kort, waardoor de uitvoering van het programma en
daarmee de schoonmaak van ons milieu opnieuw en ver
der wordt vertraagd;
besluit
- voor 1994 f 450.000 beschikbaar te stellen ter uit
voering van het MUP;
- het college op te dragen plannen voor te leggen aan
de Commissie Stadsbeheer en Milieu voor de besteding
van deze middelen;
en gaat over tot de orde van de dag."
(De Voorzitter: Motie nr. 69 maakt deel uit van de beraad
slagingen
Ik heb, om wat spanning uit de begroting te halen, toch een
voorstel gedaan om die onderuitputting maar uit de begroting
te halen. Ik zal daar nu niet uitvoerig op ingaan. Ik besef
wel dat dat betekent dat wij voor 1995 een bedrag van rond
f 1,5 miljoen zullen moeten gaan dekken in de begroting. Die
voorstellen zullen nog ontwikkeld moeten worden. Tegen die
achtergrond, moet ik eerlijk zeggen, is het eigenlijk geen
dekkingsvoorstel wat er ligt, maar ik vind voor de zuiverheid
van de begroting het beter dat wij de onderuitputting toch
maar laten vallen. Gisteren heeft wethouder Heere daarover
gezegd dat hij het graag door wilde schuiven naar de Perspec
tiefnota die aan de orde komt, waar de lijnen worden uitgezet
voor de begrotingsopstelling 1995. Enerzijds kom ik tot de
conclusie dat dat een mogelijke oplossing is, anderzijds zou
ik graag een principe-uitspraak van deze raad willen hebben
dat wij er maximaal naar streven om de onderuitputting er uit
te halen. Daarom laat ik vooralsnog deze motie even staan en
hoor ik graag of er misschien van de kant van het college een
toezegging over komt, dan wel of er vanuit de raad wellicht
een amendement komt. De motie luidt:
"De raad van de gemeente Leeuwarden
in vergadering bijeen op 15/16 november 1993
overwegende:
dat het gewenst is in de gemeentebegroting ruimte te
scheppen voor de dekking van onvoorziene tegenvallers;
in aanmerking nemende:
dat als gevolg van een aantal interne en externe
factoren de tegenvallers gedurende het begrotingsjaar
in de afgelopen jaren altijd veel hoger zijn geweest
dan de daarvoor in de gemeentebegroting gereserveerde
middelen
dat er zich nauwelijks meevallers gedurende het be
grotingsjaar voordoen;
dat de post onderuitputting in de begroting kan lei
217
den tot tegenvallers omdat deze veelal niet gehaald
wordt
besluit:
het college te verzoeken:
1. bij het opstellen van de gemeentebegroting 1995 en
volgende jaren geen posten onderuitputting (kapitaal-
lasten en personeellasten) op te nemen als dekkings
middel
2. het begrotingstekort in 1995 van rond f 1,5 mil
joen te dekken uit door het college aan de raad
voor te leggen bezuinigingsvoorstellen, die bij de
diensten moeten leiden tot een minder expansief
beleid;
en gaat over tot de orde van de dag."
(De Voorzitter: Motie nr. 70 maakt deel uit van de beraadsla
gingen
Dan had ik gisteren een motie - en dat is wel een bezuini
gingsvoorstel die al in zou gaan per 1994 - om te stoppen met
de 1% extra verhoging van het salarisbudget boven de loon- en
prijsindex. Ik denk dat het bedrag haalbaar moet zijn, zeker
op de wat langere termijn - het gaat hier om structurele
zaken - als wij goed rekening houden met de inschaling van
nieuwe medewerkers. Ik besef ook heel goed dat waar er op dit
moment niet zoveel vacatures zijn te vervullen, dat enigszins
moeilijk zal zijn. Maar ik vind wel dat wij hier een uit
spraak voor de toekomst over moeten doen, waar wij misschien
voor de eerste jaren incidentele tegenvallertjes dan nog
tegenover hebben staan. Dat zij dan zo. Maar ik vind dat wij
niet door kunnen gaan het salarisbudget jaarlijks met 1% te
verhogen. Het gaat structureel jaarlijks om een bedrag van
f 4,5 ton. Je zou ook kunnen zeggen, om het een beetje gemak
kelijk te houden, het is jaarlijks bijna twee extra tribunes
bij Cambuur erbij, wat wij hiervoor reserveren. Dat vind ik
eerlijk gezegd wat veel. Deze motie wou ik dus ook graag weer
behandeld zien.
"De raad van de gemeente Leeuwarden
in vergadering bijeen op 15/16 november 1993
overwegende
dat de uitzetting van het salarisbudget in de gemeen
tebegroting in aanzienlijke mate de compensatie in de
rijksuitkeringen overschrijdt;
dat voor de jaarlijkse 1% extra verhoging van het
salarisbudget voor incidentele loonstijging geen
andere dekking te vinden is dan door jaarlijks te
bezuinigen op andere begrotingsposten tot een bedrag
van circa f 450.000,terwijl het resterende deel
218
