ook vertrouwd met de gedachte dat wij voor zo'n fors bedrag
moeten bezuinigen. Dat is op zichzelf een logische reactie,
maar het blijft natuurlijk wel een ongebruikelijke situatie.
Zeker zo'n forse bezuiniging als wij vandaag op tafel hebben,
is natuurlijk iets wat wij absoluut liever niet hadden ge
zien, maar waarvan wij vinden als Partij van de Arbeid frac
tie dat wij nu de situatie zich voordoet daar ook op een
zorgvuldige manier mee moeten omgaan.
Wij hebben gisteren de algemene beschouwingen gehad waarin al
heel duidelijk is geworden dat er een fors aantal partijen
zijn hier in de raad die zeggen van: wij hebben het allemaal
eigenlijk al voorzien. Ik zou daar toch nog één korte opmer
king over willen maken. Iedereen dicht zich, als hij niet
wordt tegengehouden door anderen, een heldenrol. Ik merk ook
dat dat in deze raad vrij uitgebreid is gebeurd gisteren.
Mensen die gezegd hebben: wij hebben dat al jaren geleden
gezegd. Op zichzelf denk ik dat dat waar is. Wij hebben daar
ook als PvdA-fractie ons steentje aan bij gedragen. Maar het
is natuurlijk ontzettend gemakkelijk om met wat je vandaag
weet opnieuw af te wegen van wat wij een aantal jaren geleden
hadden moeten besluiten. Ik wil toch nadrukkelijk zeggen, dat
als ik kijk naar hoe de raadsbesluiten in meerderheid tot
stand zijn gekomen, je toch mag constateren dat de afgelopen
jaren rond de 95% van die raadsbesluiten vrijwel raadsbreed
zijn genomen. Ook als het gaat om grote projecten, waar wij
ook gisteren weer over spraken. Dat wordt steeds onterecht,
naar mijn mening, als een voorbeeld gezien van hoe slecht wij
onze financiële situatie in ons hoofd hadden. Die zijn niet
alleen door de CDA- en PvdA-fracties gesteund, maar ook door
een aantal andere partijen. Dat betekent, als ik daarop terug
kijk, dat er toch een flink aantal besluiten zijn genomen die
zijn ondersteund door partijen die daar blijkbaar nu enige
afstand van nemen. Dat is hun goed recht, maar ik constateer
het wel.
Wat wel van belang is, als wij kijken naar de manier waarop
wij nu bezig zijn met deze bezuinigingsoperatie, is dat ik
constateer dat wij er op deze manier mee aan de gang kunnen
onder andere omdat wij ons financieel beheer, ondanks al die
zaken die nog moeten gebeuren, toch beter op orde hebben dan
een aantal jaren geleden. Dat maakt ook dat wij nu een be
trouwbaarder beeld hebben van datgene wat wij voor ons hebben
van wat ons staat te gebeuren. De situatie die wij nu snel
moeten bereiken is dat het financieel beheer zodanig op orde
komt dat wij niet meer achter de feiten aanlopen en voortdu
rend worden ingehaald door ontwikkelingen, maar proberen
daarop vooruit te lopen. Dat heeft niet alleen te maken met
de zorgvuldigheid waarmee begrotingen tot stand komen, de
159
snelheid waarmee duidelijke cijfers op tafel komen, maar dat
heeft ook te maken met een politiek uitgangspunt, dat wij ook
moeten proberen een zodanige ruimte te creëren dat wij voor
uitlopend op ontwikkelingen een aantal invullingen kunnen
plegen. Ik denk dat wij nu op weg zijn daarnaar toe. Ik geef
toe, wij zijn nog lang niet bij het eindstation, maar wij
zijn in ieder geval zover op weg dat wij vandaag ook een
goede stand van zaken van bijvoorbeeld mee- en tegenvallers
op tafel hebben.
Ten aanzien van de mee- en tegenvallers is het ook zo dat het
niet aangaat om op het moment dat dat op tafel komt te zeggen
van, zie je wel het gaat weer slechter. Je moet het ook
bekijken in zijn relativiteit, zonder daarmee overigens te
willen aangeven dat het allemaal niets voorstelt, want dat is
absoluut niet zo. Maar als wij praten over een totale gemeen
tebegroting van meer dan een half miljard gulden en wij
praten tegelijkertijd over een tussentijdse raming van mee-
en tegenvallers van rond de één miljoen gulden, als je dat in
die relativiteit bekijkt, kun je in gemoede niet volhouden
dat wij niet weten waarover wij spreken. Het is een bedrag
wat te groot is, maar wij zullen, hoe goed wij ons financieel
beheer ook op orde hebben, altijd worden geconfronteerd met
dit type situaties.
Laat ik dan als laatste in algemene zin zeggen, dat niemand
en dan ook werkelijk niemand had kunnen voorzien dat onze
inkomenspositie zodanig zou verslechteren dat wij tot dit
type behandelingen zouden moeten komen.
Dan over de manier waarop wij als PvdA-fractie met het geheel
bezig zijn geweest. Wij hebben voor de vakantie een groot
aantal instellingen brieven gestuurd, wij hebben met evenveel
instellingen uitgebreide gesprekken gevoerd, spreekuren
belegd, avonden belegd. Wij hebben ons heel zorgvuldig op de
hoogte gesteld van wat er in het veld leeft, wij hebben geen
beloftes gedaan, wij hebben duidelijk gemaakt dat wij staan
voor deze situatie, maar wij hebben heel goed geluisterd en
wij hebben ook een aantal zaken - dat zal in de loop van de
middag duidelijk worden - aan een nadere beschouwing onder
worpen, waardoor wij ook het collegevoorstel op een aantal
punten niet zullen volgen. Wat bij ons wel voorop stond, is
dat wij in tegenstelling tot wat gisteren nog werd genoemd
"optimistisch ramen", hebben gekeken naar hoe kunnen wij nu
èn recht doen aan datgene wat er in de gemeente leeft èn toch
een solide financiering van de bezuinigingen bewerkstelligen.
Die soliditeit hebben wij geprobeerd in ons handelen te
leggen, zowel als het gaat om het zoeken van alternatieve
dekkingsvoorstellen alsook als het gaat om het honoreren van
wensen die in het veld leven. Dat betekende automatisch dat
als je ervan uitgaat dat het bedrag op tafel moet komen en
160