monumenten dat wij hebben, heb ik er verdriet van dat wij
daarop nog eens verder zouden moeten bezuinigen. Daar haal ik
dan ook een streep door.
Ten aanzien van de exploitatie van de sportvelden liggen er
moties. Ik wil daar ook toe naar een halvering van de taak
stelling die er op dit moment op wordt gelegd.
Ik zou het concours hippique eigenlijk door willen laten
gaan, ook met een kleine bijdrage vanuit de gemeente. Ik vind
dat het ons knooppunt met een agro-status mee ondersteund.
Ten aanzien van het buurt- en clubhuiswerk wil ik ook naar
een temporisering toe. Ik heb daar nog geen eindoordeel over.
Er liggen drie voorstellen, één tot f 150.000, één tot
f 180.000,en één die tot f 2 ton gaat. Ik zal daar een
keuze uit maken, maar ik ga in ieder geval niet akkoord met
de totale bezuiniging van het college.
Ook ten aanzien van de belangenbehartiging van groepen, daar
staat voor 1995 een bedrag van f 25.000,aan bezuiniging,
zal ik niet akkoord gaan.
En ook niet met de volledige korting van de amateuristische
kunstbeoefening
Ik heb daarmee voor 1994 een gat geschoten van iets meer dan
f 1,8 miljoen en voor 1995 nog een bedrag van meer dan f 2,5
miljoen. Ik moet de exacte cijfers nog even op een rij zet
ten, maar dat is ongeveer het verhaal, de bijdrage van de
GPV/RPF/SGP-fractieIk dank u wel.
De Voorzitter: Hiermee zijn door de zes fracties via een
keurig gemiddelde van 12 de 72 moties bereikt.
Ik stel voor dat wij deze eerste termijn vol maken totdat wij
gaan schorsen, met andere woorden het college is nu aan zet.
Wat betreft ondergetekende kan ik kort zijn. Er zijn slechts
twee moties waar vanuit deze portefeuille op gereageerd moet
worden
In de eerste plaats het notuleren van commissievergaderingen,
motie nr. 50. Er is voldoende stof om te veronderstellen dat
daar dekking voor wordt aangegeven. Het gaat nu meer om het
herhalen van het signaal dat als de raad zijn eigen huishou
ding bij meerderheidsvorming op een andere wijze wil regelen,
met de argumenten ontleend aan een visie op de lokale demo
cratie, dat dat dit college geen reden heeft om daar tegen te
223
zijn.
Wat betreft de dienstauto, motie nr. 41, kan ik, hoewel ik
destijds niet bij de oordeelsvorming betrokken ben geweest,
namens het college u zeggen dat de argumenten niet overtui
gend zijn in de ogen van het college, gehoord degenen die
deze bezuiniging zouden willen schrappen. Er liggen vrij
solide argumenten aan het besluit ten grondslag.
In de eerste plaats het aangeven dat ook het college in haar
eigen gedrag en huishouding mee wil doen in het zoeken naar
een vorm van logistiek gedrag dat ook bezuinigingen oplevert.
In de tweede plaats dat het ook in termen van het te behalen
bezuinigingsbedrag, met behoud van representatieve reiski-
lometers, of dat een geprivatiseerde dienstauto is in de vorm
van een donkerblauw voertuig dat uit de Franse stal komt of
het eerste klas treinkaartje, ook dat is representatief
reizen dat realistisch is. Wij denken dat het met behoud van
die hoofdoogmerken kan. Geef ons dat mee als taakstelling die
wij zelf moeten zien te realiseren, waarvan via voortgangs
rapportages die taakstelling wel zal worden geëffectueerd.
Dan zegt het college dat het voor ons een haalbare taak
stelling lijkt, waarvan wij het passend blijven vinden om die
in deze grote reeks voorstellen een plaats te blijven geven.
De heer Heere (weth.): Voorzitter, ik denk dat het in verband
met de tijd het beste is als ik op de meer beschouwende
opmerkingen die zijn gemaakt niet al te uitvoerig reageer,
maar dat vooral en vrijwel uitsluitend doe op die opmerkingen
en vragen die ook om een concreet antwoord vragen.
In dat verband heeft de heer Den Oudsten gevraagd of het zo
is dat de lijst van mee- en tegenvallers, zoals die nu bekend
is, uit de algemene reserve kan worden gedekt en zo ja wat
dan de resterende ruimte daarna is. Het antwoord daarop is
als volgt.
Wij hebben aanvankelijk een stand per 1 januari 1994 becij
ferd van ruim 3 miljoen. Wij hebben een lijst van mee- en
tegenvallers en daar zit ook de laatste uitkomst van de Marap
in voor 1993. Dus de allerlaatste stand van zaken, die uit
komt op een saldo tegenvallers van f 2,8 miljoen. Dat bete
kent dat wij een aanvangsbedrag per 1 januari 1994, na aftrek
van alle plussen en minnen, hebben van ongeveer f 2 ton.
Vervolgens heeft hij gevraagd naar de kosten van het finan
cieel beheer. Is het mogelijk om daaraan invulling te geven
en met name de commissie daar bij te betrekken?
Het antwoord daarop is "ja", want er komt binnenkort in de
commissie het actieplan voor de verbetering van het finan-
224
