De moties over onderuitputting en de loonsom ambtenaren komen
morgen.
Daarmee ben ik aan het einde van mijn tweede termijn.
De heer De Jong: Voorzitter, ik ga eerst in op de antwoorden
die het college heeft gegeven en daarna heb ik nog behoefte
om iets van de algemene beschouwingen van de andere fracties
te zeggen. Tot slot loop ik de moties door.
Voorzitter, u bent zelf begonnen met het verhaal omtrent onze
motie met betrekking tot het overleg dat wij zouden willen
tussen de Commissie Openbare Orde en de dienstcommissie van
de politie. Waar het ons om gaat in de motie, dat was uit
drukkelijk de bedoeling, is dat wij vanuit de organisatie
zelf informatie willen krijgen over de dagelijkse praktijk
van de politie. Natuurlijk gebeurt dat al op beleidsmatig
niveau, maar dan krijg je allerlei getrapte beleidsrapporta-
ges van een erg hoog abstractieniveau. Waar het ons om gaat,
is om het initiatief te nemen zelfstandig met die dienst
commissie te praten. Wij hebben begrepen dat dit wellicht
niet de juiste organisatie is en hebben na beraad besloten de
motie terug te trekken. Wij zullen hier in de Commissie Open
bare Orde nog eens op terug komen om te kijken of er andere
mogelijkheid denkbaar is.
Een tweede opmerking.
Ik heb in eerste termijn de bestuurlijke reorganisatie van de
provincie naar voren gehaald. U hebt geantwoord dat er f 1
ton door het rijk is toegezegd en dat de andere f 2 ton
respectievelijk van de VFG en de provincie zou moeten komen.
Op zich vinden wij dat een verheugende ontwikkeling. Wij
vatten dat op als een signaal dat men nu op meerdere niveaus
serieus wil meewerken aan die bestuurlijke reorganisatie.
De portefeuille van wethouder Heere.
Het gaat ons om de zuivelfabriek in Wergea. Wij hebben des
tijds bij onze actie twee doelen onder ogen willen brengen,
de milieudoelstelling en de werkgelegenheidsdoelstellingen.
Uit het antwoord van de wethouder blijkt dat het college heel
serieus bezig is met het oppakken van met name het werkgele
genheidsaspect. De wethouder heeft op zich niets gezegd over
het milieu-aspect, de glaslijn. Dat vinden wij teleurstel
lend. Het lijkt er op dat het college daarmee het concurren
tiebeding van de Friesland Frico Domo accepteert. Dat vinden
wij jammer.
Ik ben erg blij met de beantwoording van wethouder Vlietstra
120
over de reactie op het onderwijs in eigen taal en cultuur,
zoals door de WD-fractie naar voren is gebracht.
Mijn opmerking over hoe het zit met de bezuiniging, de taak
stelling op de ambtelijke formatie met de leerplicht en de
rol die de leerplichtambtenaar in de toekomst zal gaan spelen
in de aanpak van verzuim, wij zullen dat inderdaad moeten af
wachten en kijken hoe de vlag er dan bij hangt, maar dat die
leerplichtambtenaar een belangrijke taak krijgt toebedeeld,
is onderhand wel duidelijk geworden.
Ik heb overigens van de andere fracties begrepen dat de
opmerkingen die door de heer Krol en mij in eerste termijn
zijn gemaakt omtrent de vervolgactie in het kader van het
manifest dat wij dit jaar hebben aangenomen, in feite op
brede steun moge rekenen in deze raad. Dat is een verheugende
ontwikkeling.
Wethouder Bilker heeft gezegd dat in Steenwijk alle nadruk is
gelegd op het sociaal-cultureel werk. Dat kan zijn, natuur
lijk wij hebben daar prioriteiten gesteld, maar waar wij niet
over gesproken hebben, is over de hoogte van de bezuinigings
bedragen. De wethouder zegt: de heer De Jong wil niet akkoord
gaan met eenzijdige geschiedschrijving. Ik ben dat volstrekt
met hem eens. Maar waar het mij om gaat is dat het college
gekomen is met deze voorstellen. Dat heb ik bedoeld met mijn
opmerkingen over grensoverschrijdend. Het college heeft de
voorstellen gedaan.
Wethouder Timmermans heeft nog gewezen naar onze vorig jaar
ingediende motie. Ik heb hem ingediend, ik heb niets gezegd
over terugtrekken of wat dan ook, dat is volstrekt helder,
laten wij daar geen misverstand over laten bestaan. Hij heeft
gesproken over een bedrijfschap waarin centrumgemeenten hun
terreinen met bovenlokale functie zouden kunnen inbrengen.
Hij heeft gezegd: daar staan wij gereserveerd positief tegen
over. Dat is logisch, want het grondbedrijf heeft de reserves
nodig, zou ik willen zeggen.
Tot slot heeft wethouder Janssen een aantal behartigingswaar-
dige opmer*"' ~7en gemaakt over de Ra"enpool en gerefereerd aan
de kamerbehandeling. Ik heb ook heel nadrukkelijk de JWG naar
voren gebracht; wethouder Heere heeft daar ook al op geant
woord. Het moet mogelijk zijn om vanuit de JWG de doorstro
ming veel meer te bevorderen, want daar is de JWG voor inge
steld en de Banenpool niet. Wij vinden het nog steeds heel
jammer dat in onze RBA-regio dit niet lukt. De gemeentelijke
vertegenwoordiging in onze RBA-regio doet er alles aan,
hebben wij begrepen. Wij willen hem nadrukkelijk een hart
onder de riem steken.
121