de woningaanpassingen wat betreft het uitbesteden aan
GAK/GMD. Vanwege het feit dat ik net gezegd heb en dat er
over een jaar een nieuwe situatie is waarin wij opnieuw de
zaak kunnen beoordelen, steun ik nu deze motie niet, maar het
is natuurlijk een signaal dat over een jaar zeer beslist
meegenomen kan worden door zowel de raadscommissie als de
overige raadsleden.
Mevrouw Van Ulzen heeft ook het een en ander gezegd over de
uitbesteding. Het is evident dat wij ook die motie niet
zullen steunen.
Dan heb ik nog één opmerking van mevrouw Van Ulzen over het
feit dat ook de WD-fractie iets over monopolieposities
gezegd heeft en dat de CDA-fractie daar niet de enige in
geweest is. Ik ben gewend om de opvattingen van de CDA-frac-
tie naar voren te brengen. Zij kan best de standpunten van de
WD-fractie naar voren brengen, daar heeft zij mijn hulp
beslist niet voor nodig.
Mevrouw Waanders: In mijn eerste instantie heb ik aangegeven
in welk opzicht wij niet gelukkig zijn met de gevolgde proce
dure. Dat heeft met name te maken met de manier waarop de
inspraak was georganiseerd en dat die nogal geleid heeft tot
in ieder geval een laatste gefaseerde besluitvormingsfase. Ik
vind overigens dat het beeld dat door een aantal andere
fracties geschetst wordt, dat de doelgroep min of meer buiten
spel zou zijn gezet, daar kan onze fractie zich niet in vin
den. Ik heb in eerste instantie ook aangegeven dat de in
spraak van de doelgroep niet op een ideale wijze is georgani
seerd, maar hij heeft wel degelijk effect gehad en hij heeft
een groot aantal wijzigingen teweeg gebracht.
Ik heb tevens aangegeven dat wij met de uiteindelijke voor
stellen zoals die hier vanavond voorliggen kunnen instemmen.
Ik heb de motivering daarvoor gegeven in mijn eerste instan
tie
Dat betekent dat wij de moties van de GPV/RPF/SGP- en WD-
fractie die betrekking hebben op de uitbesteding, de voor
stellen om daarin wijzigingen aan te brengen, niet zullen
steunen
De moties van de PAL/GL- en GPV/RPF/SGP-fractie voor wat
betreft de vervoersvoorziening wijzen wij ook af. Ik wil
daarbij wel even verwijzen naar de derde overweging die de
heer Greving in zijn motie heeft genoemd, namelijk dat voor
diegene met een eigen vervoersmogelijkheid een collectief
vervoerssysteem een aanzienlijke beperking inhoudt van de
48
actieradius, indien het collectief vervoerssysteem gedwongen
wordt opgelegd. Dat is zo, maar het is nu juist van belang
dat de nieuwe WVG-gerechtigden juist niet beschikken op dit
moment over aangepaste voorzieningen. Zij zijn er niet aan
gewend en dus niet aan gehecht. Dat is voor ons juist een
argument in de afweging om er wel of niet voor te kiezen. Het
is nu ook duidelijk dat het gaat om een keuze tussen of een
eigen bijdrage naast een collectief systeem of alleen kiezen
voor een eigen bijdrage. Ik heb in eerste instantie aangege
ven waarom wij toch dat collectief vervoerssysteem een kans
willen geven.
Dus ook de twee moties die betrekking hebben op het vervoers
systeem wijzen wij af.
De motie die door de CDA-fractie is ingediend. De wethouder
heeft in zijn reactie aangegeven dat nu er nog gesproken
wordt over hoe op dat punt precies gehandeld zal worden in de
praktijk, daar in de commissie op terug zal worden gekomen en
dat daarbij ook de aanwijzing die vanuit deze motie wordt
gegeven heel nadrukkelijk meegenomen zal worden. Dus het
wordt opnieuw ingebracht in de commissie in een later stadi
um. Voor ons is die toezegging voldoende, daar kunnen wij mee
leven. Dus ook die motie wijzen wij af.
De opmerking die de heer Biemans heeft gemaakt over de con
cept-overeenkomst die met Thuiszorg wordt gemaakt, namelijk
dat er op 1 juli 1994 afspraken moeten komen over de verlen
ging van de samenwerking, die opmerkingen die hij daarover
heeft gemaakt wil ik wel ondersteunen. Ik denk dat het onmo
gelijk is nu al vast te leggen dat je op 1 juli 1994 daarover
uitspraken kunt doen. Ik ben benieuwd naar de reactie van de
wethouder op de opmerkingen van de heer Biemans.
De heer Hoogeveen: Voorzitter, wij staan hier vanavond voor
een hele moeilijke afweging. Een moeilijke afweging omdat wij
in een tijdsklem zitten waar wij eigenlijk onvoldoende infor
matie hebben om echt goed en gefundeerd de keus te maken, een
moeilijke afweging bij het uitbestedingstraject en bij het
vervoerssysteem. Bij het uitbestedingstraject ben ik ervan
overtuigd dat op termijn een betere situatie zou zijn wanneer
wij niet de combinatie met Kruiswerk in zouden gaan. Het is
alleen voor ons niet te overzien wat de consequenties zouden
zijn wanneer wij vanavond besluiten om alsnog met het
GAK/GMD, met GGV-voorzieningen in zee te gaan. Het antwoord
dat de wethouder op mijn opmerkingen had was wat dat betreft
onvoldoende, hij gaf geen enkel inzicht in die consequenties.
Maar het is niet anders, wij zullen het met dat beperkte
antwoord moeten doen. In dat verband denk ik dat het risico
49