land uitsluitend een mantelovereenkomst aan te
gaan inzake advisering en dienstverlening;
en gaat over tot de orde van de dag."
Namens de WD-fractie heb ik ondertekend.
De heer Janssen (weth.Voorzitter, mevrouw Van Ulzen is
geëindigd met te zeggen van; ik vind het heel vervelend dat
ik hier ter plekke een aantal stukken op mijn stoel aantref
waarbij ik nauwelijks te tijd heb om te kijken wat er in
staat. Ik denk dat dit illustratief is voor de manier waarop
wij de laatste maanden/weken gevaren zijn met elkaar. Wij
hebben een procedure gevolgd waar door alle sprekers op is
ingegaan en waarvan de een zei dat die niet helemaal de
schoonheidsprijs verdiende en de ander sprak over onbehoor
lijk bestuur. Op zich kun je uitgebreid met elkaar discussi
eren over hoe je precies die procedure moet kwalificeren. Ik
denk dat het hier nu niet de plek is om dit te doen. Ik denk
wel dat het goed is om aan te geven binnen welke randvoor
waarde de gemeente Leeuwarden, maar ook de andere gemeenten,
heeft moeten opereren om tot een voorstel te komen zoals dat
er nu ligt.
Door verschillende sprekers is al gememoreerd dat het gaat om
een forse bezuiniging als wij het over de WVG hebben, een
bezuiniging waar in 1992 zich de eerste voortekenen van
aftekenden, waarbij toen ook door de gemeente Leeuwarden
geprotesteerd is, maar waarvan je heel duidelijk merkt dat
pas op het moment dat de concrete uitvoeringsmaatregelen
bekend worden gemaakt ook de mensen die het daadwerkelijk
treft in het geweer komen en zeggen; dit is te gek, dit kan
zo niet. De commotie is daar de afgelopen maanden ook heel
nadrukkelijk op gericht en het is lastig om in die omstandig
heid te moeten functioneren, maar het is niet anders. Wij
zijn bezig als gemeente om een forse bezuiniging, ons door
het rijk opgelegd, uit te voeren. Bezuinigen doet pijn, dat
betekent dat groepen het slachtoffer worden van rijksbezuini
gingen en de groep waar wij het hier over hebben, de gehandi
capten, is natuurlijk een groep die zo'n bezuiniging ook
moeilijk kan dragen en waar de effecten van zo'n bezuiniging
extra door tikken.
Op de tweede plaats moesten wij in korte tijd, zeker als je
ziet naar de periode die wij nodig hebben om op een zorgvul
dige manier zaken op een rij te zetten, een stukje beleid met
elkaar vaststellen. Daar zaten een aantal keuzemogelijkheden
in, maar wij moesten ook zorgen dat de uitvoering van dat
beleid op tijd gereed zou zijn. 1 april is de datum waarop
34
ieder WVG gerechtigde kan aankloppen bij het Stadhuis en
zeggen; ik heb van mijn bedrijfsvereniging gehoord dat ik
daar niet langer hoef te komen en nu kom ik bij de gemeente
en hoe is dat nu voor mij geregeld.
Zowel beleid vaststellen als de uitvoering regelen, moest
allemaal in korte tijd. Vandaar ook dat wij gekozen hebben
voor een procedure waarbij wij het gezegd, laten wij eerst -
dat was in december vorig jaar - een aantal hoofdkeuzes
voorleggen, zowel aan organisaties van de doelgroep als aan
de raadsadviescommissies en laten wij eens kijken hoe er
gedacht wordt over de manier waarop wij denken, want daar
hebben wij het nog steeds over, om die bezuinigingen in te
vullen. In de discussie bleek dat er natuurlijk een heleboel
opmerkingen te maken waren bij de hoofdkeuzes die wij voor
legden, namelijk in de zin van hoe werkt dat precies uit. Ons
probleem was dat wij dat op dat moment nog niet zo goed
konden aangeven, omdat wij zeiden: pas als wij weten dat er
draagvlak is voor een collectief vervoerssysteem bijvoor
beeld, pas dan kunnen wij verder gaan met het uitwerken
ervan, met te kijken wat dat precies betekent en hoe dat dan
uitpakt. De lijn die wij daarin gevolgd hebben was bedoeld om
van hoofdlijnen naar concrete uitwerkingen te komen.
Voorzitter, ik weet dat ik zo voldoende gezegd heb over de
lijn die wij daarbij gevolgd hebben.
Mevrouw Van Ulzen heeft aangegeven dat het met name ook voor
de ambtelijke organisatie hard werken was. Dat is de laatste
maanden ook heel duidelijk geweest. Wij hebben steeds meer
mensen moeten inzetten om alle problemen die zich voordeden
zo goed mogelijk te attaqueren en zo goed en verantwoord
mogelijk als kon oplossingen te vinden bij punten van kritiek
die wij gehoord hebben op voorstellen die wij hebben gedaan
en om te kijken of wij daar in de uiteindelijke uitwerking
nog aan tegemoet konden komen.
Ik ga de sprekers langs en probeer het procedureverhaal
verder maar over te slaan.
Het collectief vervoerssysteem.
Alle sprekers zijn hier op ingegaan. Zij hebben gezegd: op
zich is de wijziging, namelijk een keuzemogelijkheid voor de
bestaande gevallen, een goede, maar wij zouden het aardiger
vinden als die keuzemogelijkheid ook voor de nieuwe groep
geldt. Mevrouw Van Ulzen heeft gezegd dat zij het principieel
vindt dat de gehandicapte de keuzevrijheid heeft of hij wel
of niet kiest voor collectief dan wel individueel vervoer.
Mijn antwoord is simpel, ik ben het daar helemaal mee eens.
Als het zou kunnen zou het prachtig zijn, alleen dan kom ik
weer op dat vervelende argument dat wij hier een bezuiniging
van het rijk aan het doorvoeren zijn. Dus moeten wij kijken
met welke maatregelen wij de beperkste pijn kunnen doorvoe-
35