als Leeuwarden dan wel zullen doen. Natuurlijk, de wethouder
zegt terecht dat dat de samenwerking niet hoeft tegen te
gaan. maar de projecten waar wij voor kiezen is toch meer in
de richting van die samenwerking, meer kijken wat er in de
Westergozöne mogelijk is. Wij blijven toch van mening dat de
Werpsterhoek voor ons een stap te ver is en willen liever in
samenwerking met de Westergogemeenten ofwel andere gemeenten
dit doen.
Daarbij heeft de wethouder nog niet gereageerd op voorstel
van ons om met name de spoorzone eerder in ontwikkeling te
brengen, omdat dat volgens ons toch een zóne is waar je wat
dat betreft, omdat die terreinen eerder beschikbaar zijn,
eerder concrete resultaten kunt bereiken.
Wij blijven bij het standpunt dat wij tegen de Werpsterhoek
zijn.
De heer Heere: Op de laatste opmerking van de heer Kroes heb
ik geen andere argumenten dan die ik al genoemd heb.
Voor wat betreft de spoorzöne vindt u in het aanvullingstuk
aangegeven dat wij in de timing voldoende ruimte hebben voor
de ontwikkeling zonder dat wij daar extra op inzetten.
Het punt Werpsterhoek behoeft op dit moment aanpak, want
anders schuiven wij nog veel verder door in de tijd.
Het feit dat het in andere plaatsen op dit moment nog niet zo
goed lukt, kan ook in het voordeel van Leeuwarden worden
uitgelegd, namelijk in die zin dat het daar kennelijk niet
goed ligt. Daarom moeten wij des te nadrukkelijker proberen
om de kans die hier misschien wel is aan te grijpen. (De heer
Heina: Zou de wethouder dan In het overleg met de andere
gemeenten in de Westergozöne er niet voor moeten pleiten dat
zij als het ware hun zichtlokatie dicht gooien?) (De heer
Greving: Ik heb er wat moeite mee zoals de heer Kroes het
tegen elkaar afschildertalsof de zichtlokatie bij de Werp
sterhoek iets zou zijn tegen de andere gemeenten waarmee wij
samenwerken in de WestergozöneIk denk dat dat niet zo is,
het gebeurt in goed overleg en het is niet een kwestie van
dat wij hier tegenover elkaar staan.) (De heer Heina: Op dit
moment zijn alle bedrijfsterreinen die opgenomen zijn in de
Westergozöne natuurlijk niets anders dan een optelsom van
alles wat de gemeenten zelf willen. Daar zit nog geen samen
hangend pakket in.) Ik weet niet of u een paar weken geleden
die voorlichtingsmiddag in Franeker hebt bijgewoond, maar
daar was het juist de bedoeling om de meerwaarde van de
samenwerking als zijnde meer dan de som der delen aan te
geven. Op dat punt ben ik wel overtuigd. Het spijt mij dat
dat bij de PAL/GL-fractie nog niet het geval is.
66
De Voorzitter: Aan de orde is de stemming.
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten overeenkomstig het
voorstel van b. en w. met de aantekening van de PAL/GL-
fractie tegen het punt Werpsterhoek te hebben gestemd, met
inachtneming van de toezegging van de wethouder.
Punt 23 (bijlage nr. 33).
De Voorzitter: Aan de orde is Wijziging Uitkerings- en Pensi
oenverordening wethouders.
De heer Brinks: Voorzitter, ik heb dit in eerste instantie
ook alleen maar op de wijziging bekeken, in tweede instantie
bleek het toch iets anders te zijn. Als je in eerste instan
tie naar de wijziging kijkt, dan zeg je dat het een hele
goede zaak is, van wethouders wordt niet alleen meer verwacht
dat het mannen zijn en dus weduwen achterlaten, maar er wordt
ook verwacht dat wethouders vrouw zijn en dat zij weduwnaars
achter kunnen laten. Wat dat betreft is deze wijziging een
hele goede ontwikkeling. Er is alleen iets wat ik bij nader
inzien gezien heb en waar wij in de fractie van gezegd hebben
dat dit toch eigenlijk anders zou moeten. Waar het hier om
gaat is dat onder nabestaanden alleen maar gehuwde nabestaan
den worden verstaan en dat is iets waarvan wij zeggen, dat
hoort in deze tijd niet meer thuis. Waar wij ook al een
samenlevingsregister hebben ingesteld, waar mensen zich
kunnen laten registreren die ook niet willen of niet kunnen
trouwen, vinden wij dat in deze verordening ook onder nabe
staanden verstaan moeten worden mensen met wie langdurig
samengeleefd wordt. In die zin heb ik een amendement, maar ik
noem het maar motie, die luidt als volgt:
"De raad van de gemeente Leeuwarden,
in vergadering bijeen op 21 februari 1994,
overwegende
dat het aan de gemeenteraad vrij staat verorde
ningen vast te stellen;
- dat in de Uitkerings- en Pensioenverordening
wethouders onder nabestaanden wordt verstaan "de
man of vrouw waarmee de wethouder
gehuwd was";
dat er in genoemde verordening geen rekening
gehouden wordt met paren die langdurig samenwo
nen;
67