king van de Verordening voor raadsadviescommissies ik het gewenst vind dat dezelfde criteria gaan gelden als dat er op dit moment gelden voor fractie-assistenten. Zo liggen die ook in de verordening vast. Dit betekent dat het personen moeten zijn die in Leeuwarden woonachtig zijn, ten minste 18 jaar oud zijn en niet op grond van de Kieswet uitgesloten zijn van een eventueel lidmaatschap van deze raad. Wij hebben die eis op dit moment gesteld aan fractie-assistenten, ik denk dat je dat ook aan vervangers van raadsleden in openbare commissie vergaderingen kunt doen. Ik wil graag eerst ten aanzien van de motie die is ingediend door de D66- en PAL/GL-fractie over de besloten commissiever gaderingen het standpunt van het college horen, voordat ik daar een standpunt over inneem. Het derde punt dat ik naar voren wil brengen is het voorstel om bij wijze van proef commissievergaderingen in een periode van twee weken te doen plaatsvinden en niet zoals nu ver spreid over een periode van vier weken, hoewel dat praktisch gesproken meestal drie weken zijn, omdat in de week vlak voor de raadsvergadering er doorgaans weinig commissievergaderin gen zijn. Het voordeel van een dergelijke proef ontgaat mij eigenlijk. Ik heb dat ook al in de commissie gezegd. Het nadeel staat wel in de raadsbrief, het is dan weliswaar minder belastend voor de fracties, zeker ook voor eenmans fracties, dan het oorspronkelijke voorstel om commissieverga deringen tot één commissieweek te beperken, maar het blijft wel degelijk belastend, zeker ook voor kleine fracties. U maakt daarmee het functioneren van kleine fracties in deze raad vrijwel onmogelijk. Nog onlangs heeft mevrouw Garms van de PAL/GL-fractie voor het lidmaatschap van deze raad moeten bedanken omdat zij het raadswerk niet langer kon combineren met haar overige taken en verantwoordelijkheden. Ook voor mijzelf is dit voorstel om het vergaderen van de commissies in een keurslijf te persen onbegrijpelijk. Ik heb een week taak van meer dan 45 uur en als eenmansfractie kost het raadswerk mij gemiddeld per week ook een 30 tot 35 uur, als dat dan ook nog samengeperst moet worden in een periode van twee van de vier weken, waarbij de vergaderstukken doorgaans op het laatste moment of zelfs te laat verschijnen, bovendien overleg nodig is met mijn steunfractie of althans die moge lijkheid er moet zijn, dan wordt het voor mij een zodanige belasting dat mijn functioneren in deze raad, om het voor zichtig uit te drukken, er niet gemakkelijker op wordt. Het lidmaatschap van deze raad moet naar mijn mening ook voor leden van kleine fracties mogelijk blijven, ook voor burgers met een normale dagtaak. Of is het de bedoeling om de kleine fracties er uit te werken? Ik kan mij dat nauwelijks voor stellen, tegen de achtergrond van het voorstel om vervanging 24 van raadsleden in commissies mogelijk te maken. Ik wil er daarom niet vanuit gaan. Hoe het ook zij, ik ben wel teleurgesteld in het feit dat het college met dit voorstel blijft komen. Ik zou het college willen uitnodigen om dit voorstel van tafel te halen. Ik kom niet met een motie op dit punt, ik vraag slechts om het van tafel te halen en het bepalen van tijdstippen van commissie vergaderingen, zoals nu vastligt in de Verordening voor raadsadviescommissies, over te laten aan de voorzitters in overleg met hun commissie. Eventueel zou er ook in de nieuwe raad nog eens over van gedachten gewisseld kunnen worden. De overige voorstellen van het college ondersteun ik, zoals ik al gezegd heb. Ik wil nog iets zeggen over wat mevrouw Waanders naar voren heeft gebracht over de verslaglegging. Ik ben blij met de opstelling zoals die nu bij de PvdA-frac- tie aan het licht komt. Ik wil ook graag van het college horen hoe zij daarover denkt. Ik ben ook voor een beknopte verslaglegging, maar het moet wel weer verslaglegging worden. De heer Krol: Voorzitter, met betrekking tot dit onderwerp een aantal opmerkingen. Wij kunnen uit de voeten, zij het voorlopig, met het instel len van twee commissieweken. Het is een proef en een proef geeft ook aan dat je dan vervolgens kritisch gaat kijken hoe het werkt, of het gaat of niet gaat en of je het bij moet stellen. Wij zullen niet millimeteren als het tweeëneenhalve week wordt doen wij daar niet moeilijk over. In de commissie hebben wij al naar voren gebracht dat één commissieweek in ieder geval onwerkbaar is, ook de heer Greving heeft dat heel nadrukkelijk aangegeven. Overigens heb ik alle respect voor de heer Greving als hij 80 uur per week werkt, ik zou er als opvoeder van kinderen op willen wijzen dat dat niet alleen een taak voor de vrouw is. Eveneens lijkt het ons een goede zaak de voorzitter van de commissie het alleenrecht toe te kennen om spreektijd in te stellen, dat is soms bitter nodig. Hierdoor kan worden be reikt dat er korter wordt vergaderd en misschien het zo fel begeerde besturen op hoofdlijnen. Daarmee krijgt de voorzit ter meteen een instrument in handen, waar de heer Heins om vraagt, om de vergaderorde wat beter in de hand te houden, want die instrumenten ontbreken op dit moment. Je kunt nog zo'n goede voorzitter zijn, wanneer een commissielid meent een kwartier te moeten praten over niets, dan kan dat nog steeds Wij hebben ook de indruk dat sommige commissies, gelet op de omvang van de beleidsterreinen, wel eens vaker dan één keer 25

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1994 | | pagina 14