De Voorzitter: Aan de orde is de stemming over punt 4. Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w.met inachtneming van de toezegging van de wethouder. De Voorzitter: Ik schors de vergadering. De Voorzitter schorst om 21.30 uur de vergadering. De Voorzitter heropent om 21.55 uur de vergadering. Punt 5, 6 en 7 (bijlage nrs. 122, 120 en 121). Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten overeenkomstig de voorstellen van b. en w. Punt 8 (bijlage nr. 126). De Voorzitter: Aan de orde is Evaluatie Stadsgewest Leeuwar den 1991 tot en met 1994. Mevrouw De Haan: Mijnheer de voorzitter, ik vind dat het rapport over de evaluatie van het stadsgewest een serieus en evenwichtig stuk is geworden, waarin zowel concrete resul taten van de samenwerking staan als dat men de vele compli caties die zich bij de samenwerking voordoen niet uit de weg is gegaan. Mijn eerste opmerking is dan ook dat ik van de kant van het college bij dit serieuze stuk een inhoudelijke reactie mis. De raadsbrief is in mijn ogen eigenlijk niet veel meer dan een procedureel verhaal, terwijl wij van mening zijn dat het Stadsgewest als onderwerp voor Leeuwarden uitermate belang rijk is. Want wij hebben het niet alleen over de ruimtelijke economische fusie op een gebied dat in feite één arbeidsmarkt en één woningmarktgebied is, maar wij hebben het ook over de manier waarop de betrokken overheden gezamenlijk aan die visie in de toekomst voeling willen geven. Vandaar dat mijn fractie het nodig vond om hier in de raad - eigenlijk vind ik 38 dat de hele raad het zou moeten doen - een aantal inhoude lijke opmerkingen te maken bij het evaluatierapport. Ik loop daarbij de hoofdpunten van het rapport even voor het gemak door. Paragraaf 2 gaat over de meerwaarde van het stadsgewest, waarbij het gaat om het verbeteren van de interne samenhang, maar ook om de externe werking daarvan. Dat geeft nadruk kelijk aan dat het stadsgewest op dat terrein een aantal financiële resultaten heeft geboekt. Onze mening is dat juist het laatste, de externe samenwerking van het stadsgewest, de komende jaren vergroot zou kunnen worden zodat het nog sterker gaat doorwerken in de prioriteiten van de provincie en ook die van het rijk. Paragraaf 3 gaat over de uitvoering van de ontwikkelings visie. Uit het evaluatierapport blijkt dat voornamelijk de ruimtelijke invalshoek centraal heeft gestaan en niet zozeer de bevordering van de werkgelegenheid. Men kan elkaar ken nelijk wat gemakkelijk vinden op het terrein van fietsvoor- zieningen en recreatie dan op de economische samenwerking. Overigens vinden wij het van groot belang en een pluspunt dat er inmiddels een gemeenschappelijke visie is ontstaan op de woningmarkt en op het regio- en het stadsniveau. De hoofd doelstelling van het stadsgewest, zoals wij die hebben vast gelegd, gaat over het versterken van de concurrentiepositie van het stadsgewest als geheel. Ik denk dat die centrale doelstelling de komende jaren wel wat helderder uit de verf zou kunnen komen. Ik wil twee punten noemen waar het ons in ieder geval nu om gaat. Ik denk dan aan het ontwikkelen van een visie op stra tegische bedrijfslokaties en de gezamenlijke p.r. en acquisitie De werkgelegenheid in dit gebied is de laatste jaren gedaald. Ik denk dat alle gemeenten die aan het stadsgewest deelnemen er gemeenschappelijk belang bij hebben om die tendens te keren. Het zal dan ook nodig zijn om werkgelegenheid van buiten de regio aan te trekken. Wij zijn ervan overtuigd dat samenwerking en bundeling van middelen en energie daarvoor voorwaarde nummer één is. Ik wil alle andere gemeenten die deelnemen aan het stadsgewest oproepen om ook gezamenlijk die kar van de werkgelegenheid te willen trekken. Wij kunnen het ons domweg niet veroorloven om niet samen te werken. Wij zijn van mening dat wij dan ook ten alle tijde zouden moeten vermijden dat wij onder eikaars duiven gaan schieten. Wat dat betreft is het voorbeeld van het Waterschap, waarbij sommige stadsgewest gemeenten tegen lage prijzen proberen dat Water schap naar hun gemeente te trekken, een slecht voorbeeld als 39

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1994 | | pagina 20