de integrale uitvoe
ring van de Milieunota alleen mogelijk is als wij jaarlijks
naast rijksgeld, heffingen en leges ook fors extra geld
vanuit de algemene middelen voor milieumaatregelen reserve
ren. Gezien de financiële positie van de gemeente is het de
afgelopen jaren niet mogelijk gebleken deze extra uitzetting
in zijn volle omvang te realiseren.
De PvdA-fractie heeft aangegeven (nu citeer ik mevrouw De
Haan) dat wij als de stofwolken van het bezuinigingspakket
zijn opgetrokken, op zoek moeten r middelen om de milieu
doelstellingen te realiseren. Ik denk dat dat precies het
standpunt is dat het college ook inneemt.
De heer Greving heeft namens zijn fractie een concreet voor
stel ingediend, namelijk om ook voor 1994 f 4,5 ton extra,
naast het bedrag dat morgen vanuit het MUP zal blijken wat
wij voor milieu hebben gereserveerd, te reserveren. Het
college heeft die ruimte niet gevonden in de begroting die
hier is voorgelegd. Ik denk dat het verstandig is om die
motie morgen te behandelen, want dan gaat het om een afweging
100
tussen alle wensen en het schrappen van bezuinigingen die er
leven en dan kan die f 4,5 ton meegenomen worden. Vanuit het
voorstel dat u van de kant van het college heeft bereikt
lijkt het mij logisch dat ik hier constateer dat wij daar
niet in meegaan.
Het tweede punt waar ik op in wil gaan is het Milieu Tech
nisch Centrum. Het blijkt ook al uit de stukken dat dit zowel
voor de werkgelegenheid als het milieu belangrijk is. Dat
laatste lijkt juist in tegenspraak te zijn, er zijn nogal wat
negatieve geluiden vanuit het milieu-oogpunt over. Ik ben
heel blij met de opmerkingen die de heer Greving daarover
gemaakt heeft. Ik vind dat een prima samenvatting van hoe
belangrijk dat Milieu Technisch Centrum juist voor het mi
lieubeleid kan zijn. Ik denk dat wij wel de randvoorwaarden
goed in de gaten moeten houden, die al formuleren dat er geen
overlast moet ontstaan. Maar als je een speciaal bedrijven
terrein inricht voor milieuproduktie, heb je juist het draag
vlak om dat bedrijf in te richten naar de recentste inzichten
die er zijn omtrent verantwoord voldoen aan milieu-eisen.
Op de tweede plaats ben ik het helemaal met de heer Greving
eens dat wij er voor moeten waken dat de eventuele tijdelijke
opslag van reststoffen geen definitief karakter krijgt. Ik
denk wij daar waarborgen vooraf voor moeten inbouwen.
Voorzitter, het tweede beleidsterrein waar ik op in wil gaan
is dat van de additionele werkgelegenheid. In sommige algeme
ne beschouwingen is er een soort tegen over elkaar plaatsen
gecreëerd van enerzijds de bedrijvenkant van het werkgelegen
heidsbeleid en anderzijds het werkgelegenheidsbeleid vanuit
de mensen geredeneerd die zonder werk zitten. Ik denk dat het
niet zo zinvol is om die tegenstelling naar voren te brengen.
Wij zijn het er wel met elkaar over eens dat het mooi zou
zijn als alle mensen in deze stad werk zouden kunnen vinden
via de reguliere weg. Maar ik denk dat wij tegelijkertijd
moeten constateren dat al jaren is gebleken dat dit gewoon
niet lukt. Dat betekent dat er een steeds grotere groep van
langdurige werklozen ontstaat waar wij ook een verantwoorde
lijkheid voor hebben. Niet alleen vinden wij dat vanuit ons
zelf, maar ik denk dat wij ons ook moeten realiseren dat wij
hier voor een deel bezig zijn om wettelijke regelingen uit te
voeren, die wij in medebewind uitvoeren en waar wij niet eens
de keuze hebben of wij het wel of niet doen.
Er zijn ook opmerkingen gemaakt over de effectiviteit van
beide manieren van aanpak. Er wordt voor mijn gevoel nog wel
eens vergeten dat de Stichting Werkwijzer op dit moment zo'n
600 mensen in dienst heeft en daarmee een van de grootste
werkgevers van deze gemeente is geworden. Waren die regelin
gen er niet geweest dan hadden wij nu 600 mensen zonder werk
101