zoals wij die kennen is eigenlijk identiek aan de regelingen die ook andere gemeenten al hanteren qua systematiek fiscaal gezien. Rotterdam, Groningen en dergelijke hebben die rege lingen. Wij zullen de inspecteur nog een keer moeten overtui gen dat deze werkwijze bestaand beleid is. Wij gaan ervan uit dat op zo kort mogelijke termijn ook Financiën zal instemmen met deze regeling. De heer Terpstra zegt: het college heeft in die situatie voorzien, daartoe is artikel 5 opgenomen op grond waarvan het college zelf dat arrangement alsnog van toepassing kan ver klaren. Hij heeft gevraagd of de commissie daarover kan worden gehoord. Ik stel mij voor dat daar geen enkel bezwaar tegen is. Dan weten wij precies van de hoed en de rand. De heer Heins: Nog een paar opmerkingen ter reactie. Het volgende project dat binnenkort aangepakt moet worden is de tweede fase Rembrandtstraten. Daar hebben wij al in een eerder stadium een brief over gekregen. Wat er ook vanavond uit rolt, ik denk dat wij er niet omheen kunnen om, gezien het feit dat de tweede fase Rembrandtstraten al heel lang in de pen zit, dit actiegebied een extra behandeling te geven. Ik vind het nogal wat de mensen die aan de andere kant van de straat wonen opeens dubbele lasten moeten betalen. Die verge lijking binnen één straat komt daar voor. Bovendien zijn in het verleden voor de Rembrandtstraten ook mondelinge toezeg gingen gedaan, die niet zover gaan dat het persé volgens de oude regeling moet, maar die wel zover gaan dat je op dit moment kunt zeggen dat er binnen één buurt sprake is van een soort rechtsongelijkheid als zo kort na elkaar de ene kant van de straat een hele andere regeling voorgeschoteld krijgt dan de andere. Ik vraag een bijzondere aanpak of misschien wel een uitzonderingspositie voor de Rembrandtstraten. Dan nog even terugkomend op de motie. Iedereen staart zich blind op die 75 woningen die aangepakt kunnen worden met het voorstel van het college. Ik denk dat dat ten onrechte is. Als je ziet welke plannen er volgende jaren op stapel staan - ik heb mij laten informeren door de SVK - dan halen wij zelfs de 50 volgend jaar niet. Met andere woorden wij zitten ons hier blind te staren op een aantal woningen dat wij in de praktijk sowieso niet kunnen halen. Dat in de eerste plaats. In de tweede plaats de inschatting die het college maakt stoelt louter en alleen op indrukken van het Bureau Ausseme. Ook de dienst heeft z'n twijfels of de 6% haalbaar is en durft daar ook geen duidelijke uitspraak over te doen. Bureau Aussems heeft gezegd dat het wel wordt gehaald en daarom vaart het college daar op. Ik hecht meer waarde aan de jaren 37 lange ervaring van de SVK die een wat reëlere inschatting kan maken over wat in die buurten haalbaar is en wat niet. Ten slotte nog dit. Men heeft mij een pessimist genoemd. Ik schaar mijzelf onder de realisten. Mocht het toch zo zijn dat volgend jaar dit voorstel van het college en de voorlichting die gegeven zal worden het met vlag en wimpel zal halen, dan zal ik deze wethouder trakteren op een goede fles wijn. De heer Schreuder: Mijnheer de voorzitter, wij kunnen elkaar op dit moment wel met cijfers om de oren slaan, maar waar het om gaat is dat de eigenaren daar niet op zitten te wachten. Ik heb in de motie duidelijk aangegeven dat wij als D66- fractie vinden dat het heel redelijk is als 50% de totale gemeentelijke bijdrage is bij de particuliere woningverbete ring en dat 50% dus door de eigenaar/bewoner moet worden opgebracht. Dit lijkt mij een hele rechtvaardige gang van zaken. Om één cijfers te noemen, want iedereen doet het, het zal in ons voorstel slechts om acht woningen per jaar minder gaan. Ik denk dat dat een te overziene factor is die zonder risico kan worden genomen. Kortom, ik wou de andere fracties toch proberen te overtuigen om de door mij ingediende motie te ondersteunen. De heer Terpstra: Ik kan u mededelen, de antwoorden van de wethouder gehoord hebbende op onder andere de moties, dat wij het voorstel van het college zullen ondersteunen. De heer Van Olffen: Toch nog even een korte reactie, voorzit ter, met name wat betreft de ingediende moties. Het zal uit mijn verhaal in eerste termijn duidelijk zijn geworden dat wij achter het collegevoorstel staan. Het blijft natuurlijk altijd arbitrair en de tijd zal moeten leren wie hier gelijk krijgt. Ik hoop het college, maar ik heb ook uitdrukkelijk gezegd dat het moeilijk is om die termijnen aan te geven. Als je nu al gaat zeggen: volgend jaar gaan wij het weer herover wegen, dan zou je ook een soort meganisme kunnen krijgen dat het beter even uitgesteld kan worden tot er mogelijk meer subsidie komt. Ik vind dat deze gewijzigde verordening een aanleiding is om een nieuw systeem in te voeren en dat wij het zo maar moeten proberen. U kunt zich voorstellen dat wij uit hoofde daarvan de moties van de PAL/GL-fractie en de D66-fractie niet zullen steunen. 38

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1993 | | pagina 20