spreken. Daarvoor hebben wij natuurlijk begrip. Vandaar dat
wij deze zaak toen hebben aangehouden om er nu op terug te
komen. Kort en goed komt ons voorstel er op neer dat de
desbetreffende commissie een bepaald onderwerp van het
gemeentelijk beleid gaat onderzoeken op de vraag hoe zaken nu
in werkelijkheid - dus in het veld of op de werkvloer -
lopen. De commissie rapporteert, voorzien van een preadvies
van het college aan de raad, die daaraan een openbaar debat
wijdt. Er zijn, zo is onze overtuiging, onderwerpen zat. Toch
zullen we vanwege de tijdsinvestering hier selectief mee
moeten omgaan. Vandaar ons voorstel om hier eerst maar eens
ervaring mee op te gaan doen en ons nu te beperken tot één
onderwerp per jaar. Dit onderwerp willen we heel zorgvuldig
laten uitkiezen door de Commissie Algemene Zaken en de samen
stelling van de nieuwe commissie af laten hangen van het
onderwerp. Wie meer informatie over de werkwijze wil hebben,
verwijs ik naar een aparte notitie hierover. Die bijlage bij
deze algemene beschouwing krijgt iedereen. Mijnheer de voor
zitter, ik zou de notitie graag bij deze aan u willen aanbie
den en via u aan willen bieden aan alle raadsleden die hier
aanwezig zijn. (Mevrouw De Haan overhandigt de voorzitter de
notitie.
Mijn fractie vertrouwt erop dat dit voorstel, dat ik bij deze
in de vorm van een motie aan u voorleg uw brede steun krijgt.
De motie luidt:
"De gemeenteraad van Leeuwarden,
in vergadering bijeen op 15 november 1993,
overwegende
dat beleidsevaluatie bij de gemeente Leeuwarden meer
aandacht verdient en dat ook de gemeenteraad zelf daar
heel wel een bijdrage aan kan leveren;
gelezen de notitie "Een goede raad voor beleidsevalua
tie" over dit onderwerp;
besluit
in te stemmen met een twee jaren durend experiment,
waarbij de raad ten minste één keer per jaar een onder
zoekscommissie uit haar midden benoemt die evaluatief
onderzoek doet naar de wijze waarop een door de raad
vastgelegde beleidstaak in de praktijk wordt uitgeoefend
en de maatschappelijke effecten daarvan;
na twee jaar op basis van de opgedane ervaringen te
besluiten of en hoe deze nieuwe werkwijze moet worden
voortgezet;
bij verdere uitwerking de notitie "Een goede raad voor
beleidsevaluatie" tot uitgangspunt te nemen
en gaat over tot de orde van de dag."
(De Voorzitter: Motie nr. 3 van de PvdA-fractie maakt deel
13
uit van de beraadslagingen.
Het andere voorstel dat mijn fractie tijdens deze zelfde
raadsvergadering indiende, een voorstel waar we nog steeds
achter staan, evenals het idee om een commissie voor de
rekening in te stellen, werken we verder uit als de discussie
over de maatregelen ter verbetering van het financieel beheer
in de Commissie Middelen aan de orde is. Dat is, zo hebben
wij begrepen al zeer binnenkort.
Mijnheer de voorzitter, ik wil gaan afronden.
Ook in de onderwerpen voor deze algemene beschouwingen moes
ten we keuzen maken. Het onderwerp, dat niet in deze algemene
beschouwingen uitvoerig is verwerkt, is de financiële positie
en de bijbehorende bezuinigingen. Wij zullen morgen onze
financiële beschouwingen houden. Voor wat betreft de organi
satie één opmerking.
In het afgelopen jaar is er een grote druk gelegd op het
ambtelijk apparaat, zowel qua werkdruk als qua werkgelegen-
heidsperspectieven. Ook de komende jaren zal deze druk naar
verwachting niet verminderen. Van levensbelang is over goed
gemotiveerde ambtenaren te beschikken. Het is een eis van
goed werkgeverschap en van welbegrepen eigenbelang om daarop
via een adequaat personeelsbeleid op in te spelen. Leeuwarden
is in de afgelopen jaren enorm veranderd. Veel zaken ten
goede. In de binnenstad is sprake van een bruisende sfeer met
veel activiteiten. Echter er is ook nadrukkelijk een keerzij
de: werkloosheid, armoede, eenzaamheid kenmerken eveneens het
leven in Leeuwarden. De Partij van de Arbeid blijft hier
tegen vechten. Vanuit onze eigen sociaal-democratische begin
selen proberen wij beleid te voeren. Stap voor stap met
heldere doelen voor ogen. Dat zal ook in onze inzet voor de
komende jaren doorklinken.
Ik sluit traditioneel af met u en via u het ambtelijk appa
raat te bedanken voor het vele werk, de grote inzet, en het
doorzettingsvermogen, waar wij ook dit afgelopen jaar weer
getuige van zijn geweest.
De heer Krol: Mijnheer de voorzitter, leden van de raad,
Tijdens de laatste Algemene Beschouwingen van de raadsperiode
1990-1994 en de eerste Algemene Beschouwingen onder leiding
van onze nieuwe voorzitter, ligt het misschien voor de hand
uitgebreid stil te staan bij datgene wat tijdens deze raads
periode is bereikt en wat niet, of nog niet, is gerealiseerd
om vervolgens uitgebreid stil te staan bij de toekomst.
Voorzitter, die verleiding heeft de CDA-fractie kunnen weer
staan. Onze Algemene Beschouwingen zijn opgebouwd rond een
14