belangrijk, ik vind ook belangrijk dat de slagvaardigheid er
in blijft, maar ik vind tegelijk dat de raad zoveel mogelijk
betrokken moet worden bij de ontwikkeling van beleid op dit
punt. Dat is de reden geweest waarom ik dit amendement in
gediend heb.
De heer Jacobse: Voorzitter, ik weet dat dit een landelijke
regeling is die wij hier uitvoeren, daarom zijn wij op zich
zelf ook niet tegen het voorstel, alleen onze zorg is dat wij
in de praktijk constateren dat het verstorend, zelf belem
merend werkt bij het creëren van echte arbeidsplaatsen. En
als er iets is dat wij met z'n allen hier willen is dat niet
alleen plaatsen waar mensen bezig zijn, maar echte werkge
legenheid creëren en daar was mijn opmerking op gericht.
De heer Den Oudsten: Twee opmerkingen voorzitter.
Eerst over het amendement van de heer Greving. Wij volgen het
collegestandpunt, wij denken dat het heel goed mogelijk is om
als raad op hoofdlijnen de ontwikkelingen te volgen met dit
type projecten en ook als raad de toegezegde rapportages en
ook het college vanuit de commissie voldoende richting te
geven als het gaat om welke soort projecten het wat ons
betreft zou moeten gaan. Wij vinden het probleem niet zo erg,
maar denken wel dat het goed is om in ieder geval na een jaar
te kijken of wij echt grote problemen hebben met de manier
waarop het college daarmee om gaat. Maar dan kun je altijd
nog kijken of je dat wilt voortzetten of niet.
Dan heb ik nog een opmerking aan het adres van de heer
Jacobs. Hij zegt dat zij grote moeite hebben met dit soort
banen. Dat moest ik even verwerken, dat is op zichzelf een
interessante opmerking, het zal je partij maar wezen, denk ik
daar overigens gelijk bij, want het is natuurlijk heel gemak
kelijk om te zeggen dat het verdringingseffecten geeft naar
ander type werkgelegenheid. Het is absoluut niet waar dat het
belemmerend werkt naar het zoeken van wat ik dan maar in zijn
woorden aanhaal "echte banen", maar als je zit met zo'n groot
werkloosheidpercentage in Leeuwarden en je ziet tegelijker
tijd dat projecten, waar dit type banen in gerealiseerd wor
den, absoluut nodig zijn om mensen überhaupt kansen te geven
op de arbeidsmarkt, dan denk ik dat de heer Jacobse misschien
zijn standpunt ten opzichte van dit soort banen moet herover
wegen
De heer Biemans: Mijnheer de voorzitter, eerst ten aanzien
van het amendement van de heer Greving. In de commissie
26
hebben wij het hier uitgebreid over gehad en geconstateerd
dat de flexibiliteit en slagkracht het ingeeft om het college
te mandateren. Bovendien als je beleid wilt maken en je gaat
van geval tot geval een aanvraag behandelen in de commissie,
dan ben je bezig met adhoc-beleid, terwijl als je na een jaar
een overzicht hebt van alle projecten waar subsidies aan
gegeven zijn, dan kun je zeggen met dat soort projecten zijn
wij het niet eens en dan ben je wel beleid aan het maken.
Ten aanzien van de opmerking van de heer Jacobse en aan
sluitend op wat de heer Den Oudsten aangegeven heeft, zou ik
willen dat wij in een positie zitten dat wij dit soort banen
niet nodig hadden, maar in feite hebben wij geen andere
keuze. Daar zou ik het bij willen laten.
De heer Hoogeveen: Voorzitter, wij hebben in deze raad met
elkaar afgesproken dat wij als gemeenteraad willen gaat
sturen op hoofdlijnen. Wat dat betreft denk ik dat het ook
niet goed zou zijn wanneer de Commissie Economische en
Sociale Zaken iedere keer incidentele gevallen voor eenmalige
subsidie zou willen gaan toetsen. Het toetsen op additio-
naliteit en eventueel verdringingseffect van voorstellen is
niet een taak van de gemeenteraad en niet van de Commissie
Economische en Sociale Zaken, daarin hebben het bestuur van
de Stichting Werkwijzer en eventueel betrokken medezeggen
schapscommissies en ondernemingsraden een taak. Waar het gaat
om het stellen van prioriteiten lijkt het mij beter om dat te
doen op basis van een beleidsnota en eventueel bijstellen van
beleidsnota's aan de hand van verslagen achteraf. Daar hebben
wij een prima werkwijze voor, ik denk dat dat zo prima kan.
De heer Bilker (weth.Voorzitter, de heer Greving conclu
deert in zijn tweede termijn dat hij zijn amendement hand
haaft en koppelt daaraan het argument dat dan toch in de
commissie bij raadpleging vooraf gesproken kan worden over
het stellen van prioriteiten. Dat lijkt mij nu juist, zoals
meerdere van de raadsleden hebben gezegd, aan de orde bij het
beleidsplan dat wij dan hebben gehad bij het vaststellen van
het fonds als zodanig in oktober in de commissie. Desnoods
kan er bij de Marap's op teruggekomen worden en bij de rap
portage. Dus daar zijn voldoende gelegenheden voor. Dat past
ook bij het geheel van sturen op hoofdlijnen.
De heer Jacobse zegt dat het een zorg is van zijn fractie en
dat het hier en daar toch verstorend en belemmerend kan
werken. Wij moeten, zo zegt hij, echte werkgelegenheid
creëren. Ik ben blij dat anderen uit de raad dat toch anders
27