durf ik te beweren, dan zou het beeld van de adviescommissies
wel eens wat minder positief geweest kunnen zijn. Voor vele
bewoners is de commissie het directe contact met de lokale
politiek. Ik denk dat velen na afloop van de commissieverga
dering zwaar teleurgesteld terug zijn gekeerd. Niet alleen
omdat men zijn zin niet kreeg, maar ook omdat de wijze waarop
vele commissies vergaderen de insprekers in het geheel niet
aansprak of men zei niet serieus genomen te worden.
Wat te denken van de publieke tribune in de Nieuwe Zaal, waar
men de raadsleden soms zeer slecht kan horen en hier in de
raadszaal kan men ons amper kan zien.
De commissie zou wat ons betreft eens anders moeten vergade
ren. Nu vindt vaak een woordenwisseling plaats tussen inspre
kers aan de ene kant en wethouders aan de andere kant, ter
wijl beiden slechts informatie geven voor de besluitvorming
van de commissie zelf. Bovendien reageren commissieleden heel
vaak op datgene wat de wethouder zegt en is er slecht zelden
sprake van een politiek debat tussen partijen.
Ik zou er een voorstander van zijn - en ik heb al enige
medestanders ontdekt - als de eerste instantie gebruikt zou
worden door commissieleden om nadere informatie te krijgen
van insprekers, ambtenaren en collegeleden, terwijl dan
vervolgens de tweede instantie alleen door commissieleden
gebruikt wordt om met elkaar tot een oordeel te komen. Naar
mijn idee zou dat de vergadertijd behoorlijk bekorten en het
politieke debat interessanter maken. Overigens is dit idee
niet nieuw, ik heb het in andere gemeenten ook gezien en het
werkte perfect.
De PAL/GL-fractie vindt dat het voorzitterschap van de com
missie verbetering behoeft. De goede niet te na gesproken,
komt het nogal eens voor dat men de vergaderingen te lang
laat duren, dat men toestaat dat er teveel op details wordt
ingegaan, dat men sprekers veel te lang van stof laat zijn,
dat er geen goede agendastukken worden aangeboden, dat veel
stukken niet op tijd worden verzonden, afijn dat het niet
duidelijk is wat er nu van de commissie wordt verwacht. (De
heer Van Olffen: Een voorzitter kan alleen maar iemand het
woord geven, maar niet het woord ontnemen.) Onmiddellijk
schiet een voorzitter uit zijn slof, want hij denkt dat ik
hem aanval. (De Voorzitter: De heer Heins bedoelt nu niet een
persoonlijke evaluatieDit stuk is ook geabstraheerd van
personen en het is zelfs geabstraheerd van het persoonlijke
woordvoerderschap van de heer Heins zelfdat heeft hij ook
een keer tegen mij gezegd. Hij zegt dat namens zijn hele
fractie.
Het is ook niet gemakkelijk om een goede voorzitter te zijn.
Zo heeft de commissievoorzitter bijvoorbeeld geen zeggenschap
over de samenstelling van de agenda en hebben collegeleden
nog wel eens de neiging om de leiding over te nemen en hebben
20
ook leden wel eens de neiging om te lang door te gaan. Toch
denk ik dat de leiding wel bij de voorzitter ligt. Ik denk
dat men serieus zou moeten overwegen om als de nieuwe voor
zitters straks aantreden hen te verplichten een toegesneden
cursus vergadertechniek te volgen. Geen overbodige luxe en
het zou veel ergernis kunnen besparen.
Al met al vinden wij de evaluatie dan ook mager en beperkt.
Specifiek kunnen wij ons in een aantal structuurwijzigingen
wel vinden, één uitzondering daarbij, dat betreft een over
legcommissie. Ik heb dat in de Commissie Algemene Zaken niet
gedaan, maar wil deze omissie alsnog goed maken. In zijn
algemeenheid is het terecht overlegcommissies te beëindigen
als de animo gering wordt, de agenda's niet vol te krijgen
zijn en het rendement laag is. Daarentegen vervullen de
commissies die wel goed lopen een zeer belangrijke rol in het
verbeteren van het begrip tussen instellingen en organisaties
aan de ene kant en het gemeentelijk apparaat aan de andere
kant. Zo heeft het woonconsumentenoverleg een goede functie
gehad en speelt de Overlegcommissie Milieu nog steeds een
belangrijke rol binnen het lokale milieubeleid.
Voor de komende jaren kan ik mij voorstellen dat een overleg
commissie fiets- en busvervoer noodzakelijk zal zijn om het
verkeersmilieubeleid beter gestalte te geven. Mocht die
noodzaak ontstaan, dan denk ik dat het zinvol is om dan zo'n
overlegcommissie in te stellen.
Echter in de afweging om de Overlegcommissie Etnische Groepen
te stoppen, kan onze fractie zich niet in vinden. Het is ons
niet duidelijk waarom dit persé noodzakelijk is. Wij dachten
dat de animo gering was, wij dachten dat de agenda's niet vol
te krijgen waren, maar niets van dat alles. In januari kwam
de commissie bij elkaar en is er van de kant van alle zeven
instellingen nadrukkelijk naar voren gekomen dat men kritiek
heeft op dit voornemen om de commissie te stoppen. Men is in
de loop der tijd vertrouwd geraakt met de huidige formule,
ervaart de drempel als laag en hecht veel waarde aan het
voortbestaan. Dat er te weinig rendement uitkomt, wordt ook
door de instellingen als een probleem ervaren, maar men staat
open voor allerlei veranderingen. Zo is er de wens van de in
stellingen om zelf agendapunten in te brengen. Iets wat
geheel strookt met wat het gemeentelijk beleid hierin zegt:
weer van buiten naar binnen. Ophouden is in zo'n situatie de
oplossing niet. Overigens staat nog steeds in de subsidie
verordening expliciet genoemd, dat om de projectenpot te
verdelen eerst de commissie moet worden gehoord. Vandaar dan
ook dat wij een motie hebben opgesteld, die luidt als volgt:
"De raad van de gemeente Leeuwarden,
in vergadering bijeen op 21 februari 1994,
21