nodig zou hebben. (De heer Den Oudsten: Het enige dat ik dan over heb gezegd, is dat ik begrepen heb dat bij de Buiten school wordt gekeken naar alternatieve financieringsmogelijk heden. Dat betekent tegelijkertijd ook afstand nemen van de financiële band met de gemeente. Ik begrijp best wel dat er hier "nee" wordt geschud, want als dat hier gezegd wordt is het ook vrij hard. Ik wil ook niet treden in hoe betrouwbaar mijn bron is geweestmaar er is in ieder geval een beweging dat er wordt nagedacht over dit type zaken, laten wij het maar even positief benadereneven los van hoe in de komende periode daarmee gewerkt wordt. Ik heb tegelijkertijd gezegd dat onze denkrichting gaat om toch serieus te kijken wat het betekent als je het subsidie aan de Buitenschool volledig afbouwtIk heb gevraagd om in de commissievergadering de komende maanden daar met elkaar over van gedachten te wisse len.) Daar kom ik nog op, ik was nog niet klaar met mijn verhaal. (Mevrouw Van Olzen: De term medische indicatie valt hier en die wordt ook wel eens in verband gebracht met peu terspeelplaatsen, is het dan niet veel verstandiger om eens te kijken of daar ruimte zit, dat er met andere instanties overlegd wordt. Maar ik begrijp dat de wethouder er mee in de commissie terug komt.) Ik heb het woord medische indicatie niet gebruikt, ik heb het ook niemand anders horen gebruiken, ik heb het gehad over verwijzing naar het speciaal onderwijs. Er is ook helemaal geen sprake van een medische indicatie. Wij hebben een aantal scholen voor speciaal onderwijs en er zijn kinderen die behoefte hebben aan speciaal onderwijs, vervolgens wordt er gekeken welk kind waar het best op zijn plaats is. Dat is aan de orde, om te voorkomen dat kinderen van dure voorzieningen gebruik maken waar zij niet echt thuis horen. Ik wou nog een laatste opmerking maken in de richting van de heer Den Oudsten. Ik wil hem graag toezeggen dat wij in overleg met de commissie zullen nagaan of het verzorgings budget teruggebracht zou kunnen worden, bijvoorbeeld door in de maaltijdvoorziening samen te werken met andere instanties. Ik wil ook nagaan hoe het precies zit met de ramingen, maar dan ook op wat langere termijn, dat heeft ook met leerlingen aantallen te maken, maar het lijkt mij niet verstandig om op deze zaak nu al een voorschot te nemen en te besluiten om te doen wat de heer Den Oudsten voorstelde, namelijk een afbouw van het verzorgingspakket in gang te zetten. (De heer Den Oudsten: Hoe kijkt de wethouder nu aan tegen de verschillende visies uit de raad die er liggen. Er ligt een motie over f 150.000,en drie keer f 200.000, Die wijs ik af. Van de f 110.000,heb ik gezegd dat op basis van de cijfers waar wij over beschikken, de officiële begroting, er niet een bedrag van f 110.000,tussen zit, er zit maximaal een bedrag van f 72.000,tussen. Dan is het vervolgens de 239 afweging, maar dat geldt bij meer punten, of je dat bedrag nu in wilt zetten om tekorten te dekken of dat dat een bedrag is dat bij de taakstelling op de onderuitputting een plek zou moeten krijgen. Maar dat geldt bij veel meer punten die hier vanavond aan de orde komen. Dan kom ik bij het GCO, daar zijn een aantal wijzigings voorstellen gedaan. De CDA-fractie en de D66-fractie hebben voorgesteld om f 2 ton minder te bezuinigen dan het college voorstelt, de PAL/GL-fractie wil f 370.000,minder bezuinigen op het GCO. (De heer Hoogeveen: Wij hebben niet voorgesteld om f 2 ton minder te bezuinigen.) De heer Hoogeveen heeft gelijk, de D66-fractie wil f 2 ton overhouden, dat geldt voor de CDA- fractie ook, ik keer het om. Wij hebben er als college voor gekozen om zo weinig mogelijk te kaasschaven. Wij hebben er voor gekozen in het kader van deze omvangrijke bezuiniging keuzes te maken. Wij hebben ook rekening gehouden met de uitkomst van de kerntakendiscussie waarbij het aanvullend pakket GCO in de allerlaatste catego rie voorkwam. Wij hebben gezegd: de laatste jaren zijn er voortdurend kleine beetjes van het aanvullend pakket afge haald, laten wij, nu we over zulke omvangrijke bezuinigingen praten, de keus maar eens helder maken. Het basispakket houden wij in stand, daar wordt niet aan getornd, het aanvul lend pakket schaffen wij af en wij gaan zitten op het niveau waarop verreweg de meeste gemeenten zitten, het niveau van het basispakket. (De heer Terpstra: Op het moment dat wij op het basispakket gaan zitten, bevinden wij ons in een uitzon deringspositie.) Dat is niet waar, er zijn in Friesland een aantal gemeenten die iets meer betalen dan het basispakket, overigens zijn er ook gemeenten die overwegen om dat ook weer af te schaffen, die doen dat voor extra psychologische onder steuning. Wij hebben hier in de raad wel eens overzichten gehad waarbij onze uitgaven werden vergeleken met vergelijk bare gemeenten in het land, want ik denk dat dat een goede vergelijking is, steden van onze omvang, dan is de conclusie dat wij daar ver en ver boven uit staken en dat er nogal wat steden zijn die zelfs maar zitten op 30% van het basispakket. (De heer Terpstra: De wethouder zegt dat wij een uitzonde ringspositie innemen wat betreft het aanvullend basispakket dat is niet waar.) Op dit moment nemen wij een enorme uitzon deringspositie in waar het gaat om het basispakket. Dat is waar. Er zijn een aantal gemeenten die wat extra uitgeven voor psychologische ondersteuning, maar als je de omvang daarvan afzet tegen de omvang van ons aanvullend pakket, dan zijn dat onvergelijkbare bedragen. Kun je het naar voren halen, vraagt de heer Terpstra. Op zich zijn daar geen wettelijke belemmeringen bij. Wij hebben wel 240

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1993 | | pagina 43