behoud maakten, je kunt om principiële reden of praktische reden voor of tegen zijn. De CDA-fractie heeft de afweging gemaakt en de grootst mogelijke meerderheid zal op die gron den stemmen tegen het structureel instellen van de zondags markt. Het college betreurt dat, met name omdat juist in de afgelopen jaren dit zich bewezen heeft. De heer Ten Hoeve wijst er terecht op dat dit een grote uitstraling naar omrin gende gemeente in heel Friesland heeft en dat het goed is voor het p.r-beleid in Leeuwarden, dat er toch sprake is van tienduizenden bezoekers (er wordt zelfs 100.000 genoemd), dat is niet niks. De vraag wordt gesteld of dit eigenlijk wel de taak van de gemeente is qua organisatie om te doen, om dat telkenjare op zich te nemen. Als het gaat over markten dan is het natuur lijk op zichzelf qua organisatie wat het marktonderdeel betreft een taak van de gemeente, dat stellen wij nu juist vast. De vraag is wel voortdurend met welke partijen ga je dat doen. Daar ben ik zojuist al op ingegaan. Daar is dan een van de partijen iets minder enthousiast over, maar de am bulante handel is zeer zeker wel enthousiast. De heer Greving wijst op de principiële gronden vanuit zijn fractie waarom er geen zondagsmarkt gehouden dient te worden. Die discussie, zo herinner ik mij, is vaker gevoerd en het college respecteert uiteraard die mening. Het college respec teert dat omdat er in deze gemeente vele mensen zijn die uit overtuiging niet mee willen doen aan de zondagsmarkt, die juist zeggen dat er een zondag is voor de zondagsrust en vanuit hun overtuiging zich daar ook aan willen houden. Dat betekent tegelijk dat de overheid niet alleen met die groep rekening kan houden, de overheid heeft ook rekening te houden met vele andere instellingen, mensen, initiatieven van bur gers die dit juist willen bewerkstelligen. Wat hier gebeurt is niet een bedenksel zo maar op een achternamiddag, dit is voortdurend bij meerderheid van de raad besloten en uitge voerd naar aanleiding van, zoals ik al heb gezegd, het Toe ristisch Beleidsplan. De heer Greving eindigt met het verzoek aan de voorzitter om de voorstellen gesplitst in stemming te brengen. De voorzit ter zal hier ongetwijfeld op antwoorden. De heer Bakker van de D66-fractie wijst op het toeristisch recreatief plan waarbij de zondagsmarkt werd ingesteld. Het experiment, zo concludeert de D66-fractie, is gelukt en verdient derhalve structurele voortgang. De heer Jacobse begon ook positief, hij is voor voortzetting, maar eindigt met dat de fractie van de NLP toch tegenstemt want, zo zegt hij, de steun van de winkeliers wordt groten 34 deels ontbeerd, daarom zijn zij tegen de zondagsmarkt. De NLP wil wachten op een gezamenlijk initiatief van de winkeliers. Ik wil er nogmaals op wijzen dat dat één partij is en dat om de andere genoemde argumenten het juist wel voortgang zal moeten vinden. Als het gaat om de inzet van de Dienst Stads beheer dan moet ik er op wijzen dat die dienst natuurlijk te allen tijde als het gaat om de markten inzet moet vertonen, ook als het gaat om de bloemenmarkt, ook als het gaat om het Straatfestival, enz., want ook daar ligt het elke keer op de schouders van enkele enthousiaste mensen. Dat mag ons er nogmaals niet van weerhouden het niet te doen. De heer Ten Hoeve van de PvdA-fractie is het eens met de structurele instelling van de zondagsmarkt en wijst terecht op het hoge aantal bezoekers en de naamsbekendheid voor Leeuwarden. Het college is het eens met de heer Ten Hoeve dat het eigenlijk schandalig is dat de gemeente dit moet trekken, omdat één deelnemer minder enthousiast is. Ik denk dat er ook andere redenen zijn waarom de winkeliersverenigingen niet meedoen, althans niet in de sfeer zoals wij dat zouden willen zien. De heer Ten Hoeve heeft hier al even op gewezen, omdat men uit wellicht hele andere belangen liever een zondag heeft in december. Dat is natuurlijk alleszins te respecteren, maar wij hebben vast moeten Btellen dat een zondagsmarkt in juni of september het beter doet dan in december, die ervaring hebben wij inmiddels ook. De Heer Ten Hoeve vraagt om duidelijk te maken aan de mid denstand dat dit niet alleen een verantwoordelijkheid is van de gemeente. Ik ben blij met de opmerkingen die niet alleen de heer Ten Hoeve daarover gemaakt heeft, dat kan onze be sprekingen met de middenstand versterken. Maar wij moeten niet van een te groot enthousiasme uitgaan, het is de af gelopen drie jaar al gebleken dat de middenstand daar een iets andere opvatting over heeft en ook een iets andere positie in kiest, vanuit hun belang. Maar ik ben blij met de opmerkingen, want dat sterkt ons gesprek de eerstvolgende keer met de middenstand hierover. De heer Jacobse: Wij zijn niet tegen activiteiten op zondag als zodanig, maar het moet duidelijk iets toevoegen, iets meer zijn op recreatief-cultureel gebied dan alleen een warenmarkt. Ik denk dat met name voor de financiering van dat soort activiteiten de steun van de winkeliersverenigingen hard nodig is, om er iets meer van te maken dan een waren markt De heer Bilker (weth.Voorzitter, dat is het college met de 35

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1994 | | pagina 18