ting 24-11-1993.) Ik heb hier de officieel bij de gemeente ingediende begroting, een herziene begroting hebben wij niet en daar hebben wij dus ook geen rekening mee kunnen houden. Dat verklaart dat verschil. Overigens als je kijkt naar de rekeningcijfers over 1992 en het feit dat de rekeningcijfere over 1993 nog niet bekend zijn, mag je je afvragen of het verstandig is om op een bedrag van f 380.000,te gaan zitten. Ik zie bij de rekening van 1992 een tekort van f 421.000, Ik denk dat dit wel eens onverstandig zou kunnen zijn. Je zou hoogstens kunnen zeggen, er zit tussen de raming en de ingediende begroting een verschil van f 72.000, dat staat, maar om daar nu verder allerlei optimistische verwachtingen aan te koppelen, gaat mij op dit moment wat te ver. (De heer Krol: Wij hebben daar geen opti mistische verwachtingen over, wij doen dit op basis van cijfers die wij voor ons hebben. Wij hebben daar een gesprek over gevoerdnadat de heer Van Olffen daar geweest was met mevrouw Dikken. Wij hebben daar dezelfde informatie gekregen, als ik het goed heb begrepenDe Buitenschool zegt letter lijk: die f 380.000,is taakstellend en u zult ons daar niet meer over horen, wij gaan daar niet overheen en u kunt er op rekenen dat u die f 110.000,niet kwijt bent. Dus het is geen kwestie van optimistisch ramen, het is de werkelijk heid Dat is prachtig, maar de werkelijkheid die wij kennen is dat er een begroting ingediend is door de Buitenschool die sluit met een tekort van bijna f 425.000, Dat is het gegeven waar het college mee werkt. Dat is een verschil ten opzichte van wat in de begroting van de Dienst Welzijn ge raamd is van f 72.000,Een herziene begroting is bij ons niet bekend, die wacht ik met belangstelling af. (De heer Krol: Ik stel voor dat wij straks bij onze afweging ten aanzien van dekkingsvoorstellen toch f 110.000,meenemen. Dat kan de heer Krol vanuit zijn verantwoording doen, ik raad hem dat af op basis van de informatie die bij ons bekend is. Wij kunnen niet beschikken over een herziene begroting, dan is het denk ik het onverantwoord om daar op dit moment vanuit te gaan. Dat was het cijfermatige punt, voorzitter. Dan is er een tweede voorstel door de PvdA-fractie gedaan om het verzorgingsgedeelte gedeeltelijk af te bouwen. De PvdA- fractie vroeg zich af, maar heeft in feite zelf het antwoord gegeven op de vraag, of het in stand houden van het verzor gingsgedeelte van de Buitenschool een gemeentelijke taak is. Ik denk in principe niet, je zou heel goed het verhaal kunnen houden, dat hebben wij in het verleden ook wel gedaan, dat in feite het rijk een dergelijke voorziening voor zijn rekening zou moeten nemen. Echter het rijk doet dat niet. Er is dus geen alternatief. Dat is precies de reden waarom wij niet 237 alleen nu maar ook in voorgaande jaren, gezegd hebben dat wij vinden dat het een belangrijke voorziening is om in stand te houden. Het gaat niet alleen om de gemeente Leeuwarden, bijna alle Friese gemeenten doen hier aan mee op het moment dat zij leerlingen aan die school leveren. Kunnen de kinderen ergens anders naar toe, vraagt mijnheer Den Oudsten. Wij hebben, maar dat is al weer een jaar of zes geleden, hier uitvoerig over de Buitenschool gediscussieerd, ook gepraat over of het met de toewijzing van de leerlingen naar de verschillende vormen van speciaal onderwijs wel goed zit, gaan niet kinderen naar de Buitenschool die eigenlijk ook naar de Grewelschool of naar de Trilker zouden kunnen. Wij hebben toen gezegd dat de Buitenschool alleen voor die kinderen zou moeten zijn die die extra voorzieningen in de vorm van maaltijden en verlengde dagopvang ook echt nodig hebben. Nadien is er een situatie gecreëerd waarbij jaarlijks door de scholen voor speciaal onderwijs samen met de mensen van de gemeente de verwijzing naar die verschillende scholen voor speciaal onderwijs kritisch wordt bekeken. Onze indruk is dat op dit moment op de Buitenschool die kinderen zitten die daar ook echt thuis horen. Dat laat onverlet dat ik denk dat daar best kinderen bij zitten waar die maaltijd niet voor nodig is, maar in de praktijk is het heel lastig om te zeggen tegen het ene kind, jij krijgt wel een maaltijd en tegen het andere kind, jij krijgt dat niet. Dus zolang er nog een flinke groep is die dat wel nodig heeft, denk ik dat je dat in stand zou moeten houden. Overigens zou je wel kunnen kijken, de Buitenschool heeft dat ook aangegeven, of die maaltijdvoorziening goedkoper zou kunnen, bijvoorbeeld door samenwerking met andere instanties. Dan is gezegd door mijnheer Den Oudsten dat de school afstand zou willen nemen van de gemeentelijke financiering door andere financiers te zoeken. Toen hij dat vertelde, zag ik de heer Kaufmann, directeur van de school, op de tribune heel hard "nee" schudden. Voor ons is dat nieuwe informatie, deze informatie is door de Buitenschool bij ons nooit neergelegd. Ik heb ook mijn sterke twijfels waar de Buitenschool die financiering zou kunnen vinden. Als je bijvoorbeeld denkt aan budgetten jeugdhulpverlening die door de provincie worden verdeeld, dan denk ik dat het irreëel is om er van uit te gaan dat de Buitenschool in die budgetten zou kunnen delen. Het enige dat ik mij voor kan stellen is dat je een aantal zaken binnen de school anders organiseert, zeker waar het gaat om de maaltijdvoorziening, misschien kun je gebruik maken van Tafeltje Dekje of dat soort voorzieningen en daar mee de kosten drukken. Maar ik waag te betwijfelen of het de Buitenschool lukt om zodanig andere financiën binnen te halen dat zij daarmee de financiering van de gemeente niet meer 238

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1993 | | pagina 42