Toch is er één punt, ik heb dat in de Commissie Onderwijs en
Samenlevingszaken ook al naar voren gebracht, dat hiermee op
gespannen voet staat. Doordat de financiering moeilijk rond
te krijgen is en wij het aantal gesubsidieerde kinderopvang
plaatsen moeten terugbrengen, wij nemen aan dat dat bedrijfs-
opvangplaatsen gaan worden, is daar meer ruimte omdat er via
CAO-overleg meer financiële middelen beschikbaar zullen
komen, het gaat om 30 plaatsen. Dat neemt niet weg dat het
aantal gesubsidieerde plaatsen voor kinderopvang zal afnemen,
terwijl er al een grote wachtlijst is. Als wij dan kijken
naar de doelgroep waarvoor de gesubsidieerde kinderopvang
plaatsen nog beschikbaar zal zijn, dan kan ik mij niet aan de
indruk onttrekken dat daar een zekere prioriteit wordt gege
ven aan bepaalde groepen van ouders. Ik denk ook terecht. Als
je weinig plaatsen hebt, dan zal je daar heel bewust naar
moeten kijken. Nu is het tegelijkertijd zo - het was de
PAL/GL-fractie bij de algemene beschouwingen die dat naar
voren bracht - dat wij in Leeuwarden te maken hebben met
ongeveer 8000 tweeverdieners, om zo maar te zeggen, en tege
lijkertijd zo'n 6000 uitkeringsgerechtigden. De PAL/GL-frac-
tie heeft terecht de vraag gesteld of die tweedeling in de
maatschappij, gezinnen waar inkomens zijn zelfs vaak dubbele
inkomens zijn en gezinnen waar geen inkomen is, of die niet
te groot wordt. Ik denk als wij kijken naar de kinderopvang,
wij daar heel kritisch naar moeten kijken, zeker waar nu het
aantal gesubsidieerde opvangplaatsen terugloopt. Helaas neemt
op dit moment ook het aantal eenoudergezinnen toe. Dat is ook
een reden om daar eens heel goed naar te kijken.
De wethouder heeft in de commissie een toezegging gedaan dat
hij met de Stichting Kinderopvang Leeuwarden nog eens zou
gaan kijken hoe de opvangplaatsen voor kinderen uit eenouder
gezinnen ruimte gegeven kan worden. Ik ben benieuwd wat er
uit dat overleg gekomen is en of dat overleg al heeft plaats
gevonden. Maar ik ben wel ongelukkig met de drie criteria die
nu genoemd staan, terwijl de eenoudergezinnen niet genoemd
worden. Met name het laatste punt, kinderen van ouders waar
van de werkgever geen opvangregeling heeft, dan wel waarvan
de ouders geen gebruik kunnen maken, dat vind ik zo'n open
deur worden, dat de werkgever kan zeggen probeer het maar via
de gemeente te regelen. Ik vind dat een moeilijke formulering
en ik zou dan veel liever prioriteit willen gaan geven aan de
kinderen van eenoudergezinnen. Om die reden heb ik een motie
voorbereid, dat is ontstaan mede doordat de notulen van de
commissievergadering nog niet rond waren en dus ook de toe
zegging van de wethouder nog niet geheel schriftelijk vast
lag. De motie luidt als volgt:
"De raad van de gemeente Leeuwarden,
in vergadering bijeen op 13 december 1993;
61
behandelende de Rapportage Kinderopvangplan 1993;
overwegende:
dat in het plan geen voorrang wordt gegeven aan
kinderopvang voor kinderen uit eenoudergezinnen
voor gesubsidieerde kinderopvangplaatsen;
dat gestreefd moet worden naar het realiseren van
ten minste één arbeidsinkomen per gezin;
dat gezinnen van tweeverdieners gemakkelijker in
staat geacht moeten worden zelf de kinderopvang
te betalen;
- dat er een wachtlijst bestaat voor gesubsidieerde
kinderopvangplaatsen
besluit:
het college op te dragen met de Stichting Kinderopvang
Leeuwarden te overleggen de voorrang voor kinderen uit
eenoudergezinnen te realiseren."
De motie is door mijzelf ondertekend.
Mevrouw Dikken: Voorzitter, het onderwerp kinderopvang is zo
langzamerhand een oude bekende. Gelukkig een onderwerp waar
meestal een heleboel positiefs over te zeggen valt, zo ook nu
weer. Deze keer hebben wij het met name over de uitbreiding
die dit jaar zijn beslag krijgt. Kinderopvang is uitgegroeid
tot een volwassen werksoort. De werksoort die zorgt voor veel
werkgelegenheid en die er voor zorgt dat wanneer er omstan
digheden zijn waardoor je zelf niet voor je kinderen kunt
zorgen er professionele verantwoorde opvang is. Als wij
kijken naar de enorme uitbreiding die dit jaar bij de kinder
opvang plaats vindt, dan wil ik nogmaals zeggen dat de PvdA-
fractie grote waardering heeft voor alle partijen die ervoor
gezorgd hebben dat de plaatsen die gepland waren ook daadwer
kelijk gehaald zijn. De Dienst Samenlevingszaken heeft samen
met de SKL een enorme klus geklaard en - dat mag ook wel eens
gezegd worden - zonder overschrijdingen, alles binnen de
budgetten die daarvoor beschikbaar zijn.
Uit de rapportage wil ik het volgende nog naar voren halen,
de heer Greving heeft daar in wezen ook al een aantal dingen
over gezegd.
Wij zijn nogal uitgebreid ingegaan op het voorrangsbeleid op
de wachtlijsten. In de eerste plaats willen wij dat er een
scheiding wordt aangebracht tussen wachtlijsten voor gesubsi
dieerde plaatsen en voor bedrijfsopvangplaatsen. Het moet
niet zo zijn dat er mensen op twee wachtlijsten staan. Als
een bedrijf kindplaatsen heeft gekocht moet de ouder die daar
werkt daar gebruik van maken, dat is ons uitgangspunt. Wat
ons betreft blijft kinderopvang een algemeen toegankelijke
62