door de instellingen dat zij er nog steeds van uitgaan dat er
een nieuwe stichting komt en dat dat voor hen ook inderdaad
het doel is. Ook deze gang van zaken is alles behalve helder
te noemen. Hoe verklaart de wethouder dat hij in de commissie
de indruk heeft gewekt dat alles naar wens verliep, terwijl
dit feitelijk niet het geval bleek te zijn. Nu wij vandaag
een beslissing zullen moeten nemen over de subsidiëring van
de nieuwe stichting wil ik met nadruk aangeven dat wij daar
in principe mee in kunnen stemmen mits het duidelijk wordt op
welke termijn de fusie nu daadwerkelijk gaat plaatsvinden,
want dat is vooralsnog onduidelijk. Volgens mij kan het
subsidie alleen verstrekt worden aan een instelling die ook
daadwerkelijk bestaat en dat is nu nog niet het geval.
Als de nieuwe instelling er dan komt, blijkt nu - en dat is
het volgende probleem - hen een dreigend financieel tekort
boven het hoofd te hangen door de onduidelijk positie van het
RBA en de financiering van projecten. Wij zijn van mening dat
als wij als gemeente eerst een aantal instellingen de op
dracht geven te fuseren, vervolgens een opdracht geven aan
deze instellingen dat zij een aantal arbeidsplaatsen moeten
realiseren, dat het te gemakkelijk is door te zeggen - dat
heeft de wethouder ook in de commissie genoemd - dat het een
probleem is van de instelling dat zij te weinig financiële
middelen zullen hebben voor de start van de nieuwe stichting.
Wij zijn van mening dat wij als gemeente daar toch ook een
rol in moeten spelen waarin duidelijk ook de verantwoorde
lijkheid ligt voor de nieuwe stichting dan wel de drie in
stellingen waar het om gaan. Het is niet zo dat wij als
gemeente, want eigenlijk zijn wij medefinancier, ook maar
voor de garantie zouden moeten opdraaien. Het gaat hier dan
om een liquiditeitsprobleem van volgens mij om en nabij de
f 7 4 f 9 ton die de stichting tekort heeft, waardoor zij in
januari al in moeilijkheden zal komen. Daarom hebben wij - de
fractie van D66 en PAL/GL - een motie hiervoor gemaakt die
luidt als volgt;
"De raad van de gemeente Leeuwarden,
in vergadering bijeen op 13 december 1993,
overwegende
dat voor de nieuwe organisatie werksoort PMZW aanvullen
de financiële garanties nog ontbreken;
besluit:
het college van burgemeester en wethouders op te dragen
om, in overleg met de nieuwe organisatie, binnen het
beschikbare budget een oplossing te vinden voor het
dreigende liquiditeitsprobleem in het eerste kwartaal
van 1994;
en gaat over tot de orde van de dag."
45
De motie is ondertekend door mijzelf en de heer Hoogeveen van
de D66-fractie.
Uit mijn betoog mag duidelijk blijken dat onze fractie be
hoorlijk wat vraagtekens zet bij een aantal zaken die hebben
plaatsgevonden in dit fusietraject. Ik hoop van harte dat de
wethouder verheldering kan geven in de zaken die ik zonet heb
opgesomd en kan aangeven hoe dit heeft plaats kunnen vinden
en wat de oplossingen zullen zijn op korte termijn.
De heer Biemans: Mijnheer de voorzitter, de herstructurering
van het Project Mensen Zonder Werk is er één met hindernis
sen. Oorspronkelijk was het de bedoeling dat de nieuwe orga
nisatie op 1 oktober j.l. van start kon gaan. Dat bleek om
diverse redenen niet haalbaar. Een start per 1 januari 1994
leek wel haalbaar. In de commissievergadering van 22 november
j.l. is het nieuwste voorstel aan ons ter advisering voorge
legd. Dat voorstel leek aan alle eisen die wij er aan wilden
stellen te voldoen. De activiteiten van de Stichting Werk
plaats De Opstap, de Stichting Jongerenwerk Leeuwarden en de
Stichting PMZW zouden in één nieuwe organisatie met één
bestuur worden ondergebracht. Door de externe adviseur die
bij de herstructurering was betrokken werd voorgesteld om de
huidige Stichting Werkplaats De Opstap na een statutenwijzi
ging te laten fuseren als de nieuwe organisatie. De andere
instellingen zouden hun activiteiten en middelen overdragen
en bestuurlijk in de nieuwe organisatie participeren. Zo
staat ook in de raadsbrief te lezen op pagina 4. Dat leek ons
een goede oplossing, op die manier kon naar ons idee worden
voldaan aan de uitgangspunten dat er een nieuwe organisatie
moest komen die flexibel, effectief en efficiënt kon inspelen
op de ontwikkelingen op de arbeidsmarkt.
Op basis van heel recente informatie bleek ons dat het idee
dat wij met één organisatie te maken zouden krijgen niet
correct was. Uit onze informatie blijkt dat er een Stichting
Stopa komt die alle activa, reserves, bedrijfsgebouwen,
machines, inventaris enz. van de Stichting Werkplaats De
Opstap overneemt. Feitelijk is het dezelfde stichting, alleen
is de statutaire vorm gewijzigd. Deze stichting fungeert als
beheerstichting. Die beheerstichting kent geen enkele relatie
meer met de gemeente.
Daarnaast komen er twee werkstichtingen, de Stichting De
Opstap, die moet niet verward worden met de huidige Stichting
Werkplaats De Opstap, die door de gemeente gesubsidieerde
activiteiten zal uitvoeren, en de Stichting Object die op
commerciële basis zal trachten projecten op het terrein van
de PMZW doelgroep uit te voeren. De beide werkstichtingen
zullen hun gebouwen en het gebruik van machines en inventaris
etc. moeten huren van de Stichting Stopa. Met andere woorden,
46