opnieuw moeten bekijken op welke wijze we - wellicht middels het maken van stedebouwkundige randvoorwaarden - voldoende kader kunnen bieden opdat ook andere initiatieven daar een kans zouden kunnen krijgen. Dan kom ik bij de opmerking van de heer Greving. Het college sluit niet uit dat er sprake zal zijn van eigendomsover dracht. Het zal u bekend zijn dat in de verkoopakte, toen de gemeente het pand kocht van het Koninklijk Huis, een aantal voorwaarden staan opgenomen. Het zal duidelijk zijn dat het gemeentebestuur zich daaraan zal willen houden. Je krijgt dan de situatie van overdracht van het eigendom met een aantal randvoorwaarden. Mocht de stichting er weer uit gaan dan zal de gemeente het eerste recht van terugkoop hebben. Of een ander punt dat de heer Greving naar voren gebracht heeft, het kan toch niet zo zijn dat wij ten behoeve van recepties en trouwpartijen de zalen weer terug moeten huren. Dat zijn ver schillende modellen. Bij verkoop zou je ook in kunnen bouwen dat de gemeente om niet, maar dat bepaalt dan wel weer de prijs, gebruik kan maken van dit gebouw. Dat is dan geen huren, maar dan heb je recht op gebruik. Allemaal vormen die mogelijk zijn. Het college zal uiteraard nog bij de raad terugkomen met hoe wij dit nu precies gaan doen. Ik denk dat met name de praktische argumenten de grondslag zullen moeten zijn van de wijze waarop het zal worden vervreemd, dan wel worden verhuurd. Dat moet dan met inachtname van het ketting- beding, zoals wij dat in het verleden met Koninklijk Huis hebben vastgelegd. De Voorzitter: De heer Heins wil nog een stemverklaring afleggen. De heer Heins: Wij blijven van mening verschillen met het college omtrent het van te voren vaststellen van de stede- bouwkundige randvoorwaarden. Maar dit bezwaar is niet zo zwaarwegend dat wij tegen het voorstel zijn. De Voorzitter: Aan de orde is de stemming. Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w.met de aantekening dat de GPV/RPF/SGP- fractie geacht wil worden te hebben tegen gestemd. 25 Punt 24 (bijlage nr. 245). Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. Punt 25 (bijlage nr. 268). De Voorzitter: Aan de orde is Vaststelling Verdeelbesluit Stadsvernieuwing 1994. De heer Schreuder: Mijnheer de Voorzitter, wij hebben een aanvullende raadsbrief gekregen in verband met het uiteen vallen van de Stichting Woonbelangen Leeuwarden. Bij onze fractie leeft ook het idee om de zaak in eerste instantie voorlopig op deze manier op te lossen. Blijft nog wel het feit - en dat wil ik op dit moment dan wel kwijt - dat ik in herinnering wil roepen dat wij tijdens de algemene beschou wingen een motie hebben ingediend die een bedrag inhield van f 54.000, Ik wil voorlopig - om deze zaak niet al te moeilijk te maken - wel akkoord gaan met dit bedrag op te nemen in de begroting, zoals het dus nu door het college wordt voorgesteld, maar als er definitief helderheid en duidelijkheid is geschapen over de toekomstige organisatie van woonconsumenten, denk ik dat we met dat bedrag waar schijnlijk niet uit de voeten kunnen, dat het te laag is. Maar die wijziging komt op het tijdstip dat die duidelijkheid op tafel ligt. Verder kunnen we instemmen met de raadsbrief zoals die dus nu voorligt. De heer Heins:Ik vind het ook jammer dat de Stichting Woonbe langen uit elkaar is gevallen. Ik ben het eens met datgene wat de aanvullende raadsbrief hierover zegt. Eigenlijk was de wijziging - we hebben eerst de raadsbrief gemaakt, toen is die gewijzigd en nu is die weer voor de tweede keer gewijzigd - min of meer in de oorspronkelijke vorm van de raadsbrief. Ik ga ervan uit, ik zou dat toch even van de wethouder willen horen, dat het bedrag f 50.000,is, hier staat f 49.000, maar dat moet als ik goed ben ingelicht f 50.000,zijn in totaal. Maar dat is verder niet zo belangrijk. Dat dit bedrag gereserveerd blijft, staat er ook in, maar wat gaat het college in de tussenliggende periode doen? Gaat zij nog een actie ondernemen of gaat zij gewoon afwachten, tot wat? 26

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1993 | | pagina 14