het gemeentelijk subsidie vloeit op deze manier naar een
instelling die onafhankelijk is van de gemeente en waarover
de gemeente geen zeggenschap heeft nog invloed op kan uitoe
fenen. Omdat het personeel in dienst is van de nieuwe werk-
stichtingen kan bij een exploitatietekort ook geen beroep
gedaan worden op het vermogen van de Stichting Stopa. Met
andere woorden, de gemeente loopt alle financiële risico's.
Wij hebben begrepen dat de Stichting Stopa al bestaat. Een
belangrijke vraag voor ons is wat er statutair geregeld is
rond het eventueel batig saldo indien de stichting ontbonden
wordt
Voorzitter, u zult hopelijk begrijpen dat de wethouder eerst
onze zorgen zal moeten wegnemen, voordat wij kunnen instemmen
met de constructie die ik net aangaf. Indien het noodzakelijk
is geef ik er de voorkeur aan niet vanavond te beslissen over
de voorgenomen fusie, maar in de volgende commissievergade
ring over de ontstane situatie te praten en daarna pas in
deze raad tot een besluit te komen. Dat wij daarmee de datum
1 januari 1994 overschrijden is mij duidelijk, maar is iets
dat ik op de koop toe neem, om op basis van zo duidelijk en
accuraat mogelijke informatie tot een besluit te komen.
De heer De Beer: Voorzitter, het duizelt mij op het ogenblik
een beetje moet ik u zeggen. Ik hoor nogal wat informatie die
mij niet bekend is en die zij wel hebben. Mijn voorstel zou
ook zijn om vanavond niet te gaan beslissen, maar in ieder
geval met de informatie die ik nu ook heb gekregen eerst
terug te gaan naar de fractie en dan naar de commissie.
Mevrouw Waanders: Wij gaan akkoord met het concept-besluit
dat aan de raadsbrief is toegevoegd en dat is niet echt
verbazingwekkend want het besluit tot het samengaan van de
drie PMZW-instellingen is in wezen al een heel oud voornemen.
Over de redenen voor de herstructurering en over de toe te
kennen subsidie aan die ene nieuwe PMZW-stichting zijn reeds
eerder besluiten genomen en daarmee is mijn fractie ook
akkoord gegaan.
Er resten wel een aantal vragen, die zijn voor een deel ook
door vorige sprekers gesteld. Dat heeft niet zozeer te maken
denk ik met het besluit dat wij hier nemen vanavond, maar wel
met de manier waarop de f 1 miljoen aan gemeentelijk subsidie
wordt ingezet. Dat heeft wel te maken met de ingewikkelde
kwestie die de heer Kroes ook aan de orde heeft gesteld,
namelijk de herstructurering van een van de deelnemende
instellingen dit jaar. De opsplitsing van Stichting De Opstap
in drie aparte stichtingen. De heer Kroes heeft dit heel
moeilijk uitgelegd, ik zal dat niet herhalen want daar wordt
47
het alleen maar verwarrender van. Dat roept een aantal vragen
op.
De heer Biemans heeft ook al gewezen op het feit dat je in
een situatie terecht komt waarbij sprake is van één beheers-
tichting, waarin alle activa van de voormalige Stichting De
Opstap zijn ondergebracht. Daaronder hangen twee uitvoerende
organisaties. Met een van die uitvoerende organisaties gaan
PMZW en JWL samen. Het is volstrekt onduidelijk in hoeverre
de gemeente dan nog grip houdt op de Stichting Stopa en op de
activa die zijn ondergebracht in de Stichting Stopa. Ik ga
ervan uit dat een deel van de activa die daarin zijn onderge
bracht gemeentelijk eigendom zijn. Dan komt de vraag aan de
orde, als het gaat om de besteding van die f 1 miljoen, als
het gaat om huisvestingslasten, om huur die in rekening wordt
gebracht door Stopa bij de nieuwe PMZW-instelling, hoe zich
dat verhoudt tot de middelen die door de gemeente zijn inge
bracht in de Stichting Stopa. Daar is nu wat mij betreft nog
helemaal geen zicht op. Ik vraag mij ook af of de gemeente
bij de beoordeling van begrotingen die worden ingediend na
verloop van tijd daadwerkelijk bevoegdheden heeft om in te
grijpen, wanneer de gemeente denkt dat bijvoorbeeld de bedra
gen die worden gevraagd aan huur voor gebouwen of machines
niet correct zijn.
Wij zijn het er wel mee eens dat de instellingen die per 1
januari 1994 samengaan, nadrukkelijk ook een eigen verant
woordelijkheid hebben als het gaat om de uitvoering van het
besluit tot herstructurering, tot het samengaan in één in
stelling. Dat neemt niet weg dat die herstructurering van
Stichting Werkplaats eerder dit jaar de kwestie wel erg
ondoorzichtig heeft gemaakt.
De vragen die daarover gesteld zijn en die ik in verkorte
versie heb herhaald zou ik graag beantwoord zien door de
wethouder.
De heer Hoogeveen: Voorzitter, toen wij ongeveer een jaar
geleden in deze raad een besluit namen om de geldstromen in
het subsidie werksoort Projecten Mensen Zonder Werk te gaan
herstructureren, wisten wij dat het een operatie zou worden
onder grote tijdsdruk en wij wisten ook dat de nieuwe organi
satie zou moeten gaan werken met een klein basisbudget vanuit
de gemeente, waarbij aanvullende financiering van bijvoor
beeld ESF noodzakelijk zou zijn. In het jaar dat nu aan die
fusie gewerkt wordt zijn er een aantal ontwikkelingen geweest
waar de drie organisaties niet direct verantwoordelijk voor
gesteld kunnen worden. Aan de ene kant is dat de externe
adviseur die om een aantal redenen, voor zover wij dat nu
kunnen achterhalen, nog steeds zijn eindprodukt niet heeft
afgescheiden, aan de andere kant is dat het RBA dat bezig is
48