u voor nu een koffiepauze in te gelasten. De Voorzitter schorst om 21.40 uur de vergadering. De Voorzitter heropent om 22.00 uur de vergadering. De heer Biemans: Voorzitter, over de procedure is denk ik wel voldoende gezegd. Ik wil mij nog wel aansluiten bij opmerkin gen die gemaakt zijn dat de wethouder zijn uiterste best heeft gedaan, en met hem de ambtenaren, om zoveel mogelijk tegemoet te komen aan de wensen die in de commissie zijn geuit. Over de uitkomsten daarvan kun je van mening verschil len, maar de inspanningen die de wethouder gedaan heeft staan duidelijk vast. Dan de punten die er nog liggen. De wethouder is niet ingegaan op mijn opmerking over de datum in de overeenkomst van 1 juli 1994 voordat de nadere overeen komst moet worden verlengd. Daar had ik graag nog een ant woord op. Ten aanzien van het vervoer heeft de wethouder aangegeven dat het geen kwestie is geweest van onderhandelen, maar dat de FRAM de keuzemogelijkheid heeft afgewezen. Als je op deze manier geconfronteerd wordt met een standpunt van een uitvoe rende instelling dan kun je dat accepteren of niet. Vanuit de voordelen die aan een collectief systeem verbonden zijn vinden wij het weliswaar jammer dat niet iedereen kan kiezen voor een vergoeding of niet, maar wij hebben naar onze mening geen andere keuze dan dit voorstel nu te accepteren. Dan ten aanzien van de uitbesteding. Er is zoveel mogelijk tegemoet gekomen aan de wensen die in de commissievergadering naar voren kwamen, alleen het kost wat meer. Oorspronkelijk zouden wij als Leeuwarden zelfstandig optreden, pas later, nadat de keuzes op hoofdlijnen gemaakt waren en wij kennelijk een heel eind verder waren, is de regio opnieuw in beeld gekomen Dan wordt door de wethouder gesteld dat het meerdere dat de uitvoering van de WVG nu kost volgens het huidige voorstel om relatief kleine bedragen gaat en die kunnen dan ook niet doorslaggevend zijn. De voordelen van de regio bedragen volgens de wethouder circa f 3 ton, 40% is voor Leeuwarden, dat is dus f 120.000,Dat zijn dus de meerkosten die nu aan de extra eisen van de commissie zijn verbonden en ook dan 46 gaat het dus om een relatief klein bedrag. Dus het een en het ander voordeel of nadeel weegt tegen elkaar op, denk ik. Als er een blanco situatie zou zijn geweest, zonder de afge lopen twee maanden discussie in de commissie en onderhande lingen en gesprekken met allerlei instanties, dan zou er wellicht een ander voorstel uit zijn gekomen. Maar het is nu al duidelijk dat na de evaluatie, waarbij de bevindingen van het in te stellen WVG-platform meegenomen kunnen en zullen worden en wij in feite een nieuwe situatie hebben. Wij kunnen dan kiezen voor een ander uitvoeringstraject dan nu voorligt. Die mogelijkheid is voor mijn fractie reden om nu akkoord te gaan. Dan accepteren wij dus het traject dat er nu ligt met de restrictie dat wij de vrijheid hebben om na afloop van de huidige contracten zoveel als wenselijk of nodig is te wij zigen. Ik heb gezegd dat de datum 1 juli 1994 in de mantelovereen komst niet acceptabel is voor ons en dat houd ik staande. Ik denk dat het onmogelijk is voor de raad om na een termijn van drie maanden al een beslissing te nemen om verder te gaan met deze instellingen. Als de instellingen daar aan vasthouden, dan lijkt mij de enige keuze die de raad heeft om dan per 1 juli 1994 de overeenkomst te beëindigen en na afloop van het jaar wat dan nog uitgediend moet worden tot 1 april 1995 naar alternatieven te zoeken. De wethouder heeft aangegeven dat hij de motie een lastig verhaal vindt omdat er een hele duidelijke uitspraak gevraagd wordt van het college en dat het college een heel duidelijk verzoek krijgt. Hij heeft aangegeven in discussie te zijn met de corporaties. Ten aanzien van de huisvestingsmedewerker heeft zijn collega de heer Bilker voor de begrotingsbehandeling vorig jaar deze functie als taakstelling opgevoerd en ook overleg gevoerd met de corporaties. Dat heeft nergens toe geleid. Dus ik denk dat de verwachting op dat punt niet al te groot moet zijn. Los daarvan ben ik van mening dat de gemeente een personeelsbe leid te voeren heeft en waar voor andere personen geldt dat man/vrouw het werk volgt, geldt datzelfde voor deze persoon in het kader van de WVG. Ik denk dat een helder verzoek aan het college best wel op zijn plaats is en ik houd die motie dan ook staande. Ten aanzien van de motie van de heer Kroes heb ik aangegeven de redenering van het college te kunnen volgen, dus die motie zullen wij niet steunen. Datzelfde geldt dan uiteraard voor de motie van de heer Greving over het vervoerssysteem. De motie van de heer Greving over de rolstoelvoorziening en 47

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1994 | | pagina 24