belofte heeft kunnen afleggen waarin hij heeft moeten verkla ren uitdrukkelijk de belangen van de gemeente te dienen. Het tweede punt is, daarmee kom ik ook een beetje op uw argumentatie, dat als er een streven is - en dat streven is er - om besloten vergaderingen beperkt te houden, wij ook niet de deur zouden moeten open zetten. Kortom, wanneer het een besloten vergadering is, dan is het heel belangrijk en dan is het ook een hele betekenisvolle aangelegenheid waarbij vaak, want dat is een van de weinige argumenten om een beslo ten vergadering te houden, ook belangrijke belangen van derden of belangrijke belangen van de gemeente als orgaan zelf aan de orde zijn. Daarmee toch ook, hoewel het geen formeel argument is maar toch wel een inhoudelijk argument, het feit dat de raad het hoogste orgaan is zodanig te verta len dat het dan ook moet gaan om die leden die daadwerkelijk deel uitmaken van dat hoogste orgaan. Dat gevoel zou er in moeten blijven zitten wanneer je èn besloten vergaderingen beperkt wil houden èn de positie van raad zo hoog mogelijk wil vertalen. Het moet kortom geen gemakkelijkheid zijn om vervangers maar even mee te laten doen aan dan dus heel cruciale besluitvorming en menigsvormingsprocessen De PAL/GL-fractie heeft herhaald dat zij het een te beperkte analyse vindt die ten grondslag heeft gelegen aan deze evalu atienota. Het antwoord blijft dan ook dat het de raad zelve is nu om in te schatten of inbreng van burgers in de vorm van inspraaktijd voldoende kan worden geregeld in de nieuwe commissiestructuur. Wij vinden dat er geen inspraak voor nodig is om een raad een uitspraak te laten doen. Kortom, wij moeten zelf in staat zijn, is de redenering van het college, om ook zonder uitgebreide statistische informatie over hoe veel burgers nu wat gevonden hebben, los nog van de moeilijke onderzoektechniek om zoiets boven water te krijgen, want hoe zou je dat moeten achterhalen, voldoende bouwstenen aangeven die u in staat stellen om een uitspraak te doen over de toekomstige structuur. Uw opmerkingen over het voorzitterschap is bij interruptie al becommentarieerd. Ik zou willen zeggen dat het een ieder raadslid vrij staat en dat hij eigenlijk ook een beetje moreel verplicht is om bij zichzelf te overwegen in hoeverre hij gebruik maakt van zijn middelen om zich wel of niet in groepsverband of individueel bij te scholen tot die taak waarvoor hij dan blijkbaar geroepen is. Het college zou in het kader van de discussie die wij voeren over de raadsver- goeding daar ook nog een punt van aandacht van kunnen maken, want in die discussie hebben wij dit punt ook nadrukkelijk meegenomen om in een eventuele bij te stellen vergoedingssys teem daaraan aandacht te besteden. Ik stel mij voor dat die 32 discussie in die lijn terug komt. Uw opmerking over het instandhouden van het overleg met etnische groeperingen is een bekend standpunt, het amendement als zodanig is ook helder. Ik heb er geen behoefte aan om de argumentatie uit te bouwen. Ons argument is duidelijk, in het verleden, puur praktisch geëvalueerd, bleken er te weinig inhoudelijke punten aan de orde te zijn om dit stelsel te handhaven. De opmerking van de heer Greving, het kernpunt in zijn be toog, om toch tegen het experiment met een tweewekelijks commissiestelsel te blijven, daarin zegt hij eigenlijk - ik neem dat ook ter harte - dat hij teleurgesteld is in de redenering van het college om ondanks de bekende bezwaren die bij kleine fracties leven toch dit te willen blijven voor stellen. Ik wil de bal niet geheel terug spelen, maar als het college van één week twee weken maakt en van een vaste lijn een experiment voorstelt, dan zal het toch duidelijk zijn dat bij pregnante problemen die ook minderheden, zelfs eenmans fracties en tweemansfracties, hebben dat door het feit dat het een experiment is, die dan ook voluit op tafel komen. Dus ik zou u eigenlijk willen vragen het voordeel van de twijfel te geven aan het experimenteren met deze gang van zaken. De redenering die er ook nog achter zit, die zou ik u willen voorhouden, is dat ik mij kan voorstellen dat als een cyclus uit vier weken bestaat, dit ook niet zo ver van het tweeweke lijkse commissiestelstel af ligt, als je bedenkt dat er ook vaak dagen of een week zijn voor onderling beraad, voor achterbanconsultatie, vervolgens een commissiecyclus en dan een week van politieke afronding in de gemeenteraad zelf. Dat soort hoofdgedachtegang zit ook nog achter dit voorstel. Uw tweede opmerking om tegen de combinatie van Commissie Algemene Zaken en Commissie Middelen te blijven, met de argumentatie dat de middelensector als zodanig veel te be langrijk is om die überhaupt maar te laten combineren, zou ik als volgt willen becommentariëren. In het kader van Leeuwarden in Stelling, ongeacht dat dit nog niet is besloten door ons met elkaar, zal het zo zijn in alle varianten dat het nadenken over het totale stelsel van be stuursmiddelen om de hele bestuurskolom gemeente Leeuwarden qua management, qua controling, qua beïnvloeding in besturing in de greep te krijgen en te houden, een hele dominante zal zijn in de komende periode. Om die reden, met ook nog de aantekening dat de commissierekening in volle glorie, als bedoeld vroeger in de Gemeentewet, wordt hersteld ook in deze gemeente, willen wij graag één commissie laten spreken over het vaste cluster organisatie, personele inzet, controling en 33

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1994 | | pagina 18