ren. Want dat bezuinigen pijn doet, wisten wij. Dan is onze
conclusie, de heer Greving heeft dat ook in zijn verhaal
nadrukkelijk onderstreept, dat een collectief systeem voor
een grote groep voordelen biedt. Dan resteert de vraag of die
voordelen dermate op dit moment aantoonbaar zijn dat er een
marktpartij is die op basis van die verwachte voordelen en de
manier waarop de doelgroep daarmee om zal gaan, bereid is om
een systeem van de grond te tillen, investeringen te doen,
risico's te dragen, als wij als gemeente en wij als regio,
want het FRAM-aanbod is heel nadrukkelijk een regionaal
aanbod, aan die eisen willen voldoen. Naar aanleiding van de
vorige discussie is heel nadrukkelijk die vraag bij de FRAM
gelegd en er is ook aangegeven bij de FRAM: wij snappen dat
die keuzemogelijkheid bedrijfsmatige risico's met zich mee
brengt, wij willen graag van u weten hoe u deze bedrijfsma
tige risico's financieel vertaalt, zodat wij daar bij onze
keuze rekening mee kunnen houden. Het antwoord van de FRAM
was dat er niet zozeer sprake is van de mogelijkheid tot
financieel onderhandelen in de zin dat je zegt dat je dan je
wensenpakket kunt uitbreiden. Dan wordt het produkt weer een
tikje duurder en laten wij dan met elkaar onderhandelen over
wat wij dan onder "een tikje" verstaan. Het antwoord van de
FRAM was: als je dat zo niet regelt, dan wordt het draagvlak
voor het systeem, niet in termen van hoe mensen het systeem
beschouwen maar in termen van potentiële gebruikers zoals je
dat bedrijfsmatig inschat, los van alle subjectieve elementen
die daarbij een rol spelen en hoe het komt dat dingen gelopen
zijn zoals ze gelopen zijn, dan komt simpel de bedrijfsmatige
analyse er zo uit te zien dat de FRAM zegt dat zij het dan
niet verantwoord vindt om te doen. Dat betekent dus dat wij
dan voor de keuze staan van hoe zwaar laten wij het belang
van de groep, voor wie het collectieve systeem een duidelijke
uitbreiding van de mogelijkheden is, wegen tegenover het
belang van de nieuwe groep, de mensen die op dit moment nog
geen vergoeding hebben maar in de toekomst wel recht op zo'n
vergoeding krijgen en die dan gebruik zullen moeten maken van
het collectief systeem. In die afweging heeft het college
voor de eerste groep gekozen en gezegd dat wij een start
moeten maken met het collectief systeem.
De heer Biemans heeft daarbij aangegeven dat een collectief
systeem uit milieu-oogpunt ook voordelen biedt. Dat ben ik
met hem eens, maar ik wil heel nadrukkelijk stellen dat dit
voor het college geen enkel argument is geweest om tot keuze
te komen, want dan zou het er op lijken dat wij onze milieu
problematiek op gehandicapten afwentelen. Dat misverstand wil
ik niet de wereld in hebben. Het is een bijkomend gevolg,
maar zeker niet een hoofdargument om je keuze te bepalen.
Dan is er gesproken over de keuze van de organisatie van
36
uitbesteding. Daar zijn naar aanleiding van het collegevoor
stel twee nadrukkelijke elementen naar voren gekomen. Het
eerste betrof de inschakeling van GAK/GMD en het tweede de
mogelijkheid om met meer leveranciers zaken te doen. Die
discussie leidt er nu toe dat door sommigen wordt voorgesteld
om niet met Kruiswerk/Thuiszorg in zee te gaan, maar met het
GAK/GMD. Wij hebben heel nadrukkelijk gekozen, daar hebben
wij ook uitgebreid in de commissie over gediscussieerd en
daar was naar mijn idee geen verschil van mening over, de
uitvoerende taken zoveel mogelijk uit te besteden, dit zou
zeker voor de uitvoering van de Wet voorzieningen gehandicap
ten moeten gelden. Wij hebben gezegd, wij moeten offerte
vragen voor een totale uitvoering van die wet aan één partij.
Ons is later gebleken dat een totale uitbesteding niet kon,
dat het beslissen op individuele aanvragen een verantwoorde
lijkheid is en blijft volgens de wet van het College van
burgemeester en wethouders. Met die restrictie hebben wij aan
twee organisaties een offerte gevraagd en hebben wij gezegd:
stel dat je dat moet doen, want offreer dan? Daar komt dan
een bepaald plaatje uit. Die twee offertes hebben wij met
elkaar vergeleken. De heer Greving heeft in zijn motie gezegd
dat er geen financieel verschil tussen beide offertes is. Ik
denk dat je moet zeggen dat de offertes financieel lastig te
vergelijken waren. Wij hebben gezegd dat waar je praat over
een budget over enkele jaren van f 8 a f 9 miljoen, je nu
niet op basis van een ton verschil daar heel zwaarwegende
argumenten aan moet ontlenen. Dat doet de heer Greving wel
als hij praat over het voorstel zoals dat nu voorligt. Wij
hebben als college gezegd dat als je die offertes vergelijkt,
waar het zo lastig is om financiële zaken te vergelijken en
het om zulke relatief geringe bedragen gaat, je daar niet je
hoofdargument moet neerleggen. Het is wel degelijk zo dat aan
de indiceringskant een verschil zat tussen Thuiszorg en
GAK/GMD. Naar aanleiding van de discussie in de commissie en
op de hoorzitting hebben wij, wij hadden overigens al aange
geven dat Thuiszorg GAK/GMD diende te betrekken bij de medi
sche advisering, geconstateerd dat er nog geen overeenstem
ming tussen die twee partijen was. Het is wel altijd onze
bedoeling geweest dat die overeenstemming er kwam. Wij hebben
aangegeven dat daar onze voorkeur naar uit ging. Wij hebben
gezegd, naar aanleiding van de hoorzitting en de commissie
vergadering, dat daar niet onze voorkeur naar uitging, maar
dat wij eisten dat zij zouden samenwerken. Dat had te maken
met de discussie over de dossiers, dat die niet over zouden
moeten gaan van de ene organisatie naar de andere. Dat had te
maken met dat je dan zou kunnen voorkomen dat er onnodige
herkeuringen zouden moeten plaatsvinden. Op het laatste
moment hebben wij die eis ingebracht. Het tweede wat wij
hebben ingebracht is dat wij hebben gezegd: wij hebben geen
37