Het betekent wel dat ik op dit moment een dekkingsvoorstel laat vallen en helaas een stuk dekking minder heb, waarvan ik hoop dat wij die over een paar maanden nog wel kunnen inboe ken. Dan is in ieder geval gewonnen dat er wat extra lucht in de begroting ontstaat. Dan kom ik op de overhead of facilitaire kosten. Motie nr. 3 van de PvdA-fractie heb ik net niet besproken. Ik vind het inboeken van bedragen van het eerste jaar f 1 ton, dan f 2 ton en dan f 3 ton echt onvoldoende. Ik heb met de motie, die ikzelf ingediend heb, proberen aan te dragen dat daar veel meer in omgaat. Ik wil het ook nog van de andere kant benaderen. Wij moeten goed beseffen dat aan een perso neelsplaats niet alleen de kosten zitten van gemiddeld f 27.500, maar dat er ook nog overheadkosten in de dienst- begrotingen zitten. Dat leidt er toe dat de totale kosten die wij extra hebben per personeelsplaats, om hem in een geschik te outillage z'n werkzaamheden goed te kunnen laten verrich ten met alle toeters en bellen daaraan, zit tussen de f 30.000,en f 40.000, Misschien wel dichter naar de f 40.000,Wat ik hier vraag is om over 80 arbeidsplaatsen in ieder geval zo'n f 20.000,in te boeken, dat moet eigen lijk uit de organisatie komen. Dan haal ik niet de volledige overhead er uit. Ik begrijp ook best dat er zaken bij zijn die je niet lineair over die totale organisatie kunt inboe ken. Daar zitten kapitaalslasten bij. Maar wat ik eigenlijk vraag is of het niet beter in de richting zou zijn als wij hier f 1,6 miljoen voor inboeken dan pas in 1997 een bedrag van f 3 ton. De wethouder heeft toegezegd dat hier uiteraard verder naar gekeken gaat worden. Wij zijn gewend om dan ook de exacte cijfers op tafel te krijgen. Toch denk ik dat wij, nu wij voor een geweldige operatie staan, wel reëel moeten inschatten in welke richting het ligt. Dan is mijn inschat ting dat wij met f 1,6 miljoen er dichter bij zitten dan pas na drie jaar op f 3 ton. Dat brengt mij er toch toe - hoewel ik weet dat wij de cijfers in de toekomst nog goed krijgen en daar best nog over van gedachten kunnen wisselen - om deze motie te handhaven. j.k heb hem ook gebaseerd op cijfers die op dit moment uit de begroting komen. Ik hecht eraan te zeggen dat ik aan die cijfers in de begroting zeker een reële waarde toeken. Dat is wat ik wilde zeggen, voorzitter. De Voorzitter: Mag ik voor de tweede termijn van het college het woord geven aan de heer Heere. Mevrouw Tiemersma: Ik heb op het lijstje met moties gezien 283 dat de motie nr. 22 over de Twirre in stemming wordt ge bracht. Wij wilden dat dekken uit het Fonds Bovenwijkse Voorzieningen. Wij hebben toch gemeend, omdat het formeel vrij besteedbare ruimte is binnen dit fonds, dat wij deze motie in eerste instantie moeten handhaven. De Voorzitter: Ik maak ook even van de gelegenheid gebruik om te wijzen naar de drie uitgedeelde bladzijden. Het zal ieder een duidelijk zijn wat de bedoeling daarvan is. De volgorde van behandeling is uiteraard in volgorde van de meest ver strekkende afwijking van de voorliggende. Waar u een cirkel tje of wat er op lijkt rondom een aantal nummers ziet, bete kent dit dat ze in onze ogen identiek zijn. Voor de rest spreekt het stuk voor zich. De heer Heere: Ik begin met de opmerkingen van de heer Den Oudsten. De eerste, die van een antwoord moet worden voorzien, is die met betrekking tot de inmiddels gewijzigde motie nr. 70 van de heer Greving. De heer Den Oudsten heeft gezegd dat hij die in de gewijzigde tekst zal steunen. Ik heb een dergelijk stemverklaring vrijwel raadsbreed vernomen. Dat geeft mij mede aanleiding om namens het college te zeggen dat wij de motie nu zo aanvaardbaar achten dat wij hem overnemen. Wat betreft de eigen vermogen motie van de D66-fractie blij ven wij inderdaad van inschatting verschillen over het moment waarop het politiek gewenst is om naar dit onorthodoxe crea tieve middel te grijpen. Het college vindt, met andere frac ties waaronder ook de heer Den Oudsten, dat dat moment nu nog niet gekomen is Ik wil het daar verder bij laten. Voor wat betreft de overheadkwestie ben ik het met de heer Den Oudsten eens dat het denkbaar is dat wij daar met elkaar meer uithalen dan op dit ogenblik door de PvdA-fractie wordt ingeschat, maardat alleen maar kan door daar op een solide manier naar te kijken en vervolgens daar conclusies aan te verbinden. Hij heeft gevraagd of dat op korte termijn in de commissie kan. Ik heb daar overleg over gehad, want de ambtenaren moeten dat dan natuurlijk wel solide voorbereiden. Mij is verteld dat het financieel management van deze gemeen te voor begin januari over dit onderwerp - de hele methodiek en systematiek van de kostendoorberekening gemeentebreed - een studieconferentie heeft belegd. Ik stel voor dat wij daarna in de commissievergadering (misschien eind januari - begin februari) deze hele problematiek, vooruitlopend op de Perspectief nota aan de orde stellen, zodat wij er bij de 284

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1993 | | pagina 65