Mevrouw Vlietstra: Voorzitter, ik zit met dezelfde handicap als wethouder Heere, dat is dat ik niet goed de nummers van alle moties paraat heb, maar ik zal proberen zo duidelijk mogelijk te verwijzen naar de voorstellen zoals die gedaan zijn. Het is mij overigens opgevallen dat er nogal wat fracties zijn die een bijzondere belangstelling voor mijn portefeuille hebben, zeker waar het gaat om de dekkingsvoorstellen. Dat betekent dat ik over, naar ik meen 21 moties het woord moet voeren. Ik wou het splitsen in sport en onderwijs. Ik begin bij sport, eerst bij de wijzigingsvoorstellen die zijn gedaan. In de eerste plaats de wijzigingsvoorstellen die zijn gedaan bij de sporttarieven. Daar zijn door de PvdA-, CDA-, WD-, PAL/GL- en D66-fractie voorstellen voor ingediend. De heer Greving heeft zich in zijn verhaal in het algemeen aangeslo ten bij die voorstellen. Die voorstellen lopen overigens wat uiteen. Dat varieert van "faseren" tot "volstrekt niet doen", van "halveren" tot "sommige dingen wel doen en andere dingen niet doen". Ik wou nog een keer uitleggen waarom wij als college met dit voorstel zijn gekomen en daaraan vast willen houden. Dan ga ik toch even terug naar de start van deze hele opera tie in Steenwijk, dat is vanmiddag al vaker gememoreerd. Wij hebben daar een verdeling gemaakt van het te bezuinigen bedrag over sectoren. Daar is de sport door vrijwel iedereen aangeslagen voor een fors bedrag, van zelfs f 2,3 miljoen. Vervolgens zijn wij gaan kijken hoe wij daar invulling aan kunnen geven. Als je op sport wilt bezuinigen, kan dat maar op twee manieren: je uitgaven zullen omlaag moeten, u hebt ook gezien dat er een flink aantal voorstellen is dat leidt tot lagere uitgaven. De andere mogelijkheid is je inkomsten verhogen. Als je het hebt over inkomsten verhogen, dan is er maar één mogelijkhieid en dat is de tarieven verhogen. Als wij dat niet doen, betekent dat dat de taakstelling die op de sportsector is gelegd absoluut niet gehaald kan worden. Wij hebben vervolgens gekeken hoe wij die tarieven dan zo eerlijk mogelijk kunnen formuleren. Op dit moment is histo risch gegroeid de situatie, zodat je voor de ene sport veel meer moet betalen dan voor de andere sport. Als je zwemt, betaal je f 1,75 per uur, omdat de energielasten in de zwem baden nu eenmaal hoog zijn. Als je begruik maakt van een gymnastieklokaal of een sporthal betaal je f 1,10 per uur en als je op het veld sport betaal je maar f 0,12 per uur. Dat is historisch zo gegroeid, maar er is eerlijk gezegd geen enkel redelijk verhaal te houden bij die verschillen tussen sporters die allemaal gebruik maken van gemeentelijke sport- voorzieningen 231 Wij hebben dus gekozen voor een harmonisatie van de sportta rieven. Wij zijn, omdat wij nu eenmaal moesten bezuinigen, gaan zitten op het hoogste tarief, namelijk het tarief van de zwemmers. De zwemmers betalen dus niet méér in deze voorstel len, alle anderen doen dat wel; wij brengen ze gefaseerd op het niveau van de zwemmers, zij het dat wij bij de veldspor- ters daar een nadrukkelijke uitzondering voor maken, omdat wij in eerdere herwaarderingsvoorstellen veldsporters al extra hebben aangeslagen en zij zelf verantwoordelijk zijn voor het onderhoud en de exploitatie van hun was- en kleedac commodaties Op die manier is een systeem tot stand gekomen waarvan wij denken dat het uiterst redelijk is. Alle moties wijzen in de richting van: je zou dit wat moeten verzachten. Dat is uiter aard sympathiek, maar ik denk dat als wij dermate grote gaten schieten in onze begroting, wij dan wel de ongelijkheid tussen verschillende sporters in stand gaan houden. Daarom wijs ik die moties af. Wij hebben overigens ook eens elders gekeken naar wat sporters betalen en ik moet u zeggen dat wij zelfs na de verhogingen niet in echt negatieve zin afwijken van wat elders aan tarieven gehanteerd wordt. Daarmee heb ik, denk ik, al vijf moties gehad. Dan ga ik naar een ander wijzigingsvoorstel in de sportsec tor, dat betreft de ijshal. Daar hoort een verhaal bij. Er is nogal wat onduidelijkheid ontstaan, ook bij onszelf, over wat nu precies de kosten van de ijshal zijn en wat het opbrengt als je die ijshal sluit. Daar is gisteren en vandaag nog hard onderzoek naar gedaan en ik moet u het volgende meedelen. Wij waren ervan uitgegaan dat in 1995 de kosten van de ijshal nog f 82.000,zouden zijn en dat wij daarmee een bezuini ging zouden kunnen realiseren van f 200.000,Nader onder zoek heeft opgeleverd dat de werkelijke kosten in 1995 nog f 151.000,zijn. Dat heeft te maken met het feit dat er vanuit gegaan is in de aanvankelijke voorstellen dat in 1995 de ijshal al volledig afgeschreven zou zijn, zodat wij geen kosten meer hoefden te maken voor rente en afschrijving. Bij nader inzien blijkt dat de volledige afschrijving pas in 1996 het geval is. Dat betekent dat in 1995 de besparing niet f 200.000,is, maar dat de besparing f 131.000,is. Dan ga ik door met de alternatieven die daarbij ingediend zijn. De PvdA-fractie stelt voor om de ijshal nog iets langer open te houden. Ik ben er gemakshalve even van uitgegaan dat wij het dan hebben over het seizoen 1994-1995. Dat zou bete kenen dat als je per 1 maart 1995, want dan loopt het seizoen af, de ijshal dicht zou doen, in 1995 f 51.000,extra uitgetrokken zou moeten worden om dat mogelijk te maken. Dan pak ik hierbij meteen even een dekkingsvoorstel van de CDA-fractie. Die heeft voorgesteld om meteen na het seizoen 232

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1993 | | pagina 39