raadplegen over de hoofdlijnen, maar vervolgens buiten de
keuze voor het uitbestedingstraject te houden en ook nog eens
die keuze als een vrijwel voldongen feit naar buiten te
brengen, heeft de wethouder een ernstige fout gemaakt. Mijn
fractie heeft dit opgevat als het "buitenspel zetten" van de
commissie en het "op het verkeerde been zetten" van de be
langhebbenden. De tijdsdruk kan niet als een argument ge
bruikt worden: op 2 februari waren de stukken klaar, op 14
februari is de WVG in het college van B&W besproken. Gelet op
het belang van deze zaak was een extra ronde om de commissie
te consulteren op zijn plaats geweest. Dat is niet gebeurd,
met de bekende gevolgen.
Een van de gevolgen van de bezuinigingen die de rijksoverheid
ons heeft opgelegd is de korting op de vervoersvergoeding.
Geschat wordt, maar dat weten wij niet zeker, dat de doel
groep zal verdubbelen. Omdat we niet meer geld beschikbaar
hebben dan de 'oude' doelgroep kreeg, gaat het om een halve
ring. Daarmee worden de verplaatsingsmogelijkheden van de
gehandicapten ernstig belemmerd. Welke oplossing er ook
gekozen wordt.
Het college stelt voor om in te gaan op een collectief sys
teem waarbij de FRAM als coördinator op zal treden. Oorspron
kelijk lag in het voorstel besloten dat de bestaande AAW-
gerechtigden gedwongen werden om gebruik te maken van dat
collectieve systeem. Mede naar aanleiding van vele opmerkin
gen door de insprekers bij de commissie en tijdens de hoor
zitting is besloten een overgangsregeling voor te stellen:
een keuzemogelijkheid voor bestaande gevallen voor ofwel een
vergoeding ofwel het deelnemen aan het collectieve systeem.
Mijn fractie ziet dat als een winstpunt, maar betreurt het
dat de keuzemogelijkheid niet ook voor nieuwe WVG-gevallen
geldt. De FRAM heeft te kennen gegeven dat de bezettingsgraad
dan te laag dreigt te worden en het systeem niet rendabel te
krijgen is.
Voorzitter, wij zien wel enkele voordelen van het collectieve
systeem. Met name in de nieuwe doelgroep, de ouderen, zijn
veel mensen te vinden zonder eigen auto. Een geldelijke
vergoeding biedt dan alleen soelaas indien men mensen met
auto bereid vindt om hen te rijden. Met het collectieve
systeem wordt de mobiliteit van deze groep min of meer ge
waarborgd. Door de overgangsregeling wordt voorkomen dat de
andere WVG-gerechtigden daar zonder meer de dupe van zouden
worden. Ook vanuit milieu-oogpunt zien we voordelen aan een
Aanvullend Openbaar Vervoerssysteem. Het combineren van
ritten voor verschillende mensen brengt, op bescheiden schaal
weliswaar, de automobiliteit terug.
Wat een punt van zorg voor mijn fractie is, is de financiële
onzekerheid die met de invoering van de WVG gepaard gaat. Ook
het FRAM-systeem kent een open-einde-regeling: per deelnemer
wordt een bedrag van 1.100,betaald.
Daar zitten nadelen aan, maar door de onbekendheid van de
nieuwe doelgroep zit die onzekerheid ook in ieder ander
systeem van vervoersvoorzieningen ingebakken.
Ten aanzien van het vervoerssysteem neigen wij naar het
steunen van het collegevoorstel. Misschien kan de wethouder
in zijn antwoord nog eens ingaan op de opvatting van de FRAM
dat nieuwe WVG-gerechtigden geen keuzemogelijkheid kunnen
krijgen. Ik neem aan dat daar de afgelopen dagen ook overleg
over is gevoerd.
Voorzitter, het college gaat ervan uit dat na 1 januari 1996
een sluitend systeem van aanvullend openbaar vervoer ontwik
keld zal zijn. Mocht tijdens de evaluatie vóór de verlenging
van het contract met de FRAM blijken dat dat niet het geval
is, dan lijkt het mij logisch dat we ook nog eens naar het
verlengen van de vergoeding van 500,voor buiten-regio-
vervoer kijken.
Die evaluatie voorzitter vindt mijn fractie een uitstekende
zaak
De uitbesteding.
In november hebben we ingestemd met het uitbesteden van een
zo groot mogelijk deel van het WVG-traject. Daarbij werd
gedacht aan, zo stond te lezen in de stukken, "GGD, GAK-GMD,
Thuiszorg, Kruiswerk, enz.".
Er werd op geen enkele manier de indruk gewekt dat er in het
aantal instanties dat om een offerte zou worden gevraagd een
beperking werd aangebracht. Toen later bleek dat de keuze van
het college gemaakt was uit twee offertes en andere instel
lingen en instanties niet eens om een offerte was gevraagd,
heeft dat bij mijn fractie grote verbazing gewekt. Gecombi
neerd met de onvrede over het niet-informeren van de commis
sie, waarover ik al wat zei, heeft dat in eerste instantie
een belangrijke rol gespeeld bij de beoordeling van de voor
stellen van het college.
Het was voor mijn fractie onverteerbaar dat in eerste instan
tie de plaatselijke leveranciers uit het WVG-traject werden
gehouden. De stichtingen Kruiswerk en Thuiszorg zouden het
gehele traject wel voor hun rekening nemen. Dat daarmee ten
aanzien van de levering een monopoliepositie werd gecreëerd
voor de farmaceutische gigant ACF-Brocacefdie via een
stichtingenconstructie een plaats wilde veroveren op de
revalidatiemarkt, was de wethouder blijkbaar ontgaan. Daarom
hebben wij de voorwaarde gesteld dat de zogenaamde Thuiszorg
winkels, via via eigendom van ACF-Brocacef, niet in het WVG-
7