gepraat door de heer Heins en anderen, wou ik het kort en
zakelijk houden. En ik dien hierbij een motie in met de
volgende inhoud:
"De raad van de gemeente Leeuwarden,
in vergadering bijeen op 13 december 1993,
gelezen de Subsidieverordening stads- en dorpsvernieu
wing zoals weergegeven in bijlage nr. 269;
overwegende dat:
bij de voorgestelde subsidieregeling ten aanzien
van de particuliere woningverbetering de subsi
dieregeling van 6% ineens vooraf en 94% achteraf
na 15 jaar de deelname aan projectmatige particu
liere woningverbetering ernstig in gevaar kan
komen
het jaarlijks vast te stellen budget voor woning
verbetering in de particuliere sector zo doelma
tig en rechtvaardig mogelijk moet worden ingezet
waarbij de woonlasten een belangrijk onderdeel
vormen
- met name in actiegebieden de particuliere woning
verbetering de komende jaren zoveel mogelijk moet
worden gestimuleerd waarbij een gemeentelijke
bijdrage van 45% te laag is;
is van mening dat:
een gemeentelijke bijdrage van circa 50% als reëel mag
worden gesteld waarbij het aantal te verbeteren woningen
toch op een aanvaardbaar niveau blijft binnen het vast
te stellen budget;
besluit:
de Subsidieverordening stads- en dorpsvernieuwing aan te
passen en het subsidie voor particuliere woningverbete
ring vast te stellen op 15% als bijdrage vooraf en 85%
als bijdrage achteraf (na 15 jaar) en draagt het college
van burgemeester en wethouders op daar waar nodig de
Subsidieverordening stads- en dorpsvernieuwing Leeuwar
den te wijzigen, artikelgewijs, zodanig als in dit be
sluit is bedoeld;
en gaat over tot de orde van de dag."
Deze motie is door mij ondertekend. (De Voorzitter: De motie
maakt deel uit van de beraadslagingen.)
Ik wou het hier, gezien de zaak volgens mij vrij duidelijk
lijkt, bij laten in eerste instantie.
De heer Van Olffen: De gewijzigde Subsidieverordening stads
en dorpsvernieuwing is een resultaat waaraan alle martkpar-
tijen, zoals banken, consument en gemeente, hebben samenge
31
werkt. Een tamelijk unieke zaak. De verordening biedt een
aantal arrangementen waaruit de consument zelf een keuze kan
maken. Ik ga nu gelijk maar door naar het heikele punt in de
discussie, waar andere sprekers zich ook toe beperkt hebben,
de hoogte van het subsidie.
De SVK en de Woningwacht vinden het subsidiebedrag te laag.
Wij kunnen niet beoordelen of zij daarin gelijk krijgen.
Vooralsnog gaan wij uit van de bedragen die het college
voorstelt. Immers een lager subsidiebedrag gaat ten koste van
de produktie per jaar. We zullen toch een keer moeten leren
omgaan met minder middelen en meer bereiken. Bovendien is er,
ten behoeve van de lagere inkomensgroepen, een arrangement
ontwikkeld dat optimaal gebruik maakt van de mogelijkheden
van woonkostentoeslag in de bijstandsregeling. Dan kun je
natuurlijk gaan vooruit lopen op mogelijke toekomstige ont
wikkelingen. Op dit moment waar we het over hebben, is dit
een mogelijkheid. Zeker gelet op de positie van de lagere
inkomens kunnen wij dan ook akkoord gaan met de voorgestelde
subsidiebedragen. Mocht het zo zijn dat de pessimisten gelijk
krijgen, dat er een ernstige stagnatie zal optreden in de
particuliere woningverbetering, dan is dat altijd nog een
moment waarop je terug moet. Dat moet ook aangetoond worden,
net zo goed als aangetoond moet worden dat deze regeling goed
of slecht is. Wij kiezen op dit moment voor een hogere pro
duktie, want uiteindelijk is het natuurlijk ook zo - en ik
wil daar niets denegrerends of iets verkeerds mee zeggen -
dat eigen woningbezit ook een verantwoordelijkheid is van de
eigenaar zelf. Ook één van de uitgangspunten van deze nota.
De heer Terpstra: Mijnheer de Voorzitter, drie aspecten met
betrekking tot dit agendapunt.
Het eerste aspect betreft de voorlichting. Ik denk, wat er
ook uit gaat komen, of dat nu 6% of 30% wordt, wat vooral
heel belangrijk is, is de voorlichting omdat er namelijk toch
wel wat verandert voor de betrokkenen. In de voorlichting
moet dan niet alleen gewezen worden op de voor- en nadelen
van de verschillende arrangementen, maar ook heel duidelijk
op de risico's die mensen lopen als zij kiezen voor het
afzien van subsidie. Dit kan bijvoorbeeld betekenen dat er
aangeschreven moet worden en misschien besloten moet worden
wijken, die op een zeker moment in de planning van actie
gebieden opgenomen zijn, daarvan af te voeren.
Dan de regeling zelf. We zijn er in de commissie ook op
ingegaan. Op het punt van de actiegebieden zijn drie arrange
menten, waarbij over één arrangement nog enige onduidelijk
heid is hoe de fiscus daarmee om gaat. Mijn vraag is of daar
al wat meer van bekend is.
32