De heer Timmermans: Voorzitter, terecht is door de heer Schreuder geconstateerd dat we twee aanvullende raadsbrieven nodig hebben gehad om dit probleem niet tot een oplossing te brengen. Dat komt dus nog. Ik neem verder kennis van de opmerking dat zijn fractie later als de definitieve - naar wij hopen - oplossing aan de orde is, ook het definitieve standpunt zal innemen. De heer Heins constateert nog een aanzienlijk verschil van f 1.000, Ik realiseer me dat dat mogelijk tot een groot probleem gaat leiden. Wij zullen wellicht de Post Onvoorzien daar te zijner tijd voor aan moeten aanspreken. Maar ook dat zal onderdeel van het voorstel worden waar het college op heeft gewezen. Wij gaan op korte termijn met de organisaties praten en kijken hoe de situatie is. Het zal duidelijk zijn dat, om het maar simpel te formuleren, er een huisvestingsprobleem aan de orde zou kunnen zijn en een financieringsprobleem waar wij voor 1993 geen middelen meer hebben en er dus op basis van het globale bedrag waar we het hier over hebben, tot een oplossing zal moeten worden gekomen. Dit betekent dat wij zeker niet lang de tijd zullen nemen om met een voorstel te komen, want die helderheid moet wel geboden worden. De Voorzitter: Aan de orde is de stemming. Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w.met inachtneming van de toezegging van de wethouder. Punt 26 (bijlage nr. 269). De Voorzitter: Aan de orde is Wijziging van de Subsidieveror dening stads- en dorpsvernieuwing 1989 houdende nieuwe regels voor de particuliere woningverbetering, monumenten en wonen boven winkels. De heer Heinz: De particuliere woningverbetering. Zoals ik ook al in de commissie heb gezegd, zijn de meeste onderdelen van de voorgestelde wijzigingen voor ons accepta bel. Ik wil het zelfs nog wat sterker zeggen. Wij gaan ak koord met het nieuwe financiële systeem. Het systeem zit goed in elkaar. Ik denk dat de effectiviteit van de gemeentelijke 27 inspanningen daardoor vergroot zal worden. Er ligt één pijnpuntje, namelijk de hoogte van het subsidie bedrag aan de eigenaren bij projectmatige verbeteringen. Ik kom daar zo even apart op terug. Eerst even een paar algemene punten. We hebben als overheid de zorg voor behoud en verbetering van de kwaliteit van het wonen. De kwaliteit van het wonen in Leeuwarden wordt voor een groot deel bepaald door de particu liere woningvoorraad. Nagenoeg de helft van de woningen valt in deze categorie. We hebben kunnen constateren dat er nog veel in de particuliere voorraad geïnvesteerd moet worden om de kwaliteit op een aanvaardbaar niveau te kunnen houden. Ik formuleer het zo omdat ik daarmee zeggen wil dat goed onder houd essentieel is en op de lange termijn beter en goedkoper dan om de zoveel jaar een grote verbetering doen. Met het geven van subsidies en het doen van investeringen in de stads- en dorpsvernieuwing moet een verplichting tot regelma tig onderhoud kunnen worden opgenomen. Ook dat is een onder deel van duurzame ontwikkeling. Een tweede reden om te blijven investeren in de particuliere woningvoorraad is gelegen in het feit dat meer dan de helft van deze woningen een waarde heeft van minder dan f 140.000, Daar bouwen wij ze tegenwoordig haast niet meer voor, dus moeten we daar extra zuinig op zijn. Een derde reden is gelegen in de woonlasten. De goedkope woningen worden voor een belangrijk deel bewoond door mensen met lage inkomens. Zo wordt bijvoorbeeld in het oostelijk deel van de schil, daar waar de meeste actiegebieden liggen, de helft van de goedkopere woningen bewoond door mensen met lage inkomens. In andere steden is dat aandeel veel lager omdat de huurvoorraad daar voornamelijk toegankelijk is voor de lage inkomens. Leeuwarden prijst zich gelukkig dat een eigen woning voor velen, ook de lage inkomens, goed bereik baar is. Een extra reden om onze politieke aandacht te blij ven richten op het subsidiëren van de particuliere woning voorraad. Vervolgens het subsidiepercentage. Op dit moment is dat 75% ineens. Zoals bijvoorbeeld in de Noordvlietstraat en omgeving dit jaar is gegeven. De woningen zijn verbeterd en staan er weer goed bij. De buurt kan daar met recht trotB op zijn, maar het heeft heel veel moeite gekost om de mensen over de streep te trekken. De regeling zoals die nu door de gemeente wordt voorgesteld komt er grofweg op neer dat de netto-maandlasten twee keer zo hoog worden als in de oude regeling. Daar staat tegenover dat als de regeling door de bewoners geaccepteerd wordt er ander- 28

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1993 | | pagina 15