van de beraadslagingen.
De vraag van mevrouw De Haan met betrekking tot de concrete
doelen. Wij denken dat er in de Commissie Economische en
Sociale Zaken eens met elkaar gediscussieerd moet worden over
welke streefcijfers je nu wilt hanteren voor de komende
jaren. Zij heeft daar een aanzet voor gegeven. Ik denk dat
wij ook wel wat in ons achterhoofd hebben, maar het is niet
goed om op dit moment daar uitspraken over te doen. Wel vind
ik dat in de commissie harde cijfers genoemd moeten worden,
vervolgens moeten wij daar naar streven. Op het moment dat je
dat niet haalt, moeten wij kijken waar dat aan schort en
elkaar daar vervolgens op afrekenen. Ik denk dat wij die kant
op moeten. Wat mij betreft, concrete doelen stellen, cijfers
erbij invullen en dan met elkaar de schouders er onder zetten
om zo mogelijk iets te bereiken en te kijken waar het mis is
gegaan wanneer wij het niet halen. Als het lukt is het mooi.
De afspraak in het seniorenconvent.
Ik denk dat wij geen afspraak gemaakt hebben om het finan
ciële beleid als zodanig uit de algemene beschouwingen te
laten. Volgens mij hebben wij afgesproken dat wij de financi
ële problemen met betrekking tot bezuinigingen en alles wat
daarmee te maken heeft, niet meenemen in de algemene beschou
wingen en dat verplaatsen naar de tweede dag. In dat kader
past, denk ik, ons verhaal rondom de financiële problematiek.
Wij vinden dat die nog niet goed is en dat wij daar met z'n
allen hard aan moeten werken. Maar ik kan het mis hebben.
De moties.
Motie nr. 1 van de PvdA-fractie, sociale vernieuwing, extra
geld, prioriteit, zijn wij het mee eens, steunen wij.
Motie nr. 2, financiële bijdrage voor verstedelijkingsbeleid,
steunen wij.
Motie nr. 3, beleidsevaluatie. Gelet op de bijdrage van onze
fractie in de algemene beschouwingen waarbij wij ook gezegd
hebben dat beleidsevaluatie mogelijk moet zijn en dat wij
doelen moeten stellen, enz., dan is het natuurlijk logisch
dat wij deze motie ook steunen w'j willen natuurlijk wel de
uitwerking in de Commissie Algemene Zaken of welke commissie
dan ook graag met elkaar nog eens bespreken en kijken of het
inderdaad precies zo moet als in de motie staat omschreven.
Maar wij zijn het eens met het uitgangspunt. (De heer Heina:
Mag ik vragen of de heer Krol ook van mening is dat wij de
notitie, die nu als bijlage bijgevoegd is, in de Commissie
Algemene Zaken moeten bespreken? Want die is nu helemaal niet
besproken.) Ik denk dat het logisch is dat alle informatie
die daaromtrent aanwezig is, dat is ook de nota van de PvdA-
fractie en dat zijn ook de opmerkingen van de heer Heins
116
wellicht bij de beleidsevaluatie en onze opmerkingen bij de
algemene beschouwingen, moet worden meegenomen bij die be
spreking.
De motie met betrekking tot de raadsvoorstellen. Mevrouw De
Haan heeft daar nog een toevoeging bij gedaan. Ik denk dat
dit alleen maar logisch is, ook daar staan wij achter. Wij
zijn blij dat het college dit heeft overgenomen.
De volgende motie hebben wij wat aan gesleuteld in verband
met de opmerking van wethouder Heere met betrekking tot de
volgorde. Ik lees het besluit voor dat gewijzigd is, de rest
blijft gelijk.
"besluit
op korte termijn te onderzoeken hoe een gezamenlijke
financiële en bestuurlijke verantwoordelijkheid vorm kan
krijgen, waarna alsdan het bedrijfsleven in Leeuwarden
nadrukkelijk betrokken kan worden bij de besteding van
de gelden uit het Stimuleringsfonds Werkgelegenheid
Marktsector
en gaat over tot de orde van de dag."
Ik neem aan dat wij nu tegemoet gekomen zijn aan de problemen
die de wethouder had met onze motie. Dat betekent dus eigen
lijk dat wij de zaak een beetje hebben omgedraaid conform
zijn verzoek.
De motie met betrekking tot de extra storting in het fonds
van f 250.000, De wethouder is akkoord gegaan met de
intentie van de motie, maar heeft zich onthouden van zijn
mening met betrekking tot de dekking. Daar spreken wij morgen
over.
De motie betreffende de ondernemersstructuurvisie, ook daar
heeft het college wat kleine probleempjes mee. Het ging met
name om het provinciale niveau. Als dat zo is, schrappen wij
die passage. Dit betekent dat het besluit nu als volgt luidt:
"besluit:
dat een visie inzake de ondernemingsstructuur een be
langrijke bijdrage kan leveren aan een meer structurele
en effectieve samenwerking van belanghebbenden zoals
gemeenten, Kamer van Koophandel, RBA, NOM, bedrijfsle
ven, onderwijs, enz.;
vraagt het college:
1. het initiatief te nemen tot de ontwikkeling van
een ondernemingsstructuurvisie."
117