Voordracht van burgemeester en wethouders:
1. mevrouw M.S.P. Klein Beernink (penningmeester)
2. mevrouw J. Tiemersma.
Benoemd worden de voorgedragenen met algemene stemmen.
De heer Terpstra en mevrouw Van Ammers vormden met de voor
zitter de leden van het stembureau.
Punt 5 (bijlage nr. 5).
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten overeenkomstig het
voorstel van b. en w.
Punt 8 (bijlage nr. 12).
De Voorzitter: Aan de orde is Verdeelbesluit Sociale Vernieu
wing 1994-1995.
De heer Kroes: Voorzitter, in de commissievergadering werd de
behandeling van dit Verdeelbesluit overschaduwd door Toets,
die zichzelf op die avond heeft opgeheven. De toen gehouden
discussie kan gekenmerkt worden als impulsief en emotioneel
misschien wel, dat kwam ook omdat wij als leden van de com
missie op dat moment geconfronteerd werden met een plotseling
besluit
Ik heb in die bewuste vergadering de wethouder gevraagd hoe
zij denkt de komende tijd op gemeentelijk niveau contact te
onderhouden met de groepen waarop de sociale vernieuwing zich
richt, nu Toets van het toneel verdwijnt. De wethouder gaf
daarbij aan - en dat kan ik mij ook heel goed voorstellen -
dat zij, gezien het plotselinge besluit van Toets tot ophef
fing, geen tijd heeft gehad om daarover na te denken. Wij
zijn inmiddels drie weken later en ik wil de wethouder vragen
of zij daar al over nagedacht heeft en zo ja of zij daarin al
ideeën heeft ontwikkeld.
Voorts zou ik de wethouder willen confronteren met een van
haar gevleugelde uitspraken over sociale vernieuwing. Zij
zegt dan: weet je wat zo leuk is aan sociale vernieuwing? Er
mag ook eens een keer iets fout gaan. Ik kan mij daarin
12
vinden, want wat wij doen blijft immers mensenwerk. Maar bij
mij komt dan direct de vraag naar boven: wat is er mis ge
gaan, hoe is dat gekomen en waarom is dat gebeurd? Het ant
woord op deze vragen is belangrijker dan de stelling dat er
iets mis mag gaan. Daarom wil ik de wethouder vragen of zij
bereid is samen met betrokkenen, waaronder de leden van
Toets, in alle openheid een evaluatief gesprek aan te gaan
ten einde een antwoord te krijgen op de door mij geformuleer
de vragen.
(De heer Den Oudsten: De heer Kroes vraagt aan het college
wat of er fout is gegaan, hoe het is fout gegaan etc. Wat
vindt hij er zelf van wat goed is gegaan en wat fout is
gegaan? Het is voortdurende de methode van de PAL/GL-fractie
om allerlei vragen op te roepen en antwoorden aan anderen
over te laten.) Wij willen best een rol spelen in de beant
woording van die vragen, maar ik denk toch dat het een eerste
verantwoordelijkheid is van de wethouder. (De heer Den Oud
sten: De heer Kroes weet het dus zelf ook niet.) Ik heb
inderdaad op dit moment niet de informatie waarop ik conclu
sies kan trekken. (De heer Heins: Als de heer Den Oudsten het
antwoord weet, mag hij het ons graag vertellen(De Voorzit
ter: Ik wou de heer Den Oudsten in overweging geven dat het
een goed gebruik is dat met name in de eerste termijn - en
zeker ook daar waar het betreft een fractie die niet deel
uitmaakt van het college - de wisselwerking met het college
wordt gevoerdMisschien dat in de tweede termijn ruimte voor
wisselwerking en interpellatie overblijft wanneer datgene
niet is gezegd waar hij benieuwd naar is.)
Mijn vraag was of de wethouder bereid is om samen met de
betrokkenen, waaronder de leden van Toets in alle openheid
een evaluatief gesprek aan te gaan ten einde een antwoord te
krijgen op de door mij geformuleerde vragen. Want het ant
woord op wat, hoe en waarom is belangrijk om te weten, want
daar kunnen wij als gemeenteraad, maar ook als gemeentelijke
overheid, voordeel mee doen.
Dat is wat onze fractie betreft de voorwaarde waaronder iets
mis mag gaan, want dan leer je van je fouten. Ik hoop dat de
wethouder de toezegging wil doen en de evaluatie van Toets op
korte termijn kan en wil realiseren. Wij als fractie van
PAL/GL denken dat misschien de Commissie Economische en
Sociale Zaken daar een rol in zou kunnen spelen, ook als
antwoord op de heer Den Oudsten.
De heer Greving: Mijnheer de voorzitter, het Verdeelbesluit
is in de commissie aan de orde geweest. Daar is de discussie
nogal bepaald geweest door het punt dat Toets daar meegedeeld
heeft dat zij zichzelf wilde opheffen, omdat zij geen vol
doende mogelijkheden zag om voort te gaan met de zaak zoals
13