In zijn algemeenheid gaan wij akkoord met de herschikking van
de raadsadviescommissies
Ik kom dan op het punt dat nogal wat ruimte in de raadsbrief
in beslag neemt, namelijk het hoofdstuk over een efficiënte
en effectieve werkwijze van de raad en raadsadviescommissies.
De opmerkingen die daar gemaakt worden, gaan wij mee akkoord.
Van raadsleden wordt terecht veel gevraagd. Er zal altijd een
spanning blijven tussen het enerzijds sturen op hoofdlijnen
en anderzijds de volksvertegenwoordigende functie. Het is de
taak van een raadslid om daar een juist evenwicht in te
vinden
Essentiële voorwaarden voor het sturen op hoofdlijnen zijn
volgens ons dat de raad ook een maximale invloed heeft aan
het begin van de beleidscylclusMevrouw Waanders heeft daar
over gesproken.
Dan kom ik op het punt van de-meningsvormende vergaderingen,
de brainstorm. In een aantal commissievergaderingen heb ik
dat meegemaakt en het is wat ons betreft tot nu toe niet zo'n
succesvolle aangelegenheid geweest. Het gaat om het begin van
de beleidscylclus, zodat er in ieder geval een heldere pro
bleemstelling op tafel ligt en dat er een mogelijkheid is
voor raadsleden en ook vanuit het apparaat om meerdere alter
natieven aan te dragen. Ook daar is over gesproken.
Nadrukkelijk wordt aandacht gevraagd voor de beleidsevalua
tie. De PvdA-fractie heeft daar een notitie over ingediend,
waarmee wij akkoord gaan om daar in de Commissie Algemene
Zaken nog eens naar te kijken.
Daarnaast zal het u niet verbazen dat de D66-fractie in het
verleden al eens aandacht heeft gevraagd voor de invoering
van een gemeentepanel. Niet als zodanig als instrument op
zich, maar als aanvullend instrument dat naast de door de
PvdA-fractie gevraagde beleidsevaluatie een hele nuttige
functie kan hebben.
Ik kom dan bij de commissieweken
In de commissie heb ik mij verzet tegen één week. Wij willen
als fractie wel akkoord gaan met een proef tot januari voor
twee weken, alleen dan zal het helder moeten zijn wat daarbij
de doelstellingen zijn. Als het gaat om efficiencyverbetering
van de raad en het apparaat, dan willen wij dat er ook na
drukkelijk in naar voren brengen, zodat je in januari volgend
jaar ook nadrukkelijk kunt evalueren. (Mevrouw Waanders: In
eerste instantie moeten de fracties zelf evaluerenNatuur
lijk, dat doen wij ook voortdurend.
De D66-fractie is blij met de toezegging dat niet raadsleden
deel kunnen nemen aan de vergaderingen van de raadsadviescom-
18
missies bij afwezigheid van het betrokken raadslid. Dat is in
feite een soort formalisering van een reeds gegroeide prak
tijk, volgens ons een goede praktijk.
Afgezien van het feit dat wij vinden dat besloten vergaderin
gen niet dan wel zo weinig mogelijk gehouden zouden moeten
worden, kunnen er zich situaties voordoen waarin een besloten
vergadering zou moeten worden gehouden. Maar wat wij niet
snappen is dat daar geen fractielid, bij afwezigheid van een
gekozen raadslid, bij mag zijn. Wat achter deze opstelling
zit, daarnaar kunnen wij slechts gissen. Laten wij met elkaar
nog eens vaststellen dat het gekozen raadslid te aller tijde
verantwoordelijkheid blijft bezitten voor hetgeen namens hem
of haar is gezegd.
Ik wou daar een motie over indienen, die luidt als volgt:
"De raad van de gemeente Leeuwarden,
in vergadering bijeen op 21 februari 1994,
overwegende
dat de positie van raadsfractiesversterking
behoeft
- dat niet-raadsleden raadsleden in openbare ver
gaderingen van de raadsadviescommissies mogen
vervangen;
- dat gekozen raadsleden altijd verantwoordelijk
zijn voor hetgeen namens hen is gezegd;
besluit
dat ook besloten commissievergaderingen toeganke
lijk moeten zijn voor niet-raadsleden in geval
van afwezigheid van de gekozen raadsleden en
- verzoekt het college van b. en w. een passage in
deze zin op te nemen in de nieuwe verordening op
de raadsadviescommissies;
en gaat over tot de orde van de dag."
De motie is door mij ondertekend en is mede-ondertekend door
de heer Heins van de PAL/GL-fractie
De heer Heins: Allereerst een paar algemene opmerkingen
betreffende dit om de vier jaar terugkerende agendapunt.
De PAL/GL-f ractie is van mening dat de evaluatie zoals die nu
op tafel ligt nog wel erg beperkt is en naar onze mening ook
niet echt voldoende genoemd kan worden. Hij is gebaseerd op
gesprekken met voorzitters en secretarissen. Men komt dan tot
de conclusie dat de commissies goed functioneren. Geen com
missieleden zijn apart gevraagd, geen ambtenaren en wat nog
veel erger is, geen insprekers en bezoekers van de publieke
tribune zijn gevraagd. Was dit wel het geval geweest, dan
19