wij hier een flink aantal bezuinigingsvoorstellen aannemen
die tot gevolg zullen hebben dat wij eerder gemaakte afspra
ken niet kunnen nakomen. (De heer Heine: Nu wil ik ook horen
welke wijk dan en welke projecten dan verschoven worden,
anders is het een soort kaasschaafmethodeDat is het ook,
natuurlijk. (De heer Heins: Dus wij moeten daarna nog eens
gaan uitmaken welk project daar het slachtoffer van is.)
Dat punt lijkt mij op zich wel duidelijk, wij verschillen
misschien van mening, maar dat gebeurt hier wel vaker.
Ten aanzien van het punt 3, het vooralsnog niet ramen van
middelen voor nieuw beleid, ben ik, denk ik, duidelijk genoeg
over geweest. Wij vinden dat het college dat verhaal kan
verdienen en wij zien wel of ze dat ook lukt.
Ten slotte over ons voorstel nr. 4, waar uiteraard de meeste
discussie over is, omdat dat toch wel de hoofdlijn van ons
voorstel is. Eerst ten aanzien van de opmerking van wethouder
Heere. Hij geeft aan dat er in zijn ogen drie bezwaren kleven
aan het voorstel zoals wij dat doen. Het is interen op eigen
vermogen. Hij vraagt zich af of dat op dit moment de juiste
methode is. Daar kan je verschillende taxaties over maken.
Wij denken dat dat op dit moment inderdaad de methode is
waarmee wij onze financiën weer op orde moeten brengen. Maar
het is inderdaad interen op eigen vermogen, daar moeten wij
geen doekjes om winden.
Het tweede punt dat hij noemde was dat afboeken van boekwaar
de "een probleem geeft op het moment dat je zaken die je in
die boeken hebt staan moet gaan vervangen. Er valt geen
ruimte vrij op het moment dat je moet gaan vervangen. Voor
zitter, niet voor niets heb ik in mijn eerste termijn als
voorbeeld voor af te boeken bedragen genoemd de f 5 miljoen
investering in het CambuurstadionImmers wij zijn straks
geen eigenaar meer van het Cambuurstadion en wij hoeven dus
ook niet te gaan vervangen op deze post. Zo zijn er in onze
balans nog wel een aantal boekwaarde" te vinden waar wij niet
tot vervangingsinvestering over hoeven te gaan, zodat dit
punt geen problem:: hoeft te leveren. Ook even naar de
CDA-fractie toe, ik neem aan dat zij nu akkoord kunnen gaan
moet ons voorstel. (De heer Krol: Wij hebben ook nog een paar
interessante dekkingsvoorstellendus als de heer Hoogeveen
daar één uitpikt, dan kunnen wij misschien praten.) Moeten
wij straks nog maar even over praten.
Voorzitter, het derde probleem dat de wethouder aangaf, was
dat de storting in de algemene reserve niet structureel is
maar incidenteel, zodat de f 4 ton die wij aan het eind als
open einde overhouden niet structureel gedekt zou kunnen
worden. Ik ben er in mijn verhaal van uitgegaan dat de stor
ting in de algemene reserve een structurele post is in onze
273
begroting. Het is in de nota Hoofdlijnen niet direct terug te
vinden of dat nu wel of niet het geval is. Wij vonden het in
alle jaarschijven terug. Of het na die jaarschijven in onze
meerjarenramingen klopt, kunnen wij daar niet aan zien.
Vandaar dat wij hiervan uitgegaan zijn. Voorgenomen is om dit
driemaal een incidentele storting te laten zijn, dan levert
dat geen probleem op, want dan valt vervolgens dat bedrag van
f 1,5 miljoen in de volgende jaarschijf vrij en hebben wij
die dekking voor die f 4 ton ook binnen. De systematiek is
iets anders, maar het resultaat is hetzelfde.
Daarmee heb ik wat mij betreft de kritiekpunten van de wet
houder wel voldoende behandeld.
Vanuit de verschillende fracties die tot nu toe over dit
onderwerp hebben gesproken zijn ook nog een aantal reacties
in onze richting gekomen.
De heer Den Oudsten van de PvdA-fractie zegt dat interen op
vermogen in principe kan, technisch is het voorstel mogelijk,
alleen hij vindt dat je het interen op vermogen eigenlijk
alleen zou moeten aanwenden voor het nu investeren in dingen
die je later terug verdient. Wij hebben als insteek gekozen
dat wij op dit moment bezig zijn met het verbeteren van onze
financiële administratie. Wij gaan dus sowieso dingen terug
verdienen, anders zouden wij de investering in onze admini
stratie niet doen. Daarnaast zitten wij met een gigantisch
probleem in het afbouwen van allerlei activiteiten. Daarvoor
willen wij een behoorlijke overgangsregeling treffen. Dat
lukt ons niet zonder deze onorthodoxe maatregelen te treffen.
Daarvoor moeten wij wat interen op ons vermogen, maar daarmee
geven wij wel een stuk ruimte om op een fatsoenlijke manier
activiteiten af te bouwen. (De heer Den Oudsten: Dat is een
politieke stellingWaar het mij om gaat is dat je in feite
zou kunnen zeggen dat jullie het eigen vermogen gebruiken om
een aantal voorzieningen overeind te houden die het college
in zijn voorstellen wil schrappenVoor een deel om voorzie
ningen overeind te houden en voor een deel om een behoorlijke
overgangsregeling te treffen. Waarbij uiteindelijk structu
reel geen problemen ontstaan. Inderdaad, je vermogenspositie
is dan wel afgenomen. Daar zit een politieke keuze in en die
wijkt wellicht af van de politieke keuze die de heer Den
Oudsten maakt. De PvdA-fractie vraagt zich af of dit de keuze
is die je moet maken, in ieder geval wil zij dit nu nog niet.
Vanuit de CDA-fractie kregen wij een vergelijkbare reactie,
waarbij ik op het onderdeel van de vervangingsinvesteringen
inmiddels ben ingegaan. Ook vanuit de CDA-fractie werd ge
zegd: op dit moment willen wij dit voorstel nog niet. Ik
herinner mij nog goed dat wij vorige keer bij de algemene
financiële beschouwingen voorstelden om het niet bezuinigen
voor een deel te dekken uit het niet opvoeren van een forse
27 4