denken dat het urgent is. Daarom willen wij het bedrag wel in één keer inzetten ten behoeve van de Oldehove. Het reserveren moet dus echt worden gezien dat als blijkt dat er andere subsidies binnen gehaald kunnen worden, het hele bedrag anders ingevuld kan worden. De heer Ten Hoeve: Dat gehoord hebbend voel ik er toch het meeste voor om het standpunt van het college te volgen, want die sluit dat niet uit, maar zegt toch met een uitgewerkt voorstel te komen. Dan wacht ik dat liever af en kunnen wij alsnog dat volgen of niet, maar zo is het mij wat te snel. De heer Jacobse: Wij zijn er ook niet voor om nu al een beslissing te nemen over waar het allemaal voor besteed moet worden. Wij voelen veel voor de suggestie van de heer Ten Hoeve. Het lijkt ons goed om daar eens rustig over na te denken. Wij steunen het college hierin. De Voorzitter: Dat is ook een beetje de diepere achtergrond van het collegevoorstel om in ieder geval nu, dat is formeel het enige noodzakelijke, te besluiten tot dankbare aanvaar ding. Het zal wellicht ook niet piëteitsvol zijn om nu meteen hele strakke uitspraken te doen over het doen meefunden van dit project of van dat project. Dat is de geest van de uitleg van de wethouder, die zegt dat als u dit formeel als raad graag in dank aanvaardt, dan hebben wij de ruimte om op een respectvolle wijze uiting te geven aan een goede besteding. Dan is de suggestie Oldehove natuurlijk een van de sugges ties, een jaarkarakter zou overwogen kunnen worden, de com binatie met andere fondsen zou overwogen kunnen worden, dat lijken ons allemaal argumenten voor een uitwerking op commis sieniveau en de echte reden om nu uitsluitend voor te stellen om tot aanvaarding over te gaan. De heer Brinks: Is er iets te zeggen over de termijn waarop het college dan komt met een voorstel? De heer Oreving: Ik had ook graag het betoog nog willen onderstrepen. Ik denk ook dat er op dit moment wat verschil van inzicht is binnen de raad of je het nu wel of niet moet reserveren en van de rentebaten het een en ander moet doen, dan wel of je het bedrag dadelijk moet inzetten. Ik kan mij bij beide wel iets voorstellen. Het lijkt mij daarom verstan dig om een definitief voorstel af te wachten en er dan over 18 te gaan besluiten en niet nu op adhoc-basis dit doel te gaan invullen. Ik wil mij aansluiten bij wat in de raadsbrief staat en het collegestandpunt ondersteunen. Mevrouw Vlietstra: Er is nog gevraagd hoe snel het zou kun nen. Ik denk dat het heel snel moet kunnen. Er is op 19 mei een vergadering van de Commissie Bestuur en Middelen gepland, ik zal proberen om daar met een uitgewerkt voorstel te komen of anders heel snel daarna, maar dit moet niet veel tijd hoeven te kosten. Maar het lijkt mij goed om toch de afweging zorgvuldig te maken en op basis daarvan een besluit te nemen. De Voorzitter: Kan ook de indienster van de motie met deze uitleg akkoord gaan? Mevrouw Tiemersma; Ik heb al gezegd dat ik de motie in stem ming wil brengen en dat handhaaf ik. De Voorzitter: Aan de orde is de stemming over de motie ingediend door mevrouw Tiemersma van de CDA-fractie. De motie van mevrouw Tiemersma van de CDA-fractie, mede- ondertekend door de heer Hoogeveen van de D66-fractie en mevrouw Van Ammers van de WD-fractie wordt verworpen met 17 tegen 18 stemmen. Voor stemden de leden van de CDA-fractie, de WD-fractie, 4 leden van de D66-fractie en één lid van de PAL/GL-fractie. De Voorzitter: Aan de orde is de stemming over punt 16. Zonder hoofdelijke stemming is besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. Punt 17 (bijlage nr. 104). De Voorzitter: Aan de orde is Besteding budget woonconsu mentendoeleinden ten laste van het Verdeelbesluit Stads vernieuwing 1994 (vaststellen Verordening geldelijke steun erkende koepelorganisatie van lokale woonconsumenten (in stellingen) 19

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1994 | | pagina 10