den, want het zal dan elders moeten gebeuren en dat kost ook geld. Tot nu toe is daar f 25.000,voor gereserveerd. Dat is ten opzichte van het totale bedrag niet eens zo'n groot bedrag. Dus in de suggestie die in de motie van de D66-frac- tie wordt gedaan ziet het college niet zoveel. De motie van de PAL/GL-fractie stelt voor in de eerste plaats over te gaan tot het instellen van een minimafonds. Dat hebben wij als college ook uitgesproken en het is in wezen wachten op de besluitvorming van de raad van vandaag voor wij voorstellen zullen doen om tot dat voornemen over te gaan. Wat dat betreft zijn wij het met elkaar eens. Vervolgens stelt zij voor in drie punten om die drie bezuinigingen niet door te voeren. Het zal de PAL/GL-f ractie niet bevreemden dat ik dat ontraad. Blijft over de motie van de PvdA-fractie, die zegt om gedu rende twee jaar f 225.000,wel te storten. De heer Den Oudsten zegt dan namens de PvdA-fractie dat dat voldoende is om het fonds tot en met 1995 in stand te houden. Wij hebben rond de zomervakantie in de raad een voorstel vastgesteld om tot verbreding van het fonds over te gaan. Wij hebben toen aangegeven dat wellicht met enige inspanningen het mogelijk zou moeten zijn om de werking van het fonds van 25 naar 30% op te krikken. Wij hebben geconstateerd dat als dat lukt, dat het betekent dat er toch f 300.000,per jaar voor nodig is, omdat het fonds natuurlijk al een open eind regeling is. Iedereen die er voor in aanmerking komt, zal je een uitkering moeten geven. Je kunt niet zeggen: het geld is op, u komt helaas niet meer in aanmerking. In de motie van de PvdA- fractie wordt uitgesproken dat f 225.000,voldoende is, maar dat betwijfelt het college. Tegen de achtergrond dat wij niet optimistisch zouden moeten zijn, maar wat wij reëel achten, denken wij dat vanuit het voorstel dat kortgeleden door de raad is aangenomen er f 3 ton per jaar voor nodig zal zijn. Op de tweede plaats vinden wij dat wij de motie in zijn geheel moeten ontraden omdat het toch zo zal blijven dat het fonds maar ten goede komt aan een beperkt deel van de minima. Dan komt ik bij de moties over de cultuur. Motie nr. 7 van de PvdA-fractie, motie nr. 14 van de CDA- fractie, motie 31, 32 en 33 van de D66-fractie en motie nr. 63 van de PAL/GL-fractie gaan allemaal over de cultuurfond sen. Ik kan vantevoren meedelen dat het college ook van mening is dat het ondanks alle moeilijke financiële tijden gewenst is dat wij geld beschikbaar hebben voor culturele activiteiten. Het college heeft daarvoor f 1 ton gereser veerd. Ik denk dat daar twee opmerkingen bij te maken zijn. Op de eerste plaats hebben wij het idee dat er door een betere afstemming met de provincie meer te bereiken is in 261 deze stad. Op de tweede plaats zouden de keuzes die je binnen dat fonds maakt in heel nauw overleg met het werkveld gemaakt moeten worden. In de motie van de PvdA-fractie worden in de eerste plaats een aantal accenten gelegd. Ik denk dat ik daarvan kan zeggen dat wij die accenten zullen meenemen in onze discussie met het veld om in een nader beargumenteerd verhaal via de com missie aan de raad zullen voorleggen. Op de tweede plaats stelt de PvdA-fractie voor om het bedrag te verhogen. Dat doen de andere fracties ook in meerdere mate. Ik denk dat ik daarvan kan zeggen dat wij het eens zijn met het feit dat er geld voor culturele activiteiten moet zijn, maar dat het college vanuit het besef dat zij een sluitende begroting aan de raad voor moet leggen, hier een aantal bezuinigingen heeft voorgesteld, waarbij wij afraden om dit voorstel over te nemen omdat daarmee een gat in onze begroting ontstaat. Met de motie van de CDA-fractie over de amateuristische kunstbeoefening en het criterium om de hoogte van de eigen inkomsten van de verschillende clubs een rol te laten spelen bij al of niet toekennen, heb ik toch wat moeite. Ik moet beginnen met te zeggen dat er zo'n 40 organisaties gebruik maken van het fonds. Het gaat dus om relatief kleine bedragen per organisatie. De tweede aantekening die ik wil maken is dat er geen enkele organisatie heeft aangekondigd dat het voortbestaan in gevaar komt of het voortbestaan verdwijnt als deze bezuiniging wordt doorgevoerd. Wij hebben niets anders dan de algemene reactie van het comité "De Leeuw is los" in deze gehad. De enige reactie die wij van een concrete organi satie hebben gehad is een reactie van de toonkunstkoor Con cordia geweest, waar het ging om de mogelijkheid om al of niet activiteiten samen met het NNO te kunnen uitvoeren. Van de kant van het college bestaat de bereidheid om te kijken in hoeverre activiteiten vanuit de amateuristische kunstbeoefening meegenomen kunnen worden bij toekenning uit het nieuwe fonds. Het voorstel van de CDA-fractie om het fonds in stand te laten, maar dan wel te halveren en bij de besteding naar het criterium de hoogte van de eigen inkomsten te kijken, lijkt mij, gezien onze algemene beleidsuitgangs punten, niet een goed uitgang";;Dat zou betekenen dat wij instellingen niet meer stimuleren eigen inkomsten te verwer ven, want als zij dat doen krijgen zij geen subsidie meer. Ik denk dat dat een verkeerde werking zou hebben. Ik zou die motie willen ontraden. Wat betreft de openbare bibliotheek zijn een aantal moties ingediend, motie nr. 17 van de CDA-fractie, motie nr. 30 van de D66-fractie, motie 47 door de WD-fractie en motie 62 van de PAL/GL-fractie. De moties richten zich enerzijds op ver schuiven van de taakstelling van 1996 naar 1997 en anderzijds 262

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1993 | | pagina 54