eens te onderzoeken. Maar ik denk dan, beperk je dan tot die dingen die daar staan: verminderen van de interne concurren tie, verbeteren van de mobiliteit op de arbeidsmarkt, de wenselijkheid van een gezamenlijk grondbedrijf, al hoor ik net dat daar al een notitie van is. Beperk je wellicht tot twee punten. Misschien is dat dan ook het enige dat als meerwaarde uit zo'n visie komt. Motie nr. 5 van de CDA-fractie zijn wij tegen vanwege het bijzondere karakter van de DSW. Wij wikken vóór motie nr. 6 van de CDA-fractie, met de kant tekening van de heer De Beer, stemmen, maar wij hebben wel behoefte om te zeggen dat het ons allemaal wat teveel wordt, alle moties die naar het rijk gaan. De motie van de GPV/RPF/SGP-f ractie nr. 3 gaat over het optimistisch begroten. Als dat betekent dat je in het vervolg rekening houdt met eventuele financiële risico's, dan is de motie overbodig. Het is wettelijk verplicht om dat te doen. Je moet niet een motie indienen die overbodig is. Met de nieuwe comptabiliteitsvoorschriften is het verplicht om hiermee rekening te houden en dus is het bijna onmogelijk om optimistisch te ramen. Motie nr. 4. Wij kunnen ons vinden in de reactie van de heer Heere, dit idee meenemen naar de behandeling van de Perspec tiefnota. Als dat niet gebeurt, zijn wij tegen, omdat de dekking te vaag is. Tot slot nog iets over het milieu. Het college reageert op het idee van een stadsecoloog naar mijn idee wat erg gemakkelijk. Wij denken dat een stadseco loog heel zinvol kan zijn, omdat het moeilijk blijkt om het milieu op een goede manier in andere sectoren te integreren. Er wordt al een tijdje op allerlei manieren over gepraat en incidenteel lukt het ook wel, maar als je de grote lijnen ziet, hapert het hier en daar nog wel. In Arnhem werkt men met een dergelijke deskundige en heeft daar hele goede erva ringen mee. Misschien dat het college nog eens kan overwegen om in stadsgewestelijk verband naar een dergelijke deskundige te zoeken. Dan kan je het breder maken en gaat het ook over bijvoorbeeld het verstedelijkingsbeleid versus de trek naar de dorpen, dan gaat het over een autovrije binnenstad versus het parkeerbeleid, over mobiliteitsterugdringing, over de inpassing van het MTC, over de uitwerking van de Blauwe Zone. Allemaal zaken die op verschillende terreinen spelen en waarbij integratie van erg groot belang is. 136 Tot slot, dat onze toonzetting dit keer wat aan de negatieve kant was, had voornamelijk te maken met het feit dat wij de afgelopen vier jaar op allerlei manieren constructief hebben geprobeerd om dit gemeentebestuur een bepaalde richting op te krijgen. Soms is dat gelukt, maar in heel veel gevallen is dat ook niet gelukt. Als je dan aan het eind van zo'n periode de balans opmaakt, zie je natuurlijk altijd plussen en mis sers, maar kijk je ook naar het saldo, dat is het verhaal dat u vanavond van ons heeft gehoord. Wij vinden dat na vier jaar het saldo toch wat aan de negatieve kant is. Dat betekent niet dat wij ons altijd negatief opstellen. Aan de ene kant hebben wij de neiging om constructief mee te sturen, aan de andere kant hebben wij de neiging om af en toe eens een heel kritische noot te slaken. In die twee houdingen heeft u vandaag een balans gezien, die balans was wat ons betreft negatief als je de resultaten van dit gemeentebestuur ziet. De heer Greving: Mijnheer de voorzitter, ik wil beginnen met de algemene beschouwingen van de verschillende partijen en zal gelijk ook proberen de moties mee te nemen. Ik zal probe ren dat enigszins kort te doen. Bij de algemene beschouwingen van de PvdA-fractie valt mij op dat zij ook op dit moment weer aandacht vragen voor het werkgelegenheidsprobleem. Dat staat terecht ook nu in de algemene beschouwingen. Vorig jaar is dat veel uitvoeriger gebeurd. Ik vond de kijk die de Partij van de Arbeid vorig jaar naar voren gebracht heeft op het probleem van de werkge legenheid en het oplossen van het probleem van de werkloos heid heel positief en verfrissend. Alleen kan ik mij van die discussie herinneren dat de Partij van de Arbeid toen ook al gezegd heeft dat zij in de toekomst middelen wil uittrekken om daar iets aan te gaan doen. Ik vind het jammer dat wij nu tot de conclusie moeten komen dat wij dat nog een jaar voor ons uit moeten duwen als de dekking niet akkoord is. Ik zou eigenlijk aan de PvdA-fractie willen vragen: lees nog een keer het stuk van vorig jaar, dat ik heel positief vond, en misschien wij dan met geza:lijke krachtsinspanning morgen tot een besluit kunnen komen om daar ook daadwerkelijk extra middelen voor in te zetten. Over het milieubeleid eigenlijk eenzelfde soort opmerking. De PvdA-fractie zegt: als de stofwolken zijn opgetrokken willen wij kijken of wij daar extra middelen aan kunnen besteden. Ik denk dat wij voor de opgave staan dat het milieu nu al dras tisch aangepakt moet worden. Ik vind het een voorzet, ik heb dat ook gedaan, dat wij daar moeten zoeken naar dekking en dat die uiteraard solide moet zijn. Ik vind niet dat wij dit soort problemen nog een jaar voor ons uit kunnen duwen. 137

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1993 | | pagina 70