altijd naar het GCO toe een soort fatsoensnorm in acht geno men en gezegd, wij houden ons aan één jaar opzegtermijn. Dat hebben wij ook in deze voorstellen gedaan. Het is de vraag of het verstandig is om daar nu vanaf te stappen, omdat het GCO ook nog te maken heeft met lopende herwaarderingen uit een vorige ronde en daarnaast te maken heeft met nogal wat bezui nigingen als gevolg van kortingen door de minister op het basispakket. Dus of zij dat allemaal per 1 januari kunnen realiseren, daar heb ik mijn twijfels bij. (De heer Krol: De motivering bij dat vooruithalen is dat als je een bezuiniging gaat invoeren per 1 januari 1995, het schooljaar is dan halverwege en het is waarschijnlijk zo dat het beter voor de scholen is om per 1 augustus in te schieten op een nieuwe situatie dan per 1 januari. Vandaar dat wij geredeneerd hebben, haal het een half jaar vooruit, dat is ook prakti scher.) Dat zou kunnen, maar het is ook niet zo dat je meteen per 1 januari 1995 het hele bedrag gerealiseerd moet hebben, dat kan ook in de loop van 1995. Sommige dingen kunnen eer der, andere dingen kunnen misschien beter per 1 september 1995. Maar wat ik tegen de heer Krol zeg is dat wij tot nu toe altijd de lijn hebben gevolgd om dat met inachtneming van een termijn van één jaar het aan het GCO kenbaar te maken. Bij het basispakket zijn wij daartoe verplicht, bij het aanvullend pakket is die verplichting er niet, maar het is wel altijd onze gedragslijn geweest. Het lijkt mij netjes om ons daaraan te houden. Dan kom ik bij een derde dekkingsvoorsteldat is de cursus oud-leerlingen speciaal onderwijs. Het gaat daarbij om de oud-leerlingen speciaal onderwijs van de Grewelschool en de Da Costaschool. De CDA- en WD-fractie stellen beide voor om dat subsidie af te schaffen. Het college raadt dat af. Het gaat hierbij om een groep oud-leerlingen van het speciaal onderwijs die op het moment dat zij echt niet meer op de school voor speciaal onderwijs opgevangen kunnen worden, omdat zij te oud zijn, vaak in een gat vallen, thuis blijven zitten en ook nog al eens terug vallen in allerlei zaken die zij op dat speciaal onderwijs geleerd hebben. Beide scholen proberen daar vanouds in te voorzien, overigens is dat niet op basis van besluiten uit 1948 en 1953, want wij hebben hier in 1989 in de gemeenteraad een nieuwe verordening vastgesteld voor oud-leerlingen van het speciaal onderwijs. Toen hebben wij de hele zaak geïnventariseerd en gekeken wat er overigens aan voorzieningen is in Leeuwarden op dit terrein en gecon cludeerd dat er nog steeds een groep is die tussen wal en schip valt en die opgevangen wordt door de Grewelschool en de Da Costaschool. In die zin is het vrij recent in deze raad nog aan de orde geweest en hebben wij daar nieuwe afspraken over gemaakt. Als deze scholen dat niet meer kunnen doen, 241 betekent dit dat er een toch vrij kwetsbare groep nergens meer terecht kan. Dat lijkt het college een slechte zaak. Dan kom ik bij een aantal punten dat te maken heeft met de verzelfstandiging van de schoolbestuurlijke taken openbaar onderwijs. Daar heeft de CDA-fracties een aantal moties over ingediend De eerste is om de taakstelling naar voren te halen. Het college wil dat afraden. De overgang die voorzien was per 1 januari daarvan kunnen wij nu al zeggen dat die wordt ver traagd omdat wij onder andere het traject met het GO nog in moeten en het GO daar op dit moment nog niet over wil praten, omdat zij eerst een aantal andere zaken opgelost wil zien. Daarmee wordt de operatie verschoven. Bovendien denk ik dat het niet zal lukken om in 1994 alles al over te dragen, dat gaat waarschijnlijk gefaseerd, om dan al per 1 augustus een meevaller te ramen, dat lijkt mij wat te optimistisch. Dan is er een tweede voorstel van de CDA-fractie om een extra taakstelling op het ASBO te leggen van f 70.000, Dat lijkt ons evenmin verstandig, er ligt al een taakstelling op die nieuwe instelling van drie formatieplaatsen. Onze inschatting is dat als je daar nog één bij op zet, dat een te grote claim legt op de nieuwe organisatie. Wij zouden u dat dus af willen raden. Ik wil nog een paar cijfers geven. Wij hebben op dit moment zo'n 18 formatieplaatsen, daarvan zijn er 13 die voor de gemeente Leeuwarden werken, de overige 5 doen werkzaamhe den voor een groot aantal andere schoolbesturen. Van die 13 gaan wij er 6 afhalen, 3 per 1 januari en nog eens 3 in de komende 3 jaren. Dan blijven er 7 over. Afgezet tegen de 13 die wij nu hebben, is dat al bijna een halvering. Het lijkt ons onverantwoord om daar nog verder in te gaan. Dan kom ik bij een post van de WD-fractie, 431.360, dan weet zij vast waar ik het over heb, die betreft het speciaal onderwijs. Doorbetaling aan het bijzonder speciaal onderwijs voor een aantal zaken, waarvan de belangrijkste is het zwem onderwijs. Wij hebben een paar jaar geleden hier, toen de minister besloot om een bepaalde groep leerlingen van het speciaal onderwijs uit te sluiten van zwemonderwijs, besloten om dat voor onze eigen rekening te nemen. Daar is toen in het kader van nieuw beleid in deze raad een besluit over genomen. Op het moment dat je dat doet voor de kinderen van het open baar speciaal onderwijs is het logisch dat je dat ook doet voor het bijzonder speciaal onderwijs. Daar komt dus die doorbetaling vandaan. Daarnaast heeft deze post te maken met tuinonderhoud. Wij doen bij onze openbare scholen voor speci aal onderwijs iets meer aan tuinonderhoud, dat wordt dus ook doorbetaald. Maar in een ander voorstel, dat is voorstel nummer 13 van de Dienst Welzijn, waarbij wij u voorstellen om 242

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1993 | | pagina 44