Dan kom ik op een aantal opmerkingen die gemaakt zijn door andere fracties. De CDA-fractie heeft nogal de nadruk gelegd op het onderzoek naar het aantal wijkaccommodaties en nadrukkelijk naar voren gebracht dat dat wat de CDA-fractie betreft met minder toe kan. Zo'n stellig antwoord moet men op dit ogenblik van mij niet verwachten. Ik heb ook begrepen van de heer Krol dat hij dacht dat het onderzoek naar het aantal wijkaccommodaties al in december klaar zou zijn. Ik heb van wethouder Bilker daar niets over gehoord. Ik heb vanuit de dienst begrepen dat het einde van de evaluatie pas zomer 1994 klaar zou zijn. Ik wil daar graag in tweede instantie nog een reactie op hebben. Wat betreft de organisatie- en activiteitensubsidies vindt mijn fractie het toch heel belangrijk dat het organiserend vermogen van een aantal instellingen in deze gemeente gehono reerd wordt. Wij komen daar morgen op terug bij de buurten en wijken. Mevrouw De Haan heeft gezegd dat wij een constructieve bij drage hebben geleverd, dat stel ik op prijs. Vervolgens concludeert zij dat het zo teleurstellend is dat wij zo weinig aan bestuurlijke vernieuwing doen. Mijn hele verhaal van de gemeente in eerste termijn ging over de nieuwe rol van de overheid. Als dat geen bestuurlijke vernieuwing is, begrijp ik het niet meer. Twee collegeperiodes hiervoor stond al in het Collegeprogramma te lezen dat er een referen dumverordening moest worden vastgesteld door deze raad. Dat heeft ondertussen tien jaar geduurd, wij hebben daar niet op gewacht en in 1989 een eigen voorstel gemaakt. Soms duurt het wat lang totdat het doordringt. (Mevrouw De Baan: Het gaat in dit geval om concrete voorstellendat referendum is een oud punt.) Wij hebben die concrete voorstellen gedaan, mevrouw De Haan, dat de PvdA-fractie het daar niet altijd mee eens kan zijn, gezien steunfractieleden enz., dat is niet onze zaak. De PvdA-fractie heeft - ik ben het daar van harte mee eens - in de algemene beschouwingen gesproken over een hoogwaardig produktiemilieu en daar de relatie gelegd met hoogwaardige onderwijsvoorzieningen. Mijn fractie was daarvan erg onder de indruk, wij zijn het daar volstrekt mee eens. Het HBO heeft een landsdeelverzorgende functie. Mevrouw De Haan heeft ge sproken over de milieu-universiteit enz. In dat verband moet mij toch nog eens van het hart dat wij het nog steeds betreu ren dat een zelfstandig Stedelijk Gymnasium hier moest ver dwijnen. Tot slot - en dat is dan wat een politieke conclusie - krij gen wij een beetje het gevoel alsof de PvdA-fractie vanmiddag en vanavond wat afstand neemt van het college, in de geest van: wij hebben al verschillende keren gezegd dat de financi- 122 ele administratie beter moet. Als zij wist dat wij daarmee risico's namen, had zij dat kunnen tegenhouden. Laat ik in alle oprechtheid zeggen, deze raad heeft willens en wetens een aantal besluiten genomen in alle vrijheid. Wat wij con stateren is dat zij meestal akkoord gingen met die voorstel len. Om nu afstand te nemen lijkt ons niet helemaal juist. De moties. Motie nr. 1 van de PvdA-fractie over sociale vernieuwing, daarme gaan wij akkoord. Motie nr. 2 van de PvdA-fractie gaan wij ook mee akkoord. Motie nr. 3 over beleidsevaluatie. Ik heb toch behoefte om daar wat uitvoeriger op in te gaan. Op zich gaan wij volledig akkoord met de intentie van de motie over beleidsevaluatie, maar voor een goede beleidsevaluatie is het noodzakelijk dat vooraf duidelijke doelen gesteld worden, die niet voor ver schillende uitleg vatbaar zijn. Als dat niet gebeurt, zal evaluatie verzanden in een politieke discussie over wat het doel is geweest, in plaats van over de vraag of het doel is gerealiseerd. In de Commissie Middelen hebben wij laten weten positief te staan tegenover de PvdA-gedachte om als raad structureel een evaluatiecommissie in te stellen. Wij pleiten zelf al jaren voor een soort lokale rekenkamerMet een nu door de PvdA-fractie ingediende motie en de daaronderliggende nota lijkt het er op dat onze fracties wat verder uit elkaar komen te staan. Wij vinden het teleurstellend dat de nota geen aandacht besteedt aan het hiervoor gesignaleerde gebrek aan heldere eenduidige doelen. Het zal zeker nog enkele jaren duren voordat wij echt in staat zijn meetbare beleidsprojec- ten te omschrijven. Een experiment heeft dan in onze ogen op dit ogenblik niet zoveel zin. Wij zien bij de commissie die nu wordt voorgesteld dezelfde problemen als bij de eerder afgewezen onderzoekscommissie van de PAL/GL-fractieIn die zin - zoals de letterlijke tekst hier nu staat - kunnen wij niet akkoord gaan met de motie. De heer Krol heeft hier ook al op gewezen. Voor ons is de toevoeging in het besluit dat bij de verdere uitwerking de notitie "Een goede raad voor beleidsevaluatie" tot uitgangspunt wordt genomen niet aan vaardbaar. Wij willen in overweging geven om daarvoor een andere formulering te kiezen. (Mevrouw De Baan: De heer De Jong zegt, wij kunnen met de notitie niet uit de voeten en wij willen het wel in de Commissie Algemene Zaken aan de orde hebben?) Wij willen graag beleidsevaluatie, alleen om op dit ogenblik te kiezen voor een notitie die wij net onder ogen hebben gekregen, gaat ons te ver. (Mevrouw De Baan: Dat vind ik een beetje overdreven, want wij hebben er de vorige keer ongelooflijk lang over gepraat. Nu ligt er een in mijn ogen een zeer gedetailleerd uitgewerkt verhaal en om dan nu nog te zeggen van het overvalt mij en het is te snel, dat vind ik 123

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1993 | | pagina 63